Zorg dat de batterijset is opgeladen.
Controleer of de micro-SIM-kaart geschikt is voor 3G of LTA en is geactiveerd door uw telecomaanbieder. Wanneer u de micro-SIM-kaart plaatst, dient u de stappen onder Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN) te volgen.
Controleer of u voldoende mobiel bereik hebt op uw locatie. Raadpleeg uw netwerkbedrijf voor aanvullende informatie over het bereik op uw locatie.
Zorg ervoor dat Vliegtuigstand (Airplane mode) is uitgeschakeld (Off) in het venster Pc-instellingen (PC settings).
Zorg ervoor dat Mobiel breedband (Mobile Broadband) onder Draadloze apparaten (Wireless devices) is ingesteld op Aan (On) in het venster Pc-instellingen (PC settings).
Zorg ervoor dat de APN (Access Point Name - toegangspuntnaam) correct is geconfigureerd in uw verbindingsbeheertoepassing. Zo niet, neem dan contact op met uw telecomaanbieder voor de juiste APN. Raadpleeg het Help-bestand bij de toepassing voor meer informatie.
Controleer of de verbindingsbeheertoepassing het draadloze WAN (WWAN)-modem correct heeft gedetecteerd. Het kan even duren voordat de toepassing het draadloze WAN-modem heeft gedetecteerd.
Voor meer informatie over de draadloze WAN-functie bezoekt u de VAIO-ondersteuningswebsite.