VAIO Gebruikershandleiding

Taak

Het gebruik van ingebouwde apparaten beperken

Met de BIOS-functie kunt u ingebouwde apparaten als hieronder uitschakelen. Met deze functie kunt u externe verbindingen en communicatie voorkomen.
  • USB Ports

  • Memory Card Slot ("Memory Stick Duo"-sleuf en SD-geheugenkaartsleuf)

  • Optical Disc Drive

  • Wireless Device

  • LAN Device (LAN-poort)

  1. Druk op de ASSIST-knop als uw VAIO-computer uit staat.

Het scherm VAIO Care reddingsmodus (VAIO Care Rescue Mode) verschijnt.
  1. Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).

Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het scherm BIOS Setup wordt weergegeven.
  1. Druk op of om naar het tabblad Advanced te gaan.

  1. Druk op of om het gewenste ingebouwde apparaat te selecteren en druk op Enter.

  1. Selecteer met de toets of Disabled of Enabled en druk op Enter.

  • Wanneer u Disabled selecteert:
    Het geselecteerde apparaat is uitgeschakeld.

  • Wanneer u Enabled selecteert:
    Het geselecteerde apparaat is ingeschakeld en kan worden gebruikt op de VAIO-computer.

  1. Selecteer het tabblad Exit met de toets of , selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.

Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
Opmerking
  • Welke apparaten u kunt uitschakelen, hangt af van het model.

  • Wanneer u een poortreplicator (niet meegeleverd) aansluit op de VAIO-computer terwijl er ingebouwde apparaten zijn uitgeschakeld, gelden dezelfde beperkingen voor de poortreplicator.
    Bovendien geldt dat als u de USB-poorten hebt uitgeschakeld, de harde schijf op de poortreplicator ook is uitgeschakeld.