Hoe te gebruiken
Windows 8: De grondbeginselen
Gebruikersaccount
Energie
- In de slaapstand gaan, afsluiten, of opnieuw opstarten
- Slaapstand gebruiken
- Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
- De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Monitor
Internet
Wachtwoord
Apps
- Schakelen tussen gebruikersaccounts
- Schakelen tussen apps
- Actieve apps bekijken
- Apps sluiten
- Apps starten
- Apps installeren van Windows Store
- Het app-menu openen
Windows
Menu
- Configuratiescherm openen
- De charms openen
- Het Bureaublad weergeven
- Inhoud zoeken
- De lijst met apps openen
- Het Start-scherm en het Start-menu
Windows 8
- Slaapstand gebruiken
- Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
- De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Store
Help en ondersteuning
Beschrijving onderdelen
VAIO-computer
- Onderdelen en besturingselementen aan de achterzijde
- Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde
- Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten
Toetsenbord
Installatie
VAIO-computer
- De hoek van de standaard aanpassen
- De standaard inschuiven
- De standaard openen
- Meegeleverde items controleren
- Een geschikte werkomgeving inrichten
Energie
- De batterijset opladen
- Uw VAIO-computer aanzetten
- Een stroombron aansluiten
- De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Accu
Toetsenbord
Geleverde items
Windows 8
Netwerk / internet
Internet
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
- Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
- Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
- Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
- Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
- Internetverbindingsservices
- Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
- Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
- Apps installeren van Windows Store
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
- De antivirusapp voor uw VAIO-computer gebruiken
- Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
- Het netwerk (LAN)
LAN
- De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
- Internetverbindingsservices
- Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
- Het netwerk (LAN)
Wi-Fi
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
- Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
- Internetverbindingsservices
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
- Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
Apps
Store
Draadloos WAN
- Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
- Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
- Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
- Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
- Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
Verbindingen
Energie
Monitor
- De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
- Weergavemodi selecteren
- De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
- Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
- Opmerkingen over het lcd-scherm
HDMI
- De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
- Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
Randapparaat
- Weergavemodi selecteren
- De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
- Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
- Opmerkingen over het lcd-scherm
- Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
- Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
CD/DVD/BD
Audio
- Externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aansluiten
- Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
- Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
Luidsprekers
Koptelefoon
Optische digitale uitgang
Toetsenbord
Internet
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
- Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
- Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
- Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
- Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
- Internetverbindingsservices
- Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
- Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
- Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
- Het netwerk (LAN)
LAN
- De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
- Internetverbindingsservices
- Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
- Het netwerk (LAN)
Wi-Fi
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
- Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
- Internetverbindingsservices
- Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
- Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
- De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
BLUETOOTH
- BLUETOOTH(R)-beveiliging
- Opmerkingen over het gebruik van de BLUETOOTH(R)-functie
- De BLUETOOTH(R)-functie
- Communiceren met een ander BLUETOOTH(R)-apparaat, zoals een muis
- Stoppen van BLUETOOTH(R)-communicatie
USB
Lokale informatie
- Het downloaden van locatiegegevens uitschakelen (modellen met GNSS)
- Locatiegegevens downloaden (modellen met GNSS)
Draadloos WAN
- Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
- Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
- Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
- Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
- Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
Instellingen
Gebruikersaccount
VAIO-computer
- Over de knop ASSIST
- De systeeminformatie bekijken
- Uw VAIO-computer aanpassen
- Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
- VAIO Update gebruiken
- Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
- Uw VAIO-computer bijwerken
Energie
- Opmerkingen over de slaapstand
- Een energiebeheerschema selecteren
- Opmerkingen over het gebruik van de stroombron
- Slaapstand gebruiken
Monitor
- Scherpe en levendige beelden weergeven (modellen met X-Reality for mobile)
- De helderheid van het lcd-scherm wijzigen
- De helderheid van het lcd-scherm automatisch wijzigen
- De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
- Weergavemodi selecteren
- De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
- Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
- Opmerkingen over het lcd-scherm
- De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen
- Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- De tekengrootte (DPI) wijzigen (modellen met aanraakscherm)
- Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
- Ingebouwde sensoren
- Opmerkingen over ingebouwde sensoren
HDMI
- De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
- Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
Randapparaat
- Weergavemodi selecteren
- De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
- Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
- Opmerkingen over het lcd-scherm
- Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
- Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
CD/DVD/BD
Audio
- Luidsprekervolume aanpassen
- Het volume in aanpassen in Windows
- Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
- Microfoonvolume aanpassen
- Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
- Afspelen van optimaal geluid voor uw VAIO-Computer met ClearAudio+
Luidsprekers
Microfoon
Optische digitale uitgang
Knop
Herstel
Touch pad
Camera
Internet
Wachtwoord
- Overschakelen van een lokale account naar een Microsoft-account
- Uw Windows-wachtwoord maken/wijzigen/verwijderen
- Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen
- Het opstartwachtwoord verwijderen
Geheugenmodule
BIOS
- Over de knop ASSIST
- Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
- Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen
- Het opstartwachtwoord verwijderen
Service en ondersteuning
- VAIO Update gebruiken
- Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
- Uw VAIO-computer bijwerken
Aanraakscherm
- Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- De tekengrootte (DPI) wijzigen (modellen met aanraakscherm)
- Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
Lokale informatie
- Het downloaden van locatiegegevens uitschakelen (modellen met GNSS)
- Locatiegegevens downloaden (modellen met GNSS)
Sensor
Beveiliging
Menu
Windows 8
Back-up / herstel
VAIO-computer
- Over de knop ASSIST
- Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
- Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
CD/DVD/BD
Knop
Herstel
- Over de knop ASSIST
- Herstel vanaf het herstelgebied
- Uw VAIO-computer vernieuwen (modellen met ondersteuning voor vernieuwen)
- Herstelinhoud verwijderen om schijfruimte vrij te maken
- Herstellen vanaf herstelmedia
- Het volume van het herstelgebied controleren
- Herstel
- Herstelmedia maken
- Opmerkingen over herstel
BIOS
Back-up
- Systeembestanden herstellen met het herstelpunt als u Windows niet kunt starten
- Back-up
- Typen back-ups
- Een herstelpunt maken
- Reservekopieën maken van uw gegevens als u Windows niet kunt starten
- Uw gegevens herstellen met VAIO Data Restore Tool
Service en ondersteuning
Ingebouwd opslagapparaat
- Herstelinhoud verwijderen om schijfruimte vrij te maken
- Andere stations maken (partities aanpassen)
- Partities maken
- Het volume van het herstelgebied controleren
Partitie
Vernieuwen
Beveiliging
VAIO-computer
Internet
Wachtwoord
- Uw Windows-wachtwoord maken/wijzigen/verwijderen
- Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen
- Het opstartwachtwoord verwijderen
BIOS
Service en ondersteuning
Andere bewerkingen
VAIO-computer
Energie
- Slaapstand gebruiken
- De batterijset opladen
- Uw VAIO-computer aanzetten
- Statusoverzicht van batterijlampje
- Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
- De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
- De instellingen wijzigen voor de slaapstand bij zwakke batterij
- De Intel Smart Connect Technology (Slaapstand)-instellingen wijzigen
- De slaapstand
Accu
- De batterijcapaciteit controleren
- De batterijset opladen
- Statusoverzicht van batterijlampje
- De levensduur van de batterij verlengen
- De levensduur van de batterij verlengen
- De instellingen wijzigen voor de slaapstand bij zwakke batterij
- De Intel Smart Connect Technology (Slaapstand)-instellingen wijzigen
- De slaapstand
Monitor
- Het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
Toetsenbord
- Combinaties en functies met de toets Fn
- Tekens invoeren met het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- Het toetsenbord opladen
- Het toetsenbord gebruiken
Touch pad
Camera
USB
Geheugenkaart
- Opmerkingen over het gebruik van microSD-geheugenkaarten
- Verwijderen van microSD-geheugenkaarten
- Plaatsen van microSD-geheugenkaarten
Ingebouwd opslagapparaat
Aanraakscherm
- Tekens invoeren met het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- Het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
- Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
Partitie
NFC/One-touch-functies
- Opmerkingen over NFC/One-touch-functies (modellen met NFC)
- Over NFC (modellen met NFC)
- Over One-touch-functies (modellen met NFC)
- Uitschakelen van NFC/One-touch-functies (modellen met NFC)
- Het gebruik van NFC/One-touch-functies (modellen met NFC)
- Muziek afspelen door uw VAIO-computer aan te raken met een apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt (One-touch listening) (modellen met NFC)
- De One-touch listening-verbinding stoppen (One-touch listening) (modellen met NFC)
Windows
Windows 8
- Slaapstand gebruiken
- Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
- De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Help en ondersteuning
Pen
- Een afbeelding op het computerscherm bijsnijden (VAIO Clip)
- De notitie-app (VAIO Paper) starten.
- De penhaak gebruiken (modellen met Digitaliseerstylus)
- De batterij van de pen vervangen (modellen met Digitaliseerstylus)
- De penpunt vervangen (modellen met Digitaliseerstylus)
- De pen gebruiken (modellen met Digitaliseerstylus)
Infraroodpoort
Meldingen
Lees dit eerst
VAIO-computer
Zorg en onderhoud
Belangrijk
- Omgaan met het ingebouwde opslagapparaat
- Over het internationale ENERGY STAR(R)-programma
- Softwarelicentie
- Merken
- Informatie over de veiligheid
Service en ondersteuning
Productregistratie
Geleverde items
Beveiliging
Probleemoplossing
Hardware
Energie
- Waarom wordt mijn VAIO-computer automatisch uitgezet?
- Waarom wordt er een melding weergegeven en wordt Windows niet gestart wanneer ik mijn VAIO-computer start?
- Wat moet ik doen als ik mijn VAIO-computer niet kan uitzetten?
- Wat moet ik doen als het groene stroomlampje gaat branden wanneer ik op de aan-uitknop druk, maar er niets op mijn scherm verschijnt?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer niet aan gaat of als de aan-uitknop niet werkt (het voedingslampje knippert snel)?
- Wat moet ik doen als ik mijn VAIO-computer niet kan inschakelen (het stroomlampje wordt niet groen)?
- Wat moet ik doen als het venster VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt wanneer ik mijn VAIO-computer aanzet?
- Wat moet ik doen als de sluimerstand niet beschikbaar is of als mijn VAIO-computer niet in sluimerstand gaat?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer niet terugkeert naar normale stand vanuit slaapstand wanneer ik het toetsenbord of het touchpad gebruik?
Accu
- Waarom werkt mijn VAIO-computer traag en is de frequentie van de CPU-klok laag terwijl de computer op batterijvoeding werkt?
- Wat moet ik doen als mijn batterijset niet volledig wordt opgeladen?
- Wat moet ik doen als de batterijset niet goed werkt?
Monitor
- Waarom verandert de helderheid van het lcd-scherm automatisch?
- Wat moet ik doen als kleurverlopen niet correct worden weergegeven op mijn computerscherm?
- Waarom roteert het computerscherm niet?
- Wat moet ik doen als video's niet worden weergegeven op het computerscherm?
- Wat moet ik doen als video's niet soepel worden afgespeeld?
- Wat moet ik doen als er geen beeld wordt weergegeven op mijn televisiescherm of het externe beeldscherm dat is aangesloten op de HDMI-uitgangspoort?
- Hoe wijzig ik de helderheid van het lcd-scherm?
- Wat moet ik doen als sommige elementen niet op het beeldscherm passen?
- Wat moet ik doen als er geen beeld wordt weergegeven op het externe beeldscherm of het televisiescherm?
- Waarom treden er onderbrekingen op in het geluid en/of gaan er frames verloren bij het afspelen van high-definition video's, zoals video's die zijn opgenomen met de digitale AVCHD-camcorder?
- Wat moet ik doen als het computerscherm uitgaat?
- Waarom worden er in de zoeker geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven?
- Wat moet ik doen als er bij het vastleggen van de beelden frames verloren gaan en onderbrekingen optreden in het geluid?
- Wat moet ik doen als beelden die worden vastgelegd, flikkeren?
- Wat moet ik doen als mijn computerscherm flikkert of wit wordt? (modellen met grafische versnelling van Intel)
- Wat moet ik doen als het aanraakscherm niet goed functioneert? (modellen met aanraakscherm)
HDMI
Audio
- Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor uit de luidsprekers of hoofdtelefoon?
- Wat moet ik doen als de microfoon niet werkt?
- Wat moet ik doen als de microfoon rondzingt?
- Wat moet ik doen als er onderbrekingen in het geluid optreden bij het afspelen van video of geluid?
- Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor van een digitaal geluidsapparaat dat is aangesloten op de digitale uitgangspoort, zoals de HDMI-uitgangspoort?
Microfoon
Toetsenbord
- Wat moet ik doen als de aanwijzer niet beweegt?
- Wat moet ik doen als het beeldscherm van mijn VAIO-computer bevriest?
- Wat moet ik doen als het toetsenbord niet werkt?
- Wat moet ik doen als ik bepaalde tekens niet met het toetsenbord kan invoeren?
- Wat moet ik doen als de toetsenbordconfiguratie onjuist is?
Touch pad
- Wat moet ik doen als de aanwijzer niet beweegt?
- Wat moet ik doen als het beeldscherm van mijn VAIO-computer bevriest?
- Hoe schakel ik het touchpad uit?
- Waarom kan ik het touchpad niet gebruiken?
Camera
- Waarom worden er in de zoeker geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven?
- Wat moet ik doen als er bij het vastleggen van de beelden frames verloren gaan en onderbrekingen optreden in het geluid?
- Waarom zijn de vastgelegde beelden van slechte kwaliteit?
- Waarom wordt de video-invoer van de ingebouwde camera tijdelijk onderbroken?
- Wat moet ik doen als beelden die worden vastgelegd, flikkeren?
LAN
- Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
- Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
- Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
- Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
Wi-Fi
- Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
- Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
- Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
- Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
BLUETOOTH
- Wat moet ik doen als andere BLUETOOTH(R)-apparaten geen verbinding met mijn VAIO-computer kunnen maken?
- Wat moet ik doen als ik het BLUETOOTH(R)-apparaat waarmee ik wil communiceren, niet kan vinden?
- Waarom is mijn BLUETOOTH(R)-verbinding traag?
- Waarom kan ik de functie voor BLUETOOTH(R) niet gebruiken wanneer mij aanmeld als een gebruiker met een standaard-gebruikersaccount op mijn VAIO-computer?
- Waarom kan ik BLUETOOTH(R)-apparaten niet gebruiken als ik schakel naar een andere gebruiker?
- Wat moet ik doen als ik de functie BLUETOOTH(R) niet kan gebruiken?
- Wat moet ik doen als het pictogram voor BLUETOOTH(R) niet in het systeemvak van het bureaublad verschijnt?
Wachtwoord
- Wat moet ik doen als ik het Windows-wachtwoord vergeet?
- Wat moet ik doen als de melding Enter Onetime Password verschijnt en Windows start niet nadat ik drie keer op rij een verkeerd opstartwachtwoord heb ingevuld?
- Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten?
BIOS
USB
Software
Computer
Aanraakscherm
NFC/One-touch-functies
Lokale informatie
Sensor
- Waarom geeft het ingebouwde digitale kompas niet de juiste richting weer?
- Waarom roteert het computerscherm niet?
Draadloos WAN
Apps
Monitor
Software
- Waarom treden er onderbrekingen op in het geluid en/of gaan er frames verloren bij het afspelen van high-definition video's, zoals video's die zijn opgenomen met de digitale AVCHD-camcorder?
- Wat moet ik doen als mijn gametoepassing niet werkt of blijft vastlopen?
Netwerk / internet
LAN
- Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
- Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
- Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
- Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
Wi-Fi
- Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
- Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
- Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
- Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
BLUETOOTH
- Wat moet ik doen als andere BLUETOOTH(R)-apparaten geen verbinding met mijn VAIO-computer kunnen maken?
- Wat moet ik doen als ik het BLUETOOTH(R)-apparaat waarmee ik wil communiceren, niet kan vinden?
- Waarom is mijn BLUETOOTH(R)-verbinding traag?
- Waarom kan ik de functie voor BLUETOOTH(R) niet gebruiken wanneer mij aanmeld als een gebruiker met een standaard-gebruikersaccount op mijn VAIO-computer?
- Waarom kan ik BLUETOOTH(R)-apparaten niet gebruiken als ik schakel naar een andere gebruiker?
- Wat moet ik doen als ik de functie BLUETOOTH(R) niet kan gebruiken?
- Wat moet ik doen als het pictogram voor BLUETOOTH(R) niet in het systeemvak van het bureaublad verschijnt?
Draadloos WAN
Back-up / herstel
Herstel
- Hoe kan ik de oorspronkelijke toepassingen en stuurprogramma's opnieuw installeren?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer niet kan herstellen vanaf het herstelgebied?
- Hoe kan ik mijn VAIO-computersysteem terugzetten op de standaard-fabrieksinstellingen?
- Hoe maak ik herstelmedia?
- Wat moet ik doen als ik het herstelproces niet kan starten/voltooien?
- Wat moet ik doen als ik geen herstelmedia kan maken?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer instabiel wordt (Windows kan worden gestart)?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer instabiel wordt (Windows kan worden gestart)?
Beveiliging
Wachtwoord
- Wat moet ik doen als ik het Windows-wachtwoord vergeet?
- Wat moet ik doen als de melding Enter Onetime Password verschijnt en Windows start niet nadat ik drie keer op rij een verkeerd opstartwachtwoord heb ingevuld?
- Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten?
BIOS
Randapparatuur
USB
- Wat moet ik doen als ik een document niet kan afdrukken?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer het USB-apparaat niet herkent?
Printer
- Wat moet ik doen als ik een document niet kan afdrukken?
- Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer het USB-apparaat niet herkent?
Overschakelen van een lokale account naar een Microsoft-account
In Windows 8 kunt u overschakelen tussen een lokale account en een Microsoft-account.
Door van een lokale account over te schakelen naar een Microsoft-account kunt u apps downloaden vanuit de Windows Store.
Wilt u een Microsoft-account maken of ernaar overschakelen, volg dan de volgende stappen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Accounts en Uw account in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Selecteer Koppelen aan een Microsoft-account.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Om naar een lokale account over te schakelen, selecteert u in stap 4 Koppeling verbreken in plaats van Koppelen aan een Microsoft-account.
-
Als u uw wachtwoord voor een Microsoft-account bent vergeten, neemt u contact op met de helpdesk van Microsoft.
Typen gebruikersaccounts
Er zijn twee typen gebruikersaccount beschikbaar in Windows 8: lokale accounts en Microsoft-accounts.
Lokale account
Een lokale account is een gebruikersnaam en wachtwoord dat u instelt op uw VAIO-computer. Omdat een lokale account bedoeld is voor gebruik op één computer, kunt u dezelfde account niet delen op meerdere computers.
Hint
-
U hoeft geen wachtwoord in te stellen voor een lokale account. Als u het wachtwoord van uw lokale account vergeten bent, dient u uw VAIO-computer te herstellen.
Microsoft account
Een Microsoft-account is een e-mailadres en wachtwoord waarmee u zich aanmeldt bij Microsoft-diensten. Omdat u voor elke gebruiker een eigen Microsoft-account kunt instellen, kunt u dezelfde account gebruiken op meerdere computers. Als u apps wilt downloaden uit de Windows Store, moet u overschakelen van een lokale account naar een Microsoft-account.
Hint
-
Voor een Microsoft-account moet u een wachtwoord instellen. Als u uw wachtwoord voor een Microsoft-account bent vergeten, neemt u contact op met de helpdesk van Microsoft.
In de slaapstand gaan, afsluiten, of opnieuw opstarten
U kunt uw VAIO-computer als volgt in de slaapstand zetten of afsluiten/opnieuw opstarten.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Slaapstand, Afsluiten of Opnieuw opstarten.
Slaapstand gebruiken
In slaapstand kunt u uw VAIO-computer alleen laten; de computer blijft in dezelfde staat, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
De slaapstand activeren
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Selecteer
Aan/Uit en Slaapstand.
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat dit uit wanneer de computer in slaapstand gaat (met de standaardinstellingen).
Terugkeren naar de normale stand
-
Druk op de knop
(Aan/Uit).
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
-
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in de sluimerstand wanneer de batterijset leeg raakt. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden schakelt de computer mogelijk niet over naar de sluimerstand.
Als dit gebeurt en de batterijset leeg raakt, wordt de computer uitgeschakeld en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
-
Zorg ervoor dat de computer uit staat voordat u uw VAIO-computer verplaatst om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt door stoten of trillingen. Als de computer een stroomlampje heeft, zorg er dan voor dat dit helemaal uit is.
Hint
-
Standaard gaat uw VAIO-computer over in de slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit wanneer de computer op netstroom actief is.
-
De onderstaande bewerkingen zetten uw VAIO-computer ook in de slaapstand.
-
Druk op de knop
(Aan/Uit) (met de standaardinstellingen).
-
Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
Na het wijzigen van instellingen of het installeren van toepassingen op uw VAIO-computer moet u de computer soms opnieuw opstarten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Opnieuw opstarten.
Uw VAIO-computer wordt opnieuw opgestart.
De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit.
In slaapstand behoudt de computer zijn huidige status, inclusief gegevens waar u mee aan het werken bent.
Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie over de slaapstand.
Wanneer u uw VAIO-computer enige tijd niet gebruikt
Om geen niet-opgeslagen gegevens kwijt te raken, volgt u de volgende stappen om uw VAIO-computer uit te zetten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Schakel alle op uw VAIO-computer aangesloten randapparaten uit.
- Open de charms en selecteer vervolgens de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Afsluiten.
Na een korte tijd schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Als uw computer een stroomlampje heeft, gaat het groene stroomlampje uit.
Opmerking
-
Als de computer niet netjes wordt afgesloten, kunnen er niet-opgeslagen gegevens verloren gaan of kan uw VAIO-computer defect raken.
-
Om uw VAIO-computer helemaal van de stroomvoorziening los te koppelen, zet u de computer uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Hint
-
Als u Afsluiten selecteert terwijl u in stap 4 Shift ingedrukt houdt, kunt u uw VAIO-computer in de minimale energieverbruiksstand plaatsen (ACPI S5-stand). In dat geval wordt de snelle opstartfunctie tijdelijk uitgeschakeld bij de volgende keer opstarten.
Het Bureaublad weergeven
U kunt het bureaublad weergeven door een tegel te selecteren, net als een app. Volg de onderstaande instructies om het bureaublad weer te geven.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Bureaublad. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
Inhoud zoeken
Met de charmZoeken kunt u bestanden, instellingen en webinhoud zoeken.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
- Geef een trefwoord (bijv. Windows) op in het zoekvak.
- Selecteer het gewenste pictogram of bestand in de zoekresultaten.
Hint
-
U kunt het zoekdoel selecteren om de zoekresultaten te beperken.
De lijst met apps openen
U kunt de lijst met geïnstalleerde apps openen (het Apps-scherm) op uw VAIO-computer.
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Veeg omhoog op het Start-scherm.
Bediening van de muis/touchpad
Klik op het pictogramlinksonder op het Start-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
-
U kunt apps zoeken in het zoekvak in de hoek rechtsboven van het Apps-scherm. Wanneer u veel apps hebt geïnstalleerd, is het handig om te zoeken vanuit het zoekvak.
Het Start-scherm en het Start-menu
U kunt snelkoppelingen naar apps, het bureaublad en veelgebruikte websites toevoegen.
Overzicht
-
Tegels
Selecteer een tegel om een app te starten en pas het Start-scherm aan door tegels toe te voegen en te schikken.
-
Charms
Zoek naar apps en bestanden, deel media, speel media af op andere apparaten of druk ze af en stel uw VAIO-computer in.
Het scherm Start openen
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Open de charms en tik vervolgens op de charmStart. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
Bediening van de muis/touchpad
Open de charms en klik op vervolgens op de charmStart. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
Met het toetsenbord
Druk op de toets(Windows).
Hint
-
Op het bureaublad kunt u het venster Start openen door
(Start) te selecteren in de hoek linksonder.
Apps installeren van Windows Store
U kunt apps installeren van Windows Store.
U heeft een Microsoft-account nodig voor het gebruik van bepaalde apps of services, waaronder Windows Store.
Voor informatie over het maken en gebruiken van een Microsoft-account raadpleegt u Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen).
- Maak verbinding met internet.
Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor informatie over verbinding maken met internet.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Ga naar de app die u wilt installeren.
- Volg de instructies op het scherm om de app te installeren.
Als de installatie is voltooid, verschijnt het app-pictogram op het Apps-scherm. Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
Overschakelen van een lokale account naar een Microsoft-account
In Windows 8 kunt u overschakelen tussen een lokale account en een Microsoft-account.
Door van een lokale account over te schakelen naar een Microsoft-account kunt u apps downloaden vanuit de Windows Store.
Wilt u een Microsoft-account maken of ernaar overschakelen, volg dan de volgende stappen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Accounts en Uw account in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Selecteer Koppelen aan een Microsoft-account.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Om naar een lokale account over te schakelen, selecteert u in stap 4 Koppeling verbreken in plaats van Koppelen aan een Microsoft-account.
-
Als u uw wachtwoord voor een Microsoft-account bent vergeten, neemt u contact op met de helpdesk van Microsoft.
Typen gebruikersaccounts
Er zijn twee typen gebruikersaccount beschikbaar in Windows 8: lokale accounts en Microsoft-accounts.
Lokale account
Een lokale account is een gebruikersnaam en wachtwoord dat u instelt op uw VAIO-computer. Omdat een lokale account bedoeld is voor gebruik op één computer, kunt u dezelfde account niet delen op meerdere computers.
Hint
-
U hoeft geen wachtwoord in te stellen voor een lokale account. Als u het wachtwoord van uw lokale account vergeten bent, dient u uw VAIO-computer te herstellen.
Microsoft account
Een Microsoft-account is een e-mailadres en wachtwoord waarmee u zich aanmeldt bij Microsoft-diensten. Omdat u voor elke gebruiker een eigen Microsoft-account kunt instellen, kunt u dezelfde account gebruiken op meerdere computers. Als u apps wilt downloaden uit de Windows Store, moet u overschakelen van een lokale account naar een Microsoft-account.
Hint
-
Voor een Microsoft-account moet u een wachtwoord instellen. Als u uw wachtwoord voor een Microsoft-account bent vergeten, neemt u contact op met de helpdesk van Microsoft.
Schakelen tussen gebruikersaccounts
U kunt als volgt schakelen naar een ander gebruikersaccount.
- Ga naar het scherm Start en selecteer een accountnaam in de rechterbovenhoek van het computerscherm. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Selecteer de gewenste accountnaam.
Hint
-
Om een nieuwe gebruikersnaam te maken, moet u zijn aangemeld met beheerdersrechten. Open vervolgens de charms en selecteer de charm
Instellingen. Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek en selecteer Accounts en Andere accounts in het linkerdeelvenster.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Schakelen tussen apps
U kunt schakelen tussen actieve apps.
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Geef actieve apps weer en veeg het pictogram van de gewenste app van de linkerrand naar het midden van het scherm. Zie Actieve apps bekijken voor informatie over het weergeven van actieve apps.
Bediening van de muis/touchpad
Geef actieve apps weer en sleep het pictogram van de gewenste app van de linkerrand naar het midden van het scherm. Zie Actieve apps bekijken voor informatie over het weergeven van actieve apps.
Actieve apps bekijken
U kunt actieve apps bekijken door de lijst in het Start-scherm weer te geven. Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor meer informatie.
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Veeg vanaf de linkerrand richting het midden van het scherm totdat een klein app-pictogram wordt weergegeven en sleep het pictogram vervolgens naar de linkerrand.
Bediening van de muis/touchpad
Wijs naar de linkerbovenhoek () en beweeg dan omlaag (
).
Met het toetsenbord
Druk tegelijkertijd op de toetsen(Windows) en Tab.
Apps sluiten
Volg de onderstaande instructies om actieve apps te sluiten.
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
-
Als een app is geopend, wijst u naar het midden van de bovenrand van het scherm.
-
Sleep de app vervolgens naar de onderrand van het scherm totdat de app van het scherm verdwijnt.
Bediening van de muis/touchpad
-
Plaats de aanwijzer in een geopende app in het midden van de bovenrand van het scherm totdat deze in een handje verandert.
-
Sleep de app vervolgens naar de onderrand van het scherm totdat de app van het scherm verdwijnt.
Met het toetsenbord
Druk tegelijkertijd op de toetsen Alt en F4.
Apps starten
U kunt als volgt apps starten.
- Open het Start-scherm of het Apps-scherm. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor het openen van het Start-scherm of De lijst met apps openen voor het openen van het Apps-scherm.)
- Selecteer de gewenste app.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
-
U kunt apps zoeken in het zoekvak in de hoek rechtsboven van het Apps-scherm. Wanneer u veel apps hebt geïnstalleerd, is het handig om te zoeken vanuit het zoekvak.
Apps installeren van Windows Store
U kunt apps installeren van Windows Store.
U heeft een Microsoft-account nodig voor het gebruik van bepaalde apps of services, waaronder Windows Store.
Voor informatie over het maken en gebruiken van een Microsoft-account raadpleegt u Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen).
- Maak verbinding met internet.
Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor informatie over verbinding maken met internet.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Ga naar de app die u wilt installeren.
- Volg de instructies op het scherm om de app te installeren.
Als de installatie is voltooid, verschijnt het app-pictogram op het Apps-scherm. Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
Het app-menu openen
Veel toepassingen hebben toepassingsmenu's waarmee u uw toepassingen kunt beheren. Volg de onderstaande instructies om het toepassingsmenu te openen.
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Veeg omhoog vanaf de onderrand van het beeldscherm.
Bediening van de muis/touchpad
Klik, wanneer een app geopend is, met de rechtermuis ergens op het scherm. Klik op een touchpad in de hoek rechtsonder.
Met het toetsenbord
Druk tegelijkertijd op de toetsen(Windows) en Z.
Hint
-
Open het toepassingsmenu wanneer de toepassing wordt weergegeven op het computerscherm.
-
Toepassingsopdrachten zijn afhankelijk van de toepassing die op het computerscherm wordt weergegeven.
Windows Help en ondersteuning openen
U kunt Windows Help en ondersteuning als volgt openen.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en ondersteuning.
Help en tips starten
U kunt Help en tips starten met uitleg over basishandelingen in Windows 8.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en tips.
Configuratiescherm openen
U kunt Configuratiescherm als volgt openen.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Configuratiescherm.
De charms openen
U kunt de charms openen om te zoeken naar toepassingen en bestanden, media te delen, media af te spelen op andere apparaten of ze af te drukken en uw VAIO-computer in te stellen.
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Veeg vanaf de rechterrand richting het midden van het beeldscherm.
Bediening van de muis/touchpad
Wijs naar de rechterbovenhoek () en beweeg dan omlaag (
).
Met een touchpad kunt u ook vanaf de rechterrand naar binnen vegen.
Met het toetsenbord
Druk tegelijkertijd op de toetsen(Windows) en C.
Het Bureaublad weergeven
U kunt het bureaublad weergeven door een tegel te selecteren, net als een app. Volg de onderstaande instructies om het bureaublad weer te geven.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Bureaublad. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
Inhoud zoeken
Met de charmZoeken kunt u bestanden, instellingen en webinhoud zoeken.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
- Geef een trefwoord (bijv. Windows) op in het zoekvak.
- Selecteer het gewenste pictogram of bestand in de zoekresultaten.
Hint
-
U kunt het zoekdoel selecteren om de zoekresultaten te beperken.
De lijst met apps openen
U kunt de lijst met geïnstalleerde apps openen (het Apps-scherm) op uw VAIO-computer.
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Veeg omhoog op het Start-scherm.
Bediening van de muis/touchpad
Klik op het pictogramlinksonder op het Start-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
-
U kunt apps zoeken in het zoekvak in de hoek rechtsboven van het Apps-scherm. Wanneer u veel apps hebt geïnstalleerd, is het handig om te zoeken vanuit het zoekvak.
Het Start-scherm en het Start-menu
U kunt snelkoppelingen naar apps, het bureaublad en veelgebruikte websites toevoegen.
Overzicht
-
Tegels
Selecteer een tegel om een app te starten en pas het Start-scherm aan door tegels toe te voegen en te schikken.
-
Charms
Zoek naar apps en bestanden, deel media, speel media af op andere apparaten of druk ze af en stel uw VAIO-computer in.
Het scherm Start openen
Met aanraking (modellen met aanraakscherm)
Open de charms en tik vervolgens op de charmStart. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
Bediening van de muis/touchpad
Open de charms en klik op vervolgens op de charmStart. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
Met het toetsenbord
Druk op de toets(Windows).
Hint
-
Op het bureaublad kunt u het venster Start openen door
(Start) te selecteren in de hoek linksonder.
Slaapstand gebruiken
In slaapstand kunt u uw VAIO-computer alleen laten; de computer blijft in dezelfde staat, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
De slaapstand activeren
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Selecteer
Aan/Uit en Slaapstand.
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat dit uit wanneer de computer in slaapstand gaat (met de standaardinstellingen).
Terugkeren naar de normale stand
-
Druk op de knop
(Aan/Uit).
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
-
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in de sluimerstand wanneer de batterijset leeg raakt. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden schakelt de computer mogelijk niet over naar de sluimerstand.
Als dit gebeurt en de batterijset leeg raakt, wordt de computer uitgeschakeld en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
-
Zorg ervoor dat de computer uit staat voordat u uw VAIO-computer verplaatst om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt door stoten of trillingen. Als de computer een stroomlampje heeft, zorg er dan voor dat dit helemaal uit is.
Hint
-
Standaard gaat uw VAIO-computer over in de slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit wanneer de computer op netstroom actief is.
-
De onderstaande bewerkingen zetten uw VAIO-computer ook in de slaapstand.
-
Druk op de knop
(Aan/Uit) (met de standaardinstellingen).
-
Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
Na het wijzigen van instellingen of het installeren van toepassingen op uw VAIO-computer moet u de computer soms opnieuw opstarten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Opnieuw opstarten.
Uw VAIO-computer wordt opnieuw opgestart.
De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit.
In slaapstand behoudt de computer zijn huidige status, inclusief gegevens waar u mee aan het werken bent.
Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie over de slaapstand.
Wanneer u uw VAIO-computer enige tijd niet gebruikt
Om geen niet-opgeslagen gegevens kwijt te raken, volgt u de volgende stappen om uw VAIO-computer uit te zetten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Schakel alle op uw VAIO-computer aangesloten randapparaten uit.
- Open de charms en selecteer vervolgens de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Afsluiten.
Na een korte tijd schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Als uw computer een stroomlampje heeft, gaat het groene stroomlampje uit.
Opmerking
-
Als de computer niet netjes wordt afgesloten, kunnen er niet-opgeslagen gegevens verloren gaan of kan uw VAIO-computer defect raken.
-
Om uw VAIO-computer helemaal van de stroomvoorziening los te koppelen, zet u de computer uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Hint
-
Als u Afsluiten selecteert terwijl u in stap 4 Shift ingedrukt houdt, kunt u uw VAIO-computer in de minimale energieverbruiksstand plaatsen (ACPI S5-stand). In dat geval wordt de snelle opstartfunctie tijdelijk uitgeschakeld bij de volgende keer opstarten.
Schakelen tussen gebruikersaccounts
U kunt als volgt schakelen naar een ander gebruikersaccount.
- Ga naar het scherm Start en selecteer een accountnaam in de rechterbovenhoek van het computerscherm. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Selecteer de gewenste accountnaam.
Hint
-
Om een nieuwe gebruikersnaam te maken, moet u zijn aangemeld met beheerdersrechten. Open vervolgens de charms en selecteer de charm
Instellingen. Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek en selecteer Accounts en Andere accounts in het linkerdeelvenster.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Apps installeren van Windows Store
U kunt apps installeren van Windows Store.
U heeft een Microsoft-account nodig voor het gebruik van bepaalde apps of services, waaronder Windows Store.
Voor informatie over het maken en gebruiken van een Microsoft-account raadpleegt u Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen).
- Maak verbinding met internet.
Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor informatie over verbinding maken met internet.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Ga naar de app die u wilt installeren.
- Volg de instructies op het scherm om de app te installeren.
Als de installatie is voltooid, verschijnt het app-pictogram op het Apps-scherm. Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
Windows Help en ondersteuning openen
U kunt Windows Help en ondersteuning als volgt openen.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en ondersteuning.
Help en tips starten
U kunt Help en tips starten met uitleg over basishandelingen in Windows 8.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en tips.
Onderdelen en besturingselementen aan de achterzijde
Beschrijving van de voorzieningen aan de achterkant van de VAIO-computer, zoals verbindingspoorten.
Modellen zonder draadloos WAN
Modellen met draadloos WAN
-
Knop ASSIST (Over de knop ASSIST)
-
Aanraakmarkering (Het gebruik van NFC/One-touch-functies (modellen met NFC))
-
Ingebouwde camera achter (De ingebouwde camera gebruiken)
-
Luchtinlaatopening
-
Lampje voor ingebouwde camera achter (De ingebouwde camera gebruiken)
-
Een gat voor de penhaak (De penhaak gebruiken (modellen met Digitaliseerstylus))
-
Ingebouwde luidsprekers (stereo)
-
Standaard (De standaard openen, De standaard inschuiven, De hoek van de standaard aanpassen)
Opmerking
-
Het achterste stuk bij de bovenkant bij de luchtuitlaat kan heet worden tijdens gebruik. Wees voorzichtig bij het aanraken ervan.
-
Plaats uw VAIO-computer niet op een plek waar de ventilatieopening van de luchtinvoer en die van de luchtafvoer geblokkeerd kunnen worden.
-
Draag uw VAIO-computer niet aan de standaard, maar houd de computer vast aan de zijkanten.
Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde
Beschrijving van de voorzieningen aan de voorzijde van de VAIO-computer, zoals knoppen en lampjes.
-
Ventilatieopening
-
Infraroodpoort (Uw VAIO-computer als afstandsbediening (VAIO afstandsbediening) gebruiken)
-
Ingebouwde dubbele microfoons (De ingebouwde camera gebruiken)
-
Knop Batterij uit
-
microSD-geheugenkaartsleuf (Plaatsen van microSD-geheugenkaarten)
-
Micro-SIM-kaartsleuf (modellen met draadloos WAN) (Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN))
-
Oplaadlampje (Statusoverzicht van batterijlampje)
-
Sensor voor omgevingslicht (De helderheid van het lcd-scherm automatisch wijzigen)
-
Lampje voor ingebouwde camera voor (De ingebouwde camera gebruiken)
-
Ingebouwde camera voor (De ingebouwde camera gebruiken)
-
Aanraakscherm (Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm))
-
Knop Windows (Het Start-scherm en het Start-menu)
-
Oplaadpoort voor toetsenbord (Het toetsenbord opladen)
Opmerking
-
De ventilatieopening van de luchtafvoer kan tijdens gebruik heet worden. Wees voorzichtig bij het aanraken ervan.
-
Wanneer u uw VAIO-computer gebruikt, koppel hem dan aan het toetsenbord om te voorkomen dat het aanraakscherm vuil wordt of beschadigd raakt. Zie Het toetsenbord opladen voor informatie over hoe u uw VAIO-computer koppelt aan het toetsenbord.
Opmerkingen over het lcd-scherm
Het lcd-scherm is gemaakt met technologie voor hoge precisie. Het is echter mogelijk dat voortdurend heel kleine zwarte en/of heldere puntjes (rood, blauw of groen) verschijnen op het lcd-scherm. De verhouding defecte pixels ten opzichte van alle pixels van het lcd-scherm is minder dan 0,0006%. Afhankelijk van de kijkhoek kunnen er ook ongelijke strepen van veranderingen in kleur en lichtintensiteit optreden. Dit is de normale werking van het lcd-scherm en duidt niet op een defect. Merk op dat retourzendingen en vervangingen niet worden geaccepteerd.
Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten
Beschrijving van de voorzieningen aan de zijkanten van de VAIO-computer, zoals verbindingspoorten.
-
USB-poort (Een USB-apparaat aansluiten)
Deze USB-poort ondersteunt opladen via USB. Zie Een USB-apparaat opladen voor meer informatie.
-
HDMI-uitgang (micro) (Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten)
-
DC IN-poort (Een stroombron aansluiten)
-
Headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting (Externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aansluiten)
-
Aan-uitlampje (Uw VAIO-computer aanzetten)
-
Aan-uitknop (Uw VAIO-computer aanzetten)
-
Knoppen VOL (volume)
Onderdelen en knoppen van het toetsenbord
Beschrijft de kenmerken van het toetsenbord, zoals de toetsen, knoppen en indicatielampjes.
-
Toets Caps Lock
-
Toets Esc
-
Functietoetsen (Combinaties en functies met de toets Fn)
-
Caps lock-lampje
-
Batterijlampje voor toetsenbord (Het toetsenbord opladen)
-
Aan-uit-touchpadschakelaar voor toetsenbord (Het toetsenbord gebruiken)
-
Oplaadpoort voor toetsenbord (op toetsenbord) (Het toetsenbord opladen)
-
Toets Delete
-
Toets Backspace
-
Toets Insert
-
Toets Pause / Break
-
Toets Prt Sc
-
Toets Shift
-
Toets Ctrl
-
Oplaadlampje voor toetsenbord (Het toetsenbord opladen)
-
Toets Fn (Combinaties en functies met de toets Fn)
-
Toets
(Windows) (Het Start-scherm en het Start-menu)
-
Toets Alt
-
Touchpad (Het touchpad gebruiken)
-
Spatiebalk
-
Applicatietoets
-
Pijltjestoetsen
Opmerking
-
Het toetsenbord heeft magneten om aan uw VAIO-computer te koppelen. Plaats geen creditkaarten enz. die gevoelig zijn voor magnetisme in de buurt van de computer, m.n. bij de voor- en achterkant van het toetsenbord. Anders kunnen de gegevens beschadigd raken.
Hint
-
Er is een verhoogde stip op de toetsen F en J.
-
Na enige tijd gaat het toetsenbord in energiebesparingstand en het
Caps Lock-lampje gaat uit.
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over de sneltoetsen van het toetsenbord.
De hoek van de standaard aanpassen
Kies in welke hoek u uw VAIO-computer wilt instellen.
- Houd het scherm zoals weergegeven in de afbeelding en open dan de standaard.
De hoek van uw VAIO-computer kan worden aangepast van 115 tot 130 graden.
Opmerking
-
Open de standaard niet met kracht om hem niet te beschadigen.
De standaard inschuiven
Sluit de standaard wanneer u hem niet gebruikt.
- Houd uw VAIO-computer ondersteboven en sluit de standaard zoals weergegeven in de afbeelding.
De standaard openen
Breng de standaard in positie voordat u uw computer gebruikt.
- Houd uw VAIO-computer ondersteboven en open de standaard zoals weergegeven in de afbeelding.
Opmerking
-
Open de standaard niet met kracht om hem niet te beschadigen.
Meegeleverde items controleren
Controleer voor gebruik alle items die bij het product zijn geleverd.
Draadloos toetsenbord
Netadapter
Netsnoer
Digitaliseerstylus
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Penhaak
Draadloze router
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
VGA-adapter (met Conversiestekker)
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Hint
-
Er zijn geen herstelmedia inbegrepen omdat uw VAIO-computer hersteld kan worden vanaf de gegevens op de interne vaste schijf of de SSD. Zie Herstel vanaf het herstelgebied voor meer informatie.
Een geschikte werkomgeving inrichten
In dit onderwerp wordt beschreven waar u uw VAIO-computer wel en niet moet plaatsen en worden ergonomische instructies gegeven.
Waar moet u uw VAIO-computer plaatsen
Let bij het plaatsen van uw VAIO-computer op de volgende punten:
-
Eenvoudig toegang tot een voedingsbron en vereiste poorten.
-
Laat voldoende ruimte vrij rond de computer.
-
Plaats de computer op een vlak oppervlak dat breed genoeg is en waar u zicht hebt op het computerscherm terwijl u werkt.
-
U kunt de computer voor u plaatsen als u rechtop kunt zitten en uw onderarmen parallel aan de vloer kunt houden.
Waar moet u uw VAIO-computer niet plaatsen
Het plaatsen van uw VAIO-computer op een ongeschikte locatie kan leiden tot schade of een storing. Plaats de computer niet op een locatie die blootstaat aan:
-
Direct zonlicht
-
Magnetische voorwerpen of bronnen van magnetisme
-
Warmtebronnen, zoals centrale verwarming
-
Veel stof
-
Hoge vochtigheid
-
Slechte ventilatie
Opmerking
-
Het gedeelte rondom de luchtafvoer kan extreem warm worden wanneer uw VAIO-computer aan staat. Raak dit gebied niet aan.
-
Plaats geen voorwerpen nabij de luchtuitlaat die de opening kunnen blokkeren.
Hint
-
Uw VAIO-computer maakt gebruik van hoogfrequente radiosignalen en kan tot storingen leiden van radio- of tv-ontvangst. Als dit gebeurt, verplaatst u de computer naar een locatie op voldoende afstand van de radio of tv.
Ergonomische overwegingen
Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen.
Meubilair en houding
Gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit.
Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
Kijkhoek ten opzichte van het scherm
Kantel het scherm om de beste stand te vinden. Plaats het computerscherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor uw VAIO-computer zit. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in.
U kunt uw ogen en spieren minder belasten door het computerscherm te kantelen en de helderheid ervan aan te passen tot u de juiste instelling hebt gevonden.
Verlichting
Zorg dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het computerscherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.
Opmerking
-
Oefen geen overmatige druk uit op uw VAIO-computer bij het afstellen van de kijkhoek om de kans op schade uit te sluiten.
Hint
-
Dezelfde overwegingen zijn van toepassing als u een externe monitor gebruikt.
Opmerkingen over het omgaan met uw VAIO-computer
Lees het volgende aandachtig om storingen en schade aan uw VAIO-computer te voorkomen.
-
Plaats uw VAIO-computer voorzichtig op een vlakke ondergrond om de kans op een mechanische schok uit te sluiten.
-
Zorg dat u uw VAIO-computer uitzet voordat u deze verplaatst. Het verplaatsen van de computer als deze is ingeschakeld, kan een storing van de vaste schijf veroorzaken. Koppel alle kabels los voordat u de computer verplaatst.
-
Laat uw VAIO-computer niet vallen en er niets tegenaan botsen. Zelfs een kleine schok of trilling kan een storing van de vaste schijf veroorzaken.
-
Plaats uw VAIO-computer niet in een onstabiele positie.
De batterijset opladen
Als de computer is aangesloten op een voedingsbron, wordt de batterijset wordt ook opgeladen terwijl u uw VAIO-computer gebruikt. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
- Sluit uw VAIO-computer aan op een stopcontact. (Zie Een stroombron aansluiten.)
Hint
-
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Merk op dat bij een lage omgevingstemperatuur het opladen van de batterijset langer duurt.
-
Ga naar het bureaublad en selecteer het batterijpictogram in het systeembak, bijvoorbeeld
(op batterij) of
(op netstroom), om de status van de ingebouwde batterij van uw VAIO-computer te controleren. Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Uw VAIO-computer aanzetten
Uw VAIO-computer inschakelen om Windows te starten.
Lees de voorzorgsmaatregelen in Opmerkingen over het gebruik van de stroombron zorgvuldig voordat u uw computer inschakelt.
- Sluit uw VAIO-computer aan op een stopcontact. (Zie Een stroombron aansluiten.)
- Druk op de knop
(Aan/Uit).
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat het groen branden.
Uw computer is ingeschakeld en Windows wordt opgestart.
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt uw VAIO-computer niet ingeschakeld.
-
Raak het aanraakscherm tijdens het opstarten van uw VAIO-computer niet aan omdat hierdoor een storing in uw computer kan optreden. (modellen met aanraakscherm)
Hint
-
Uw VAIO-computer gaat standaard in de slaapstand als deze op een stopcontact is aangesloten en bepaalde tijd niet gebruikt wordt. Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie.
Een stroombron aansluiten
Uw VAIO-computer aansluiten op een netspanningsbron.
Lees de voorzorgsmaatregelen in Opmerkingen over het gebruik van de stroombron zorgvuldig voordat u uw computer aansluit.
- Steek het ene uiteinde van het netsnoer (
) in de netadapter (
).
- Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (
).
- Sluit de kabel van de netadapter (
) aan op de DC IN-poort (
) van uw VAIO-computer.
Opmerking
-
Sluit niet meer dan één apparaat aan op een stopcontact.
-
De vorm van de netadapter kan variëren afhankelijk van uw model.
-
Zorg ervoor dat de stroomstekker goed in de aansluiting van uw VAIO-computer zit.
Hint
-
U kunt een stekkerdoos met stroomstootbescherming kopen om te voorkomen dat uw VAIO-computer beschadigd kan raken door plotselinge stroomstoten (bijv. in een elektrische storm).
De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit.
In slaapstand behoudt de computer zijn huidige status, inclusief gegevens waar u mee aan het werken bent.
Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie over de slaapstand.
Wanneer u uw VAIO-computer enige tijd niet gebruikt
Om geen niet-opgeslagen gegevens kwijt te raken, volgt u de volgende stappen om uw VAIO-computer uit te zetten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Schakel alle op uw VAIO-computer aangesloten randapparaten uit.
- Open de charms en selecteer vervolgens de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Afsluiten.
Na een korte tijd schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Als uw computer een stroomlampje heeft, gaat het groene stroomlampje uit.
Opmerking
-
Als de computer niet netjes wordt afgesloten, kunnen er niet-opgeslagen gegevens verloren gaan of kan uw VAIO-computer defect raken.
-
Om uw VAIO-computer helemaal van de stroomvoorziening los te koppelen, zet u de computer uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Hint
-
Als u Afsluiten selecteert terwijl u in stap 4 Shift ingedrukt houdt, kunt u uw VAIO-computer in de minimale energieverbruiksstand plaatsen (ACPI S5-stand). In dat geval wordt de snelle opstartfunctie tijdelijk uitgeschakeld bij de volgende keer opstarten.
Opmerkingen over het gebruik van de batterij
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de batterijset gebruikt.
De batterij
-
De batterijset die is ingebouwd in uw VAIO-computer kan niet worden verwijderd.
-
Vanwege de veiligheid kan het opladen worden onderbroken bij hogere of lagere temperaturen.
-
De batterij is niet volledig opgeladen op het moment van levering.
-
Er wordt hitte gecumuleerd in de batterij terwijl deze wordt gebruikt of opgeladen. Dit is normaal en is geen reden tot bezorgdheid.
Ontlading van de batterij
Nadat de batterijset is geladen, raakt de batterijset geleidelijk aan leeg, zelfs wanneer u deze niet gebruikt. Als de batterijset langere tijd niet is gebruikt, is het mogelijk dat de batterijset is ontladen. Het wordt aanbevolen de batterijset opnieuw te laden voor gebruik.
Levensduur van de batterij
De levensduur van de batterij kan variëren afhankelijk van gebruik en instellingen.
Verslechtering en vervanging van de batterij
-
De batterijset is een verbruiksartikel. De capaciteit neemt geleidelijk af door het steeds weer opladen en ontladen en afhankelijk van de omgevingstemperatuur tijdens gebruik en opslag. Dit heeft tot gevolg dat de gebruiksduur van de batterijset korter wordt, zelfs als hij volledig is opgeladen. Dit betekent dat de batterijset het einde van de gebruiksduur heeft bereikt.
-
Als de batterij snel leeg raakt of als de batterij waarschijnlijk het einde van de gebruiksduur heeft bereikt, vervangt u de batterij door een nieuwe.
Neem contact op met een service/supportcentrum van Sony en laat de batterijset vervangen door een nieuwe, zoals opgegeven door Sony.
Als de batterij bijna leeg is
Als de batterij leeg raakt en uw VAIO-computer is niet aangesloten op netstroom, is er geen voeding meer en gaan de gegevens waaraan u werkt, verloren.
Als uw VAIO-computer op batterijstroom werkt, is het aan te raden om uw gegevens regelmatig op te slaan.
De batterijset opladen
Als de computer is aangesloten op een voedingsbron, wordt de batterijset wordt ook opgeladen terwijl u uw VAIO-computer gebruikt. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
- Sluit uw VAIO-computer aan op een stopcontact. (Zie Een stroombron aansluiten.)
Hint
-
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Merk op dat bij een lage omgevingstemperatuur het opladen van de batterijset langer duurt.
-
Ga naar het bureaublad en selecteer het batterijpictogram in het systeembak, bijvoorbeeld
(op batterij) of
(op netstroom), om de status van de ingebouwde batterij van uw VAIO-computer te controleren. Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Het toetsenbord opladen
U kunt het toetsenbord opladen door het aan uw VAIO-computer te koppelen.
- Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond.
- Zoek de oplaadpoort (
) op het toetsenbord en de oplaadpoort (
) op uw VAIO-computer en breng de bovenrand van het toetsenbord samen met de onderrand van de computer.
- Controleer de positie (
) van de oplaadpoorten en beweeg het toetsenbord in de richting van de pijl om het toetsenbord vast te maken aan uw VAIO-computer.
Het oplaadlampje op de onderkant van het toetsenbord gaat branden en het opladen start wanneer beide poorten correct zijn verbonden. (Het oplaadlampje gaat uit wanneer het opladen is voltooid.)
Opmerking
-
Om te voorkomen dat u uw VAIO-computer en het toetsenbord laat vallen, houdt u zowel de computer als het toetsenbord vast wanneer u het toetsenbord losmaakt van de computer.
-
Wanneer de batterijlading van uw VAIO-computer minder dan 10% is, kunt u het toetsenbord niet opladen.
-
Raak de oplaadport op het toetsenbord niet aan om de oplaadpoort te beschermen tegen vuil.
-
Laat het toetsenbord niet op wanneer er een schermbeveiliging op het aanraakscherm zit of als er een schoonmaakdoekje tussen uw VAIO-computer en het toetsenbord zit. Anders kan de verbinding tussen computer en toetsenbord niet tot stand komen en wordt het toetsenbord niet opgeladen.
Hint
-
Het oplaadlampje op de onderkant van het toetsenbord brandt terwijl het toetsenbord wordt opgeladen. Het oplaadlampje schakelt uit wanneer het opladen is voltooid.
-
Wanneer de batterij bijna leeg is, knippert het batterijlampje 30 seconden lang.
-
Zelfs wanneer uw VAIO-computer niet is aangesloten op het lichtnet, kunt u het toetsenbord opladen.
Het toetsenbord gebruiken
Zet de aan-uit-touchpadschakelaar op het toetsenbord aan om het in te schakelen en de touchpadfunctie in en uit te schakelen.
Status van de schakelaar en functies
-
OFF
Draadloos toetsenbord OFF / touchpadfunctie OFF
-
ON
Draadloos toetsenbord ON / touchpadfunctie ON
-
Draadloos toetsenbord ON / touchpadfunctie OFF
Opmerking
-
Het toetsenbord heeft magneten om aan uw VAIO-computer te koppelen. Plaats geen creditkaarten enz. die gevoelig zijn voor magnetisme in de buurt van de computer, m.n. bij de voor- en achterkant van het toetsenbord. Anders kunnen de gegevens beschadigd raken.
Hint
-
Wanneer u het draadloze toetsenbord niet kunt inschakelen met de aan-uit-touchpadschakelaar voor het toetsenbord, volg dan onderstaande stappen om de instellingen te controleren.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder, selecteer dan Netwerk en Vliegtuigstand in het linkerdeelvenster van het venster Pc-instellingen.
Controleer of Vliegtuigstand is ingesteld op uitgeschakeld en Keyboard Receiver onder Draadloze apparaten is ingesteld op Aan.
De gebruiksomstandigheden van het toetsenbord
In dit gedeelte leest u hoe u het toetsenbord kunt gebruiken.
U kunt het beste het toetsenbord binnen 50 cm van uw VAIO-computer gebruiken.
Opmerking
-
Het toetsenbord heeft magneten om aan uw VAIO-computer te koppelen. Plaats geen creditkaarten e.d. die gevoelig zijn voor magnetisme in de buurt van de computer, m.n. bij de voor- en achterkant van het toetsenbord. Anders kunnen de gegevens beschadigd raken.
-
Laat geen water in het toetsenbord komen, omdat dit tot storingen kan leiden.
-
Afhankelijk van de gebruiksomgeving, kan het communicatiebereik tussen het toetsenbord en uw computer kleiner zijn. In dat geval plaatst u het toetsenbord en de computer dichterbij elkaar.
Meegeleverde items controleren
Controleer voor gebruik alle items die bij het product zijn geleverd.
Draadloos toetsenbord
Netadapter
Netsnoer
Digitaliseerstylus
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Penhaak
Draadloze router
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
VGA-adapter (met Conversiestekker)
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Hint
-
Er zijn geen herstelmedia inbegrepen omdat uw VAIO-computer hersteld kan worden vanaf de gegevens op de interne vaste schijf of de SSD. Zie Herstel vanaf het herstelgebied voor meer informatie.
De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit.
In slaapstand behoudt de computer zijn huidige status, inclusief gegevens waar u mee aan het werken bent.
Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie over de slaapstand.
Wanneer u uw VAIO-computer enige tijd niet gebruikt
Om geen niet-opgeslagen gegevens kwijt te raken, volgt u de volgende stappen om uw VAIO-computer uit te zetten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Schakel alle op uw VAIO-computer aangesloten randapparaten uit.
- Open de charms en selecteer vervolgens de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Afsluiten.
Na een korte tijd schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Als uw computer een stroomlampje heeft, gaat het groene stroomlampje uit.
Opmerking
-
Als de computer niet netjes wordt afgesloten, kunnen er niet-opgeslagen gegevens verloren gaan of kan uw VAIO-computer defect raken.
-
Om uw VAIO-computer helemaal van de stroomvoorziening los te koppelen, zet u de computer uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Hint
-
Als u Afsluiten selecteert terwijl u in stap 4 Shift ingedrukt houdt, kunt u uw VAIO-computer in de minimale energieverbruiksstand plaatsen (ACPI S5-stand). In dat geval wordt de snelle opstartfunctie tijdelijk uitgeschakeld bij de volgende keer opstarten.
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
U kunt de Wi-Fi-communicatie als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinding verbreken.
Opmerking
-
Als u de Wi-Fi-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de Wi-Fi-functie gebruikt.
-
In sommige landen of regio's kan lokale regelgeving beperkingen opleggen aan producten voor Wi-Fi.
-
Wi-Fi-apparaten werken met de 2,4 GHz-band die door verschillende apparaten wordt gebruikt. Ze maken gebruik van technologie om radio-interferentie van andere apparaten die dezelfde golfband gebruiken tot een minimum te beperken. Dergelijke radio-interferentie kan echter toch nog leiden tot lagere communicatiesnelheden en een kleiner communicatiebereik of storing in de communicatie.
-
Als de functies BLUETOOTH en 2,4 GHz Wi-Fi van uw VAIO-computer zijn ingeschakeld, kan er storing optreden en tot lagere communicatiesnelheden en/of andere problemen leiden.
-
Voor communicatie via Wi-Fi terwijl u onderweg bent, moet u mogelijk een contract afsluiten met een Wi-Fi-aanbieder.
-
De communicatiesnelheid en het bereik variëren afhankelijk van de volgende omstandigheden:
-
De afstand tussen de apparaten
-
De aanwezigheid van obstakels tussen de apparaten
-
De configuratie van de apparaten
-
Zendcondities
-
De onmiddellijke omgeving (inclusief bouwmateriaal enz.)
-
Actieve toepassingen
Afhankelijk van de zendcondities kan de communicatie worden afgesneden.
-
-
De gegevensoverdrachtsnelheid die wordt opgegeven in de specificatie, is de theoretische maximumwaarde. De werkelijke gegevensoverdrachtsnelheid kan hiervan afwijken.
-
De feitelijke snelheid van de communicatie is wellicht niet net zo snel als de snelheid die uw VAIO-computer aangeeft.
-
De Wi-Fi-frequentiebanden 2,4 GHz en 5 GHz kunnen niet met elkaar communiceren.
-
De gegevensoverdrachtsnelheid van IEEE 802.11g en IEEE 802.11n (2,4 GHz) kan worden beïnvloed door interferentie als deze worden gebruikt met een IEEE 802.11b-product. IEEE 802.11g en IEEE 802.11n verlagen bovendien automatisch de overdrachtssnelheid om de compatibiliteit met een IEEE 802.11b-product te handhaven. Hogere snelheden kunnen mogelijk worden bereikt door de kanaalinstellingen van uw toegangspunt te wijzigen.
-
Wilt u de Wi-Fi-functie onmiddellijk uitschakelen, zet dan uw VAIO-computer en eventuele draadloze apparaten uit.
-
De norm voor draadloos LAN omvat de volgende coderingssystemen: Wired Equivalent Privacy (WEP), een beveiligingsprotocol, Wi-Fi Protected Access 2 (WPA2) en Wi-Fi Protected Access (WPA). WPA2 en WPA zijn ontstaan uit een gezamenlijk voorstel van de IEEE en de Wi-Fi Alliance. Beide zijn specificaties van normen gebaseerd op onderling uitwisselbare verbeteringen in de beveiliging waardoor de bescherming van de gegevens en de toegangscontrole van de bestaande Wi-Fi-netwerken worden verbeterd. WPA is ontwikkeld om voorwaarts compatibel te zijn met de specificatie IEEE 802.11i. Het maakt gebruik van het verbeterde gegevenscodeersysteem Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) naast de gebruikersidentificatie met behulp van 802.1X en het Extensible Authentication Protocol (EAP). De kwetsbare draadloze verbinding tussen de clients en de toegangspunten wordt beveiligd door middel van codering. Daarnaast zijn er een aantal speciaal voor LAN's ontwikkelde beveiligingsmechanismen voor het beschermen van de privacy zoals: wachtwoordbeveiliging, end-to-end-codering, VPN's (virtuele particulier netwerken) en verificatie. WPA2, de tweede generatie van WPA, biedt betere gegevensbeveiliging en netwerktoegangscontrole en is ook ontworpen om alle 802.11-apparaten te beveiligen, ongeacht de versie (802.11b, 802.11a, 802.11g, 802.11n en 802.11ac (concept), multi-band en multi-mode). Bovendien biedt WPA2 op basis van de geratificeerde norm IEEE 802.11i beveiliging van overheidsniveau door toepassing van de AES-coderingsalgoritme die voldoet aan NIST (National Institute of Standards and Technology) FIPS 140-2, en op 802.1X-gebaseerde verificatie. WPA2 is achterwaarts compatibel met WPA.
De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
Met Wi-Fi kan uw VAIO-computer draadloos verbinding maken met een netwerk.
Wi-Fi maakt gebruik van de volgende IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept), die de specificaties voor het gebruikte technologietype bevat. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van de computer.
IEEE 802.11a (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
IEEE 802.11b/g (frequentieband: 2,4 GHz)
De IEEE 802.11g-standaard biedt snellere gegevensoverdracht dan IEEE 802.11b.
IEEE 802.11n (frequentieband: 2,4 GHz/5 GHz)
Op modellen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g/n-standaard, kan alleen de 2,4 GHz-band worden gebruikt.
IEEE 802.11ac (concept) (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart plaatst.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open de klep en zoek de micro-SIM-kaartsleuf. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Verwijder de micro-SIM-kaart door hem uit de houderplaat te drukken.
-
Plaats de micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaartsleuf met de printplaat omlaag.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart insteekt of verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
Een WAN (Wide Area Network - grootgebiednetwerk) is een veel gebruikt communicatienetwerk waarmee lokale computernetwerken op afstand met elkaar verbonden kunnen worden. Vaak is het beschikbaar met communicatiefaciliteiten die door netwerkbedrijven zoals telecomaanbieders worden aangeboden.
Met het draadloze WAN (WWAN) kunt u met uw VAIO-computer verbinding maken met het internet over een draadloos netwerk wanneer u mobiel bereik hebt.
Afhankelijk van uw land en het model kan het nodig zijn om een micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf op de computer te steken om de draadloze WAN-functie te kunnen gebruiken.
Opmerking
-
Het draadloze WAN is misschien niet beschikbaar in bepaalde landen en regio's.
-
Voor het gebruik van bepaalde functies en toepassingen kan toegang tot het internet met de draadloze WAN-functie vereist zijn. Het uitwisselen van gegevens kan geld kosten wanneer uw VAIO-computer op het internet is aangesloten. Neem contact op met de aanbieder van de draadloze dienst voor meer informatie.
Hint
-
Afhankelijk van uw land en model kan het zijn dat u een aanbod krijgt van het netwerkbedrijf dat is geselecteerd op de VAIO. In dat geval zit de micro-SIM-kaart in het SIM-pakket van het netwerkbedrijf in de kartonnen doos of zit hij al in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf. Als er geen micro-SIM-kaart bij uw VAIO-computer zit, kunt u er een kopen bij het netwerkbedrijf van uw voorkeur.
Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart verwijdert.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open het klepje. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Duw de micro-SIM-kaart naar binnen en laat hem los.
- Trek de micro-SIM-kaart uit de sleuf.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Internetverbindingsservices
De volgende soorten internetverbindingsservices zijn beschikbaar.
U kunt de service kiezen die bij uw wensen aansluit, bijvoorbeeld communicatiesnelheid of kosten. Neem contact op met een internetprovider voor gedetailleerde informatie over de verschillende verbindingsservices.
-
FTTH (Fiber to the Home)
-
Kabelmodem
-
DSL (Digital Subscriber Line)
-
Satelliet
-
Inbelverbinding
Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) tot stand brengen met OneClick Internet.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Zorg ervoor dat Vliegtuigstand is ingesteld op uitgeschakeld en wijzig de instelling Mobiel breedband in Aan.
- Start OneClick Internet en selecteer Verbinden. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van OneClick Internet.)
Opmerking
-
Zorg ervoor dat de micro-SIM-kaart correct is geplaatst in de micro-SIM-kaartsleuf van uw VAIO-computer. Anders werkt de draadloze WAN-functie misschien niet.
Zie Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN) voor informatie over het plaatsen van de micro-SIM-kaart.
Hint
-
Voor meer informatie over het gebruik van de draadloze WAN-functie raadpleegt u de aanwijzingen van uw netwerkbedrijf.
Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Mobiel breedband in uitgeschakeld.
Opmerking
-
Als u de draadloze WAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Apps installeren van Windows Store
U kunt apps installeren van Windows Store.
U heeft een Microsoft-account nodig voor het gebruik van bepaalde apps of services, waaronder Windows Store.
Voor informatie over het maken en gebruiken van een Microsoft-account raadpleegt u Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen).
- Maak verbinding met internet.
Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor informatie over verbinding maken met internet.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Ga naar de app die u wilt installeren.
- Volg de instructies op het scherm om de app te installeren.
Als de installatie is voltooid, verschijnt het app-pictogram op het Apps-scherm. Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
U moet eerst de Wi-Fi-communicatie tussen uw VAIO-computer en het toegangspunt (niet meegeleverd) tot stand brengen.
Zorg dat het Wi-Fi-toegangspunt ingeschakeld is en werkt voordat u Wi-Fi gebruikt.
- Verbind een toegangspunt met uw VAIO-computer.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) en de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinden.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt Verbonden in het veld van het geselecteerde toegangspunt.
Als een venster voor invoer van een beveiligingssleutel verschijnt, voert u de beveiligingssleutel in en selecteert u OK. Zie Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN) voor meer informatie.
Houd er rekening mee dat beveiligingssleutels hoofdlettergevoelig zijn.
De status van een Wi-Fi-verbinding controleren
Open het bureaublad en plaats de muisaanwijzer op(het netwerkpictogram) in het systeemvak om de status van de Wi-Fi-verbinding te controleren, bijvoorbeeld het toegangspunt dat is verbonden met uw VAIO-computer.
Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Opmerking
-
Wanneer op modellen die uitgerust zijn met IEEE 802.11a/b/g/n/ac (concept) alleen de functie 2,4 GHz Wi-Fi is ingeschakeld, kan uw VAIO-computer geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi toegangspunt. Als alleen de 5 GHz Wi-Fi-functie is ingeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een 2,4 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
Als op modellen die zijn uitgerust met IEEE 802.11b/g/n, de 2,4 GHz Wi-Fi-functie is uitgeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een toegangspunt. De computer kan dan ook geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
-
Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met een Wi-Fi-toegangspunt en de communicatie via Wi-Fi wordt gestart.
Hint
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
-
Nadat uw VAIO-computer na het invullen van de beveiligingscode verbinding met het toegangspunt heeft gemaakt, wordt het toegangspunt in de computer geregistreerd. De volgende keer dat u verbinding maakt, hoeft u de beveiligingssleutel niet in te voeren.
De antivirusapp voor uw VAIO-computer gebruiken
Bescherm uw VAIO-computer tegen computervirussen door een antivirusapp te gebruiken.
U kunt de antivirusapp actueel houden met de recentste updates door deze updates vanaf de website van de producent te downloaden en te installeren. Als u de antivirusapp wilt bijwerken, kijkt u van welke producent de op uw VAIO-computer geïnstalleerde antivirusapp afkomstig is en voert u de volgende stappen uit.
- Controleer of uw VAIO-computer verbinding heeft met internet.
- Voer één van deze handelingen uit al naargelang het geïnstalleerde antivirusapp.
Voor Trend Micro:
Start Trend Micro Titanium Maximum Security.
Voor McAfee:
Start McAfee LiveSafe - Internet Security, McAfee Internet Security of McAfee Total Protection.
Voor Windows Defender:
Start Windows Defender.
Voor Kaspersky Internet Security:
Start Kaspersky Internet Security.
- Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
-
De feitelijke procedure kan van bovenstaande procedure afwijken, afhankelijk van de versie die op uw VAIO-computer staat. In dat geval volgt u de instructies op het scherm op.
Hint
-
Zie Apps starten voor informatie over het starten van de antivirusapp.
-
Raadpleeg het Help-bestand bij uw app voor meer informatie.
Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
Een beveiligingssleutel biedt een beveiligingsprotocol voor versleuteling van gegevens die worden verzonden via Wi-Fi. De beveiligingssleutel wordt ook wel coderingssleutel of WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) genoemd.
Dankzij de beveiligingssleutel kunnen draadloze apparaten die dezelfde sleutel hebben, zoals een Wi-Fi-toegangspunt en een computer, met elkaar communiceren via Wi-Fi.
De beveiligingssleutel wordt standaard aan elk toegangspunt toegewezen. (Wijzig de standaardbeveiligingssleutel om gegevens te beschermen tegen niet-geautoriseerd gebruik.) Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt als u de standaardbeveiligingssleutel niet kunt vinden.
Als u een foute beveiligingssleutel invoert en uw VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt, volg dan deze stappen om verbinding te maken.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste Wi-Fi-toegangspunt en Verbinden.
De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
U kunt de Wi-Fi-functie als volgt uitschakelen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in uitgeschakeld.
Hint
-
Voor het uitschakelen van alle draadloze functies, zet u Vliegtuigstand uit.
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
Het netwerk (LAN)
Via het netwerk (LAN) kunt u uw VAIO-computer verbinding laten maken met internet en gegevens overdragen tussen de computer en andere apparaten.
U kunt uw VAIO-computer aansluiten op een netwerk via een draadloze verbinding.
Neem voor informatie over randapparatuur die vereist is voor LAN-toegang contact op met uw internetaanbieder of raadpleeg de handleiding bij uw apparaat dat u gebruikt.
Raadpleeg voor informatie over het aansluiten van uw VAIO-computer op het netwerk de instructies van uw internetaanbieder of de handleiding bij het apparaat waarop u uw computer aansluit. Als u meer informatie nodig hebt over de netwerkinstellingen op uw werkplek, vraagt u dit de netwerkbeheerder.
De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
Met Wi-Fi kan uw VAIO-computer draadloos verbinding maken met een netwerk.
Wi-Fi maakt gebruik van de volgende IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept), die de specificaties voor het gebruikte technologietype bevat. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van de computer.
IEEE 802.11a (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
IEEE 802.11b/g (frequentieband: 2,4 GHz)
De IEEE 802.11g-standaard biedt snellere gegevensoverdracht dan IEEE 802.11b.
IEEE 802.11n (frequentieband: 2,4 GHz/5 GHz)
Op modellen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g/n-standaard, kan alleen de 2,4 GHz-band worden gebruikt.
IEEE 802.11ac (concept) (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
Internetverbindingsservices
De volgende soorten internetverbindingsservices zijn beschikbaar.
U kunt de service kiezen die bij uw wensen aansluit, bijvoorbeeld communicatiesnelheid of kosten. Neem contact op met een internetprovider voor gedetailleerde informatie over de verschillende verbindingsservices.
-
FTTH (Fiber to the Home)
-
Kabelmodem
-
DSL (Digital Subscriber Line)
-
Satelliet
-
Inbelverbinding
Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
Een beveiligingssleutel biedt een beveiligingsprotocol voor versleuteling van gegevens die worden verzonden via Wi-Fi. De beveiligingssleutel wordt ook wel coderingssleutel of WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) genoemd.
Dankzij de beveiligingssleutel kunnen draadloze apparaten die dezelfde sleutel hebben, zoals een Wi-Fi-toegangspunt en een computer, met elkaar communiceren via Wi-Fi.
De beveiligingssleutel wordt standaard aan elk toegangspunt toegewezen. (Wijzig de standaardbeveiligingssleutel om gegevens te beschermen tegen niet-geautoriseerd gebruik.) Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt als u de standaardbeveiligingssleutel niet kunt vinden.
Als u een foute beveiligingssleutel invoert en uw VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt, volg dan deze stappen om verbinding te maken.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste Wi-Fi-toegangspunt en Verbinden.
Het netwerk (LAN)
Via het netwerk (LAN) kunt u uw VAIO-computer verbinding laten maken met internet en gegevens overdragen tussen de computer en andere apparaten.
U kunt uw VAIO-computer aansluiten op een netwerk via een draadloze verbinding.
Neem voor informatie over randapparatuur die vereist is voor LAN-toegang contact op met uw internetaanbieder of raadpleeg de handleiding bij uw apparaat dat u gebruikt.
Raadpleeg voor informatie over het aansluiten van uw VAIO-computer op het netwerk de instructies van uw internetaanbieder of de handleiding bij het apparaat waarop u uw computer aansluit. Als u meer informatie nodig hebt over de netwerkinstellingen op uw werkplek, vraagt u dit de netwerkbeheerder.
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
U kunt de Wi-Fi-communicatie als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinding verbreken.
Opmerking
-
Als u de Wi-Fi-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de Wi-Fi-functie gebruikt.
-
In sommige landen of regio's kan lokale regelgeving beperkingen opleggen aan producten voor Wi-Fi.
-
Wi-Fi-apparaten werken met de 2,4 GHz-band die door verschillende apparaten wordt gebruikt. Ze maken gebruik van technologie om radio-interferentie van andere apparaten die dezelfde golfband gebruiken tot een minimum te beperken. Dergelijke radio-interferentie kan echter toch nog leiden tot lagere communicatiesnelheden en een kleiner communicatiebereik of storing in de communicatie.
-
Als de functies BLUETOOTH en 2,4 GHz Wi-Fi van uw VAIO-computer zijn ingeschakeld, kan er storing optreden en tot lagere communicatiesnelheden en/of andere problemen leiden.
-
Voor communicatie via Wi-Fi terwijl u onderweg bent, moet u mogelijk een contract afsluiten met een Wi-Fi-aanbieder.
-
De communicatiesnelheid en het bereik variëren afhankelijk van de volgende omstandigheden:
-
De afstand tussen de apparaten
-
De aanwezigheid van obstakels tussen de apparaten
-
De configuratie van de apparaten
-
Zendcondities
-
De onmiddellijke omgeving (inclusief bouwmateriaal enz.)
-
Actieve toepassingen
Afhankelijk van de zendcondities kan de communicatie worden afgesneden.
-
-
De gegevensoverdrachtsnelheid die wordt opgegeven in de specificatie, is de theoretische maximumwaarde. De werkelijke gegevensoverdrachtsnelheid kan hiervan afwijken.
-
De feitelijke snelheid van de communicatie is wellicht niet net zo snel als de snelheid die uw VAIO-computer aangeeft.
-
De Wi-Fi-frequentiebanden 2,4 GHz en 5 GHz kunnen niet met elkaar communiceren.
-
De gegevensoverdrachtsnelheid van IEEE 802.11g en IEEE 802.11n (2,4 GHz) kan worden beïnvloed door interferentie als deze worden gebruikt met een IEEE 802.11b-product. IEEE 802.11g en IEEE 802.11n verlagen bovendien automatisch de overdrachtssnelheid om de compatibiliteit met een IEEE 802.11b-product te handhaven. Hogere snelheden kunnen mogelijk worden bereikt door de kanaalinstellingen van uw toegangspunt te wijzigen.
-
Wilt u de Wi-Fi-functie onmiddellijk uitschakelen, zet dan uw VAIO-computer en eventuele draadloze apparaten uit.
-
De norm voor draadloos LAN omvat de volgende coderingssystemen: Wired Equivalent Privacy (WEP), een beveiligingsprotocol, Wi-Fi Protected Access 2 (WPA2) en Wi-Fi Protected Access (WPA). WPA2 en WPA zijn ontstaan uit een gezamenlijk voorstel van de IEEE en de Wi-Fi Alliance. Beide zijn specificaties van normen gebaseerd op onderling uitwisselbare verbeteringen in de beveiliging waardoor de bescherming van de gegevens en de toegangscontrole van de bestaande Wi-Fi-netwerken worden verbeterd. WPA is ontwikkeld om voorwaarts compatibel te zijn met de specificatie IEEE 802.11i. Het maakt gebruik van het verbeterde gegevenscodeersysteem Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) naast de gebruikersidentificatie met behulp van 802.1X en het Extensible Authentication Protocol (EAP). De kwetsbare draadloze verbinding tussen de clients en de toegangspunten wordt beveiligd door middel van codering. Daarnaast zijn er een aantal speciaal voor LAN's ontwikkelde beveiligingsmechanismen voor het beschermen van de privacy zoals: wachtwoordbeveiliging, end-to-end-codering, VPN's (virtuele particulier netwerken) en verificatie. WPA2, de tweede generatie van WPA, biedt betere gegevensbeveiliging en netwerktoegangscontrole en is ook ontworpen om alle 802.11-apparaten te beveiligen, ongeacht de versie (802.11b, 802.11a, 802.11g, 802.11n en 802.11ac (concept), multi-band en multi-mode). Bovendien biedt WPA2 op basis van de geratificeerde norm IEEE 802.11i beveiliging van overheidsniveau door toepassing van de AES-coderingsalgoritme die voldoet aan NIST (National Institute of Standards and Technology) FIPS 140-2, en op 802.1X-gebaseerde verificatie. WPA2 is achterwaarts compatibel met WPA.
De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
Met Wi-Fi kan uw VAIO-computer draadloos verbinding maken met een netwerk.
Wi-Fi maakt gebruik van de volgende IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept), die de specificaties voor het gebruikte technologietype bevat. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van de computer.
IEEE 802.11a (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
IEEE 802.11b/g (frequentieband: 2,4 GHz)
De IEEE 802.11g-standaard biedt snellere gegevensoverdracht dan IEEE 802.11b.
IEEE 802.11n (frequentieband: 2,4 GHz/5 GHz)
Op modellen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g/n-standaard, kan alleen de 2,4 GHz-band worden gebruikt.
IEEE 802.11ac (concept) (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
Internetverbindingsservices
De volgende soorten internetverbindingsservices zijn beschikbaar.
U kunt de service kiezen die bij uw wensen aansluit, bijvoorbeeld communicatiesnelheid of kosten. Neem contact op met een internetprovider voor gedetailleerde informatie over de verschillende verbindingsservices.
-
FTTH (Fiber to the Home)
-
Kabelmodem
-
DSL (Digital Subscriber Line)
-
Satelliet
-
Inbelverbinding
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
U moet eerst de Wi-Fi-communicatie tussen uw VAIO-computer en het toegangspunt (niet meegeleverd) tot stand brengen.
Zorg dat het Wi-Fi-toegangspunt ingeschakeld is en werkt voordat u Wi-Fi gebruikt.
- Verbind een toegangspunt met uw VAIO-computer.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) en de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinden.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt Verbonden in het veld van het geselecteerde toegangspunt.
Als een venster voor invoer van een beveiligingssleutel verschijnt, voert u de beveiligingssleutel in en selecteert u OK. Zie Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN) voor meer informatie.
Houd er rekening mee dat beveiligingssleutels hoofdlettergevoelig zijn.
De status van een Wi-Fi-verbinding controleren
Open het bureaublad en plaats de muisaanwijzer op(het netwerkpictogram) in het systeemvak om de status van de Wi-Fi-verbinding te controleren, bijvoorbeeld het toegangspunt dat is verbonden met uw VAIO-computer.
Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Opmerking
-
Wanneer op modellen die uitgerust zijn met IEEE 802.11a/b/g/n/ac (concept) alleen de functie 2,4 GHz Wi-Fi is ingeschakeld, kan uw VAIO-computer geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi toegangspunt. Als alleen de 5 GHz Wi-Fi-functie is ingeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een 2,4 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
Als op modellen die zijn uitgerust met IEEE 802.11b/g/n, de 2,4 GHz Wi-Fi-functie is uitgeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een toegangspunt. De computer kan dan ook geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
-
Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met een Wi-Fi-toegangspunt en de communicatie via Wi-Fi wordt gestart.
Hint
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
-
Nadat uw VAIO-computer na het invullen van de beveiligingscode verbinding met het toegangspunt heeft gemaakt, wordt het toegangspunt in de computer geregistreerd. De volgende keer dat u verbinding maakt, hoeft u de beveiligingssleutel niet in te voeren.
Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
Een beveiligingssleutel biedt een beveiligingsprotocol voor versleuteling van gegevens die worden verzonden via Wi-Fi. De beveiligingssleutel wordt ook wel coderingssleutel of WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) genoemd.
Dankzij de beveiligingssleutel kunnen draadloze apparaten die dezelfde sleutel hebben, zoals een Wi-Fi-toegangspunt en een computer, met elkaar communiceren via Wi-Fi.
De beveiligingssleutel wordt standaard aan elk toegangspunt toegewezen. (Wijzig de standaardbeveiligingssleutel om gegevens te beschermen tegen niet-geautoriseerd gebruik.) Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt als u de standaardbeveiligingssleutel niet kunt vinden.
Als u een foute beveiligingssleutel invoert en uw VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt, volg dan deze stappen om verbinding te maken.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste Wi-Fi-toegangspunt en Verbinden.
De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
U kunt de Wi-Fi-functie als volgt uitschakelen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in uitgeschakeld.
Hint
-
Voor het uitschakelen van alle draadloze functies, zet u Vliegtuigstand uit.
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
Apps installeren van Windows Store
U kunt apps installeren van Windows Store.
U heeft een Microsoft-account nodig voor het gebruik van bepaalde apps of services, waaronder Windows Store.
Voor informatie over het maken en gebruiken van een Microsoft-account raadpleegt u Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen).
- Maak verbinding met internet.
Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor informatie over verbinding maken met internet.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Ga naar de app die u wilt installeren.
- Volg de instructies op het scherm om de app te installeren.
Als de installatie is voltooid, verschijnt het app-pictogram op het Apps-scherm. Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
Apps installeren van Windows Store
U kunt apps installeren van Windows Store.
U heeft een Microsoft-account nodig voor het gebruik van bepaalde apps of services, waaronder Windows Store.
Voor informatie over het maken en gebruiken van een Microsoft-account raadpleegt u Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen).
- Maak verbinding met internet.
Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor informatie over verbinding maken met internet.
- Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
- Ga naar de app die u wilt installeren.
- Volg de instructies op het scherm om de app te installeren.
Als de installatie is voltooid, verschijnt het app-pictogram op het Apps-scherm. Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Hint
-
Het kan nuttig zijn om de apps die u het vaakst gebruikt, vast te zetten op het Start-scherm. Wilt u apps vastzetten, klik dan met de rechtermuisknop op het app-pictogram op het Apps-scherm en selecteer het punaisepictogram in het menu dat onderin het scherm verschijnt.
Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart plaatst.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open de klep en zoek de micro-SIM-kaartsleuf. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Verwijder de micro-SIM-kaart door hem uit de houderplaat te drukken.
-
Plaats de micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaartsleuf met de printplaat omlaag.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart insteekt of verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
Een WAN (Wide Area Network - grootgebiednetwerk) is een veel gebruikt communicatienetwerk waarmee lokale computernetwerken op afstand met elkaar verbonden kunnen worden. Vaak is het beschikbaar met communicatiefaciliteiten die door netwerkbedrijven zoals telecomaanbieders worden aangeboden.
Met het draadloze WAN (WWAN) kunt u met uw VAIO-computer verbinding maken met het internet over een draadloos netwerk wanneer u mobiel bereik hebt.
Afhankelijk van uw land en het model kan het nodig zijn om een micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf op de computer te steken om de draadloze WAN-functie te kunnen gebruiken.
Opmerking
-
Het draadloze WAN is misschien niet beschikbaar in bepaalde landen en regio's.
-
Voor het gebruik van bepaalde functies en toepassingen kan toegang tot het internet met de draadloze WAN-functie vereist zijn. Het uitwisselen van gegevens kan geld kosten wanneer uw VAIO-computer op het internet is aangesloten. Neem contact op met de aanbieder van de draadloze dienst voor meer informatie.
Hint
-
Afhankelijk van uw land en model kan het zijn dat u een aanbod krijgt van het netwerkbedrijf dat is geselecteerd op de VAIO. In dat geval zit de micro-SIM-kaart in het SIM-pakket van het netwerkbedrijf in de kartonnen doos of zit hij al in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf. Als er geen micro-SIM-kaart bij uw VAIO-computer zit, kunt u er een kopen bij het netwerkbedrijf van uw voorkeur.
Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart verwijdert.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open het klepje. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Duw de micro-SIM-kaart naar binnen en laat hem los.
- Trek de micro-SIM-kaart uit de sleuf.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) tot stand brengen met OneClick Internet.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Zorg ervoor dat Vliegtuigstand is ingesteld op uitgeschakeld en wijzig de instelling Mobiel breedband in Aan.
- Start OneClick Internet en selecteer Verbinden. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van OneClick Internet.)
Opmerking
-
Zorg ervoor dat de micro-SIM-kaart correct is geplaatst in de micro-SIM-kaartsleuf van uw VAIO-computer. Anders werkt de draadloze WAN-functie misschien niet.
Zie Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN) voor informatie over het plaatsen van de micro-SIM-kaart.
Hint
-
Voor meer informatie over het gebruik van de draadloze WAN-functie raadpleegt u de aanwijzingen van uw netwerkbedrijf.
Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Mobiel breedband in uitgeschakeld.
Opmerking
-
Als u de draadloze WAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Een stroombron aansluiten
Uw VAIO-computer aansluiten op een netspanningsbron.
Lees de voorzorgsmaatregelen in Opmerkingen over het gebruik van de stroombron zorgvuldig voordat u uw computer aansluit.
- Steek het ene uiteinde van het netsnoer (
) in de netadapter (
).
- Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (
).
- Sluit de kabel van de netadapter (
) aan op de DC IN-poort (
) van uw VAIO-computer.
Opmerking
-
Sluit niet meer dan één apparaat aan op een stopcontact.
-
De vorm van de netadapter kan variëren afhankelijk van uw model.
-
Zorg ervoor dat de stroomstekker goed in de aansluiting van uw VAIO-computer zit.
Hint
-
U kunt een stekkerdoos met stroomstootbescherming kopen om te voorkomen dat uw VAIO-computer beschadigd kan raken door plotselinge stroomstoten (bijv. in een elektrische storm).
De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
U kunt de schermresolutie of de grootte van het VAIO-computerschermbeeld wijzigen dat wordt weergegeven op een extern beeldscherm, zoals een tv die met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) is aangesloten op uw computer.
- Sluit een HDMI-compatibele tv met een HDMI-kabel aan op uw VAIO-computer. (Zie Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten voor meer informatie.)
- Zet de tv aan.
- Start VAIO Control Center en selecteer Beeldkwaliteit (Image Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Resolutie extern beeldscherm (External Display Resolution).
- Ga naar het tabblad Selecteer resolutie (Select Resolution) en selecteer de gewenste resolutie.
Na enkele seconden wordt de geselecteerde resolutie toegepast.
- Als het computerbeeld niet op het weergavegebied van de tv past, gaat u naar het tabblad Pas resolutie aan (Adjust Resolution) om de weergavegrootte aan te passen.
Opmerking
-
Sommige resolutieopties zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of het aangesloten HDMI-apparaat.
-
De functie voor het aanpassen van de schermresolutie kan zijn uitgeschakeld, afhankelijk van de geselecteerde resolutie.
Weergavemodi selecteren
U kunt de beeldschermuitvoer schakelen tussen het computerscherm en een extern beeldscherm dat is aangesloten op uw VAIO-computer.
- Schakel een extern beeldscherm in.
- Druk meerdere keren op de toetscombinatie Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en druk dan op de toets Enter.
Opmerking
-
Als u een monitorkabel (niet meegeleverd) loskoppelt terwijl een extern beeldscherm is geselecteerd als beeldschermuitvoer, kan het lastig zijn om uw VAIO-computer te bedienen omdat het computerscherm blanco is.
Als u de schermuitvoer naar het computerscherm wilt schakelen, drukt u tweemaal op de toetscombinatie Fn+F7 en druk dan op de toets Enter.
-
De weergaveschakelaar kan onbruikbaar worden of uw VAIO-computer kan instabiel raken tijdens het afspelen van video. Sluit de weergavetoepassing voor video af voordat u de beeldschermuitvoer omschakelt.
-
De schakeloptie voor beeldschermuitvoer is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het type van het externe beeldscherm of de projector.
De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
Dankzij de functie Meerdere beeldschermen kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende beeldschermen.
Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de beeldschermpoort hebt aangesloten, kunnen het computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaublad fungeren.
- Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. (Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.)
- Selecteer Deze beeldschermen uitbreiden in de vervolgkeuzelijst naast Meerdere beeldschermen en OK.
Welke instellingen worden aangeboden, kan variëren afhankelijk van het aantal aangesloten externe beeldschermen.
Opmerking
-
Het is mogelijk dat het externe beeldscherm de functie Meerdere beeldschermen niet ondersteunt.
-
Het is mogelijk dat bepaalde apps niet compatibel zijn met de instellingen voor Meerdere beeldschermen.
-
Wijzig de beeldscherminstellingen niet tijdens het gebruik van grafische of video-apps of het afspelen van een dvd omdat het afspelen/weergeven hierdoor kan worden onderbroken of het systeem instabiel kan worden.
Wijzig de beeldscherminstellingen nadat u de grafische of video-app hebt afgesloten.
Hint
-
U kunt de schermresolutie instellen voor elk beeldscherm dat wordt gebruikt voor de functie Meerdere beeldschermen.
Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
U kunt een tv met een HDMI-ingangspoort met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) aansluiten op uw VAIO-computer.
Raadpleeg de handleiding bij het tv-toestel voor meer informatie over het gebruik en de installatie.
- Steek het netsnoer van de tv in een stopcontact en schakel deze in.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-uitgangspoort (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) van uw VAIO-computer en het andere uiteinde in de tv.
- Stel de tv-ingang in op de externe ingang.
Het beeld van uw VAIO-computer wordt weergegeven op de tv.
Opmerking
-
De vorm van de HDMI-uitgangspoort kan variëren afhankelijk van uw model. Gebruik een HDMI-kabel die compatibel is met de HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer.
-
Als een ander stuurprogramma voor een apparaat wordt gebruikt dan het stuurprogramma dat meegeleverd is door Sony, zal er geen beeld en geen geluid worden weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
-
Om geluid te horen dat afkomstig is van een apparaat dat aangesloten is op de aansluiting van de HDMI-uitgangspoort, moet u van apparaat voor geluidsweergave wisselen. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor uitgebreide instructies.
Hint
-
De HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer voldoet aan de standaard voor High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) en kan het transmissiekanaal van digitale videosignalen versleutelen ten behoeve van auteursrechtelijke bescherming, waardoor u een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd beeldmateriaal van hoge kwaliteit kunt bekijken.
Opmerkingen over het lcd-scherm
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik van het lcd-scherm.
-
Het lcd-scherm is gemaakt met technologie voor hoge precisie. Het is echter mogelijk dat voortdurend heel kleine zwarte en/of heldere puntjes (rood, blauw of groen) verschijnen op het lcd-scherm. Dit is een normaal gevolg van het productieproces en wijst niet op een defect.
-
Kras niet over het oppervlak van het lcd-scherm en oefen er geen druk op uit. Dit kan schade veroorzaken.
-
Het lcd-scherm kan warm worden tijdens het gebruik van de computer. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Door het mechanische ontwerp van het lcd-scherm/aanraakscherm van VAIO-computer, kan het schermoppervlak warm worden wanneer u de computer langdurig aaneengesloten gebruikt. Dit is normaal en wijst niet op een defect. (modellen met aanraakscherm)
-
Het lcd-scherm/aanraakscherm is gemaakt van gehard glas voor maximale duurzaamheid. Ga desondanks zorgvuldig om met het scherm: het is niet onbreekbaar. Als het scherm versplintert, moet u opletten dat u zich niet snijdt aan de scherven. (modellen met aanraakscherm)
-
Stel het lcd-scherm niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan het lcd-scherm beschadigd raken. Zorg dat u direct zonlicht tegenhoudt als u uw VAIO-computer gebruikt in de buurt van een raam.
-
Druk niet op het lcd-scherm of de randen. Mogelijk is het lcd-scherm gevoelig voor druk of scheeftrekken en kan het uitoefenen van druk het scherm beschadigen of de werking ervan verminderen.
-
Als u uw VAIO-computer gebruikt bij een lage omgevingstemperatuur, kan het beeld op het lcd-scherm wat blijven hangen. Dit wijst niet op een defect. Als de computer terug op normale temperatuur komt, doet dit probleem zich niet meer voor.
-
Het beeld op het lcd-scherm kan enigszins blijven hangen als hetzelfde beeld geruime tijd wordt weergegeven. Na enige tijd verdwijnt dit "beeldrestant". U kunt een schermbeveiliging gebruiken om te vermijden dat het beeld inbrandt in het scherm.
De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
U kunt de schermresolutie of de grootte van het VAIO-computerschermbeeld wijzigen dat wordt weergegeven op een extern beeldscherm, zoals een tv die met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) is aangesloten op uw computer.
- Sluit een HDMI-compatibele tv met een HDMI-kabel aan op uw VAIO-computer. (Zie Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten voor meer informatie.)
- Zet de tv aan.
- Start VAIO Control Center en selecteer Beeldkwaliteit (Image Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Resolutie extern beeldscherm (External Display Resolution).
- Ga naar het tabblad Selecteer resolutie (Select Resolution) en selecteer de gewenste resolutie.
Na enkele seconden wordt de geselecteerde resolutie toegepast.
- Als het computerbeeld niet op het weergavegebied van de tv past, gaat u naar het tabblad Pas resolutie aan (Adjust Resolution) om de weergavegrootte aan te passen.
Opmerking
-
Sommige resolutieopties zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of het aangesloten HDMI-apparaat.
-
De functie voor het aanpassen van de schermresolutie kan zijn uitgeschakeld, afhankelijk van de geselecteerde resolutie.
Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
U kunt een tv met een HDMI-ingangspoort met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) aansluiten op uw VAIO-computer.
Raadpleeg de handleiding bij het tv-toestel voor meer informatie over het gebruik en de installatie.
- Steek het netsnoer van de tv in een stopcontact en schakel deze in.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-uitgangspoort (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) van uw VAIO-computer en het andere uiteinde in de tv.
- Stel de tv-ingang in op de externe ingang.
Het beeld van uw VAIO-computer wordt weergegeven op de tv.
Opmerking
-
De vorm van de HDMI-uitgangspoort kan variëren afhankelijk van uw model. Gebruik een HDMI-kabel die compatibel is met de HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer.
-
Als een ander stuurprogramma voor een apparaat wordt gebruikt dan het stuurprogramma dat meegeleverd is door Sony, zal er geen beeld en geen geluid worden weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
-
Om geluid te horen dat afkomstig is van een apparaat dat aangesloten is op de aansluiting van de HDMI-uitgangspoort, moet u van apparaat voor geluidsweergave wisselen. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor uitgebreide instructies.
Hint
-
De HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer voldoet aan de standaard voor High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) en kan het transmissiekanaal van digitale videosignalen versleutelen ten behoeve van auteursrechtelijke bescherming, waardoor u een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd beeldmateriaal van hoge kwaliteit kunt bekijken.
Weergavemodi selecteren
U kunt de beeldschermuitvoer schakelen tussen het computerscherm en een extern beeldscherm dat is aangesloten op uw VAIO-computer.
- Schakel een extern beeldscherm in.
- Druk meerdere keren op de toetscombinatie Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en druk dan op de toets Enter.
Opmerking
-
Als u een monitorkabel (niet meegeleverd) loskoppelt terwijl een extern beeldscherm is geselecteerd als beeldschermuitvoer, kan het lastig zijn om uw VAIO-computer te bedienen omdat het computerscherm blanco is.
Als u de schermuitvoer naar het computerscherm wilt schakelen, drukt u tweemaal op de toetscombinatie Fn+F7 en druk dan op de toets Enter.
-
De weergaveschakelaar kan onbruikbaar worden of uw VAIO-computer kan instabiel raken tijdens het afspelen van video. Sluit de weergavetoepassing voor video af voordat u de beeldschermuitvoer omschakelt.
-
De schakeloptie voor beeldschermuitvoer is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het type van het externe beeldscherm of de projector.
De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
Dankzij de functie Meerdere beeldschermen kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende beeldschermen.
Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de beeldschermpoort hebt aangesloten, kunnen het computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaublad fungeren.
- Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. (Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.)
- Selecteer Deze beeldschermen uitbreiden in de vervolgkeuzelijst naast Meerdere beeldschermen en OK.
Welke instellingen worden aangeboden, kan variëren afhankelijk van het aantal aangesloten externe beeldschermen.
Opmerking
-
Het is mogelijk dat het externe beeldscherm de functie Meerdere beeldschermen niet ondersteunt.
-
Het is mogelijk dat bepaalde apps niet compatibel zijn met de instellingen voor Meerdere beeldschermen.
-
Wijzig de beeldscherminstellingen niet tijdens het gebruik van grafische of video-apps of het afspelen van een dvd omdat het afspelen/weergeven hierdoor kan worden onderbroken of het systeem instabiel kan worden.
Wijzig de beeldscherminstellingen nadat u de grafische of video-app hebt afgesloten.
Hint
-
U kunt de schermresolutie instellen voor elk beeldscherm dat wordt gebruikt voor de functie Meerdere beeldschermen.
Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
U kunt een tv met een HDMI-ingangspoort met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) aansluiten op uw VAIO-computer.
Raadpleeg de handleiding bij het tv-toestel voor meer informatie over het gebruik en de installatie.
- Steek het netsnoer van de tv in een stopcontact en schakel deze in.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-uitgangspoort (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) van uw VAIO-computer en het andere uiteinde in de tv.
- Stel de tv-ingang in op de externe ingang.
Het beeld van uw VAIO-computer wordt weergegeven op de tv.
Opmerking
-
De vorm van de HDMI-uitgangspoort kan variëren afhankelijk van uw model. Gebruik een HDMI-kabel die compatibel is met de HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer.
-
Als een ander stuurprogramma voor een apparaat wordt gebruikt dan het stuurprogramma dat meegeleverd is door Sony, zal er geen beeld en geen geluid worden weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
-
Om geluid te horen dat afkomstig is van een apparaat dat aangesloten is op de aansluiting van de HDMI-uitgangspoort, moet u van apparaat voor geluidsweergave wisselen. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor uitgebreide instructies.
Hint
-
De HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer voldoet aan de standaard voor High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) en kan het transmissiekanaal van digitale videosignalen versleutelen ten behoeve van auteursrechtelijke bescherming, waardoor u een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd beeldmateriaal van hoge kwaliteit kunt bekijken.
Opmerkingen over het lcd-scherm
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik van het lcd-scherm.
-
Het lcd-scherm is gemaakt met technologie voor hoge precisie. Het is echter mogelijk dat voortdurend heel kleine zwarte en/of heldere puntjes (rood, blauw of groen) verschijnen op het lcd-scherm. Dit is een normaal gevolg van het productieproces en wijst niet op een defect.
-
Kras niet over het oppervlak van het lcd-scherm en oefen er geen druk op uit. Dit kan schade veroorzaken.
-
Het lcd-scherm kan warm worden tijdens het gebruik van de computer. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Door het mechanische ontwerp van het lcd-scherm/aanraakscherm van VAIO-computer, kan het schermoppervlak warm worden wanneer u de computer langdurig aaneengesloten gebruikt. Dit is normaal en wijst niet op een defect. (modellen met aanraakscherm)
-
Het lcd-scherm/aanraakscherm is gemaakt van gehard glas voor maximale duurzaamheid. Ga desondanks zorgvuldig om met het scherm: het is niet onbreekbaar. Als het scherm versplintert, moet u opletten dat u zich niet snijdt aan de scherven. (modellen met aanraakscherm)
-
Stel het lcd-scherm niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan het lcd-scherm beschadigd raken. Zorg dat u direct zonlicht tegenhoudt als u uw VAIO-computer gebruikt in de buurt van een raam.
-
Druk niet op het lcd-scherm of de randen. Mogelijk is het lcd-scherm gevoelig voor druk of scheeftrekken en kan het uitoefenen van druk het scherm beschadigen of de werking ervan verminderen.
-
Als u uw VAIO-computer gebruikt bij een lage omgevingstemperatuur, kan het beeld op het lcd-scherm wat blijven hangen. Dit wijst niet op een defect. Als de computer terug op normale temperatuur komt, doet dit probleem zich niet meer voor.
-
Het beeld op het lcd-scherm kan enigszins blijven hangen als hetzelfde beeld geruime tijd wordt weergegeven. Na enige tijd verdwijnt dit "beeldrestant". U kunt een schermbeveiliging gebruiken om te vermijden dat het beeld inbrandt in het scherm.
Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
Als er geen geluid hoorbaar is van het externe apparaat dat is aangesloten op uw VAIO-computer, moet u een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren.
- Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer Geluid.
- Selecteer het tabblad Afspelen.
- Controleer of er een vinkje staat naast het pictogram van het apparaat dat het uitgevoerde geluid van de computer moet afspelen.
Als er geen vinkje naast het pictogram staat, selecteert u het pictogram en klikt u op Standaard.
- Selecteer OK.
De samplefrequentie en bitdiepte wijzigen
Stel de samplefrequentie en bitdiepte van het digitale uitvoersignaal af op uw digitale geluidsapparaat.
Volg de bovenstaande stappen 1 t/m 3 en selecteer dan het pictogram van het HDMI-apparaat en Eigenschappen. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de samplefrequentie en de bitdiepte (bijvoorbeeld 16 bits, 48.000 Hz (dvd-kwaliteit)) die door het apparaat worden ondersteund en daarna OK.
Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
U kunt een home theater-ontvanger van hoge kwaliteit of een ander surround sound-decodeerapparaat tussen uw VAIO-computer en tv aansluiten via een HDMI-verbinding.
- Controleer of de HDMI-verbinding tussen de tv en de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat tot stand is gebracht.
- Wijzig het apparaat voor geluidsuitvoer in de HDMI-uitgang. (Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.)
- Zet de tv aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Zet de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-ingangspoort van de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat en het andere uiteinde in de HDMI-uitgangspoort van uw VAIO-computer.
Hint
-
U kunt de schermresolutie van de aangesloten tv aanpassen met uw VAIO-computer. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel voor meer informatie.
-
Bij het gebruik van een HDMI-verbinding kan het volume alleen door het aangesloten audioapparaat worden geregeld. Uw VAIO-computer kan het uitgangsvolume van aangesloten apparaten niet regelen.
Een extern station aansluiten
Een extern schijfstation of externe harde schijf aansluiten op een USB-poort van uw VAIO-computer.
- Steek het netsnoer van uw externe station in een stopcontact (
).
- Steek het ene uiteinde van een USB-kabel (
) (niet meegeleverd) in de USB-poort (
) en het andere uiteinde in het externe station.
Zie Een USB-apparaat aansluiten voor meer informatie over de USB-aansluiting.
Opmerking
-
Sluit een extern station met een netadapter (indien meegeleverd) aan op een netspanningsbron.
Hint
-
Afhankelijk van het type van het externe station dat u gebruikt, moet u mogelijk een stuurprogramma installeren.
Daarnaast kunnen de procedures voor het aansluiten en gebruiken van een extern station variëren afhankelijk van het station dat u gebruikt. Raadpleeg de handleiding bij het externe station voor meer informatie.
Externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aansluiten
U kunt externe apparaten voor geluidsweergave (zoals luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset) aansluiten op uw VAIO-computer.
Gebruik een Sony smartphone-compatibele headset (niet meegeleverd) als u internettelefoongesprekken of chatgesprekken wilt voeren.
- Sluit externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aan op de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
(Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten).
Opmerking
-
Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
-
Uw headset werkt mogelijk niet correct met uw VAIO-computer.
-
Een externe microfoon werkt niet, zelfs niet als u hem aansluit op de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
.
-
De afstandsbediening van uw headset werkt misschien niet met uw VAIO-computer.
Hint
-
Raadpleeg de handleiding bij uw luidsprekers, hoofdtelefoon of headset voor meer informatie.
Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
Als er geen geluid hoorbaar is van het externe apparaat dat is aangesloten op uw VAIO-computer, moet u een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren.
- Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer Geluid.
- Selecteer het tabblad Afspelen.
- Controleer of er een vinkje staat naast het pictogram van het apparaat dat het uitgevoerde geluid van de computer moet afspelen.
Als er geen vinkje naast het pictogram staat, selecteert u het pictogram en klikt u op Standaard.
- Selecteer OK.
De samplefrequentie en bitdiepte wijzigen
Stel de samplefrequentie en bitdiepte van het digitale uitvoersignaal af op uw digitale geluidsapparaat.
Volg de bovenstaande stappen 1 t/m 3 en selecteer dan het pictogram van het HDMI-apparaat en Eigenschappen. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de samplefrequentie en de bitdiepte (bijvoorbeeld 16 bits, 48.000 Hz (dvd-kwaliteit)) die door het apparaat worden ondersteund en daarna OK.
Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
U kunt een home theater-ontvanger van hoge kwaliteit of een ander surround sound-decodeerapparaat tussen uw VAIO-computer en tv aansluiten via een HDMI-verbinding.
- Controleer of de HDMI-verbinding tussen de tv en de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat tot stand is gebracht.
- Wijzig het apparaat voor geluidsuitvoer in de HDMI-uitgang. (Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.)
- Zet de tv aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Zet de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-ingangspoort van de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat en het andere uiteinde in de HDMI-uitgangspoort van uw VAIO-computer.
Hint
-
U kunt de schermresolutie van de aangesloten tv aanpassen met uw VAIO-computer. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel voor meer informatie.
-
Bij het gebruik van een HDMI-verbinding kan het volume alleen door het aangesloten audioapparaat worden geregeld. Uw VAIO-computer kan het uitgangsvolume van aangesloten apparaten niet regelen.
Externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aansluiten
U kunt externe apparaten voor geluidsweergave (zoals luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset) aansluiten op uw VAIO-computer.
Gebruik een Sony smartphone-compatibele headset (niet meegeleverd) als u internettelefoongesprekken of chatgesprekken wilt voeren.
- Sluit externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aan op de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
(Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten).
Opmerking
-
Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
-
Uw headset werkt mogelijk niet correct met uw VAIO-computer.
-
Een externe microfoon werkt niet, zelfs niet als u hem aansluit op de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
.
-
De afstandsbediening van uw headset werkt misschien niet met uw VAIO-computer.
Hint
-
Raadpleeg de handleiding bij uw luidsprekers, hoofdtelefoon of headset voor meer informatie.
Externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aansluiten
U kunt externe apparaten voor geluidsweergave (zoals luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset) aansluiten op uw VAIO-computer.
Gebruik een Sony smartphone-compatibele headset (niet meegeleverd) als u internettelefoongesprekken of chatgesprekken wilt voeren.
- Sluit externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aan op de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
(Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten).
Opmerking
-
Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
-
Uw headset werkt mogelijk niet correct met uw VAIO-computer.
-
Een externe microfoon werkt niet, zelfs niet als u hem aansluit op de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
.
-
De afstandsbediening van uw headset werkt misschien niet met uw VAIO-computer.
Hint
-
Raadpleeg de handleiding bij uw luidsprekers, hoofdtelefoon of headset voor meer informatie.
Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
U kunt een home theater-ontvanger van hoge kwaliteit of een ander surround sound-decodeerapparaat tussen uw VAIO-computer en tv aansluiten via een HDMI-verbinding.
- Controleer of de HDMI-verbinding tussen de tv en de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat tot stand is gebracht.
- Wijzig het apparaat voor geluidsuitvoer in de HDMI-uitgang. (Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.)
- Zet de tv aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Zet de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-ingangspoort van de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat en het andere uiteinde in de HDMI-uitgangspoort van uw VAIO-computer.
Hint
-
U kunt de schermresolutie van de aangesloten tv aanpassen met uw VAIO-computer. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel voor meer informatie.
-
Bij het gebruik van een HDMI-verbinding kan het volume alleen door het aangesloten audioapparaat worden geregeld. Uw VAIO-computer kan het uitgangsvolume van aangesloten apparaten niet regelen.
De gebruiksomstandigheden van het toetsenbord
In dit gedeelte leest u hoe u het toetsenbord kunt gebruiken.
U kunt het beste het toetsenbord binnen 50 cm van uw VAIO-computer gebruiken.
Opmerking
-
Het toetsenbord heeft magneten om aan uw VAIO-computer te koppelen. Plaats geen creditkaarten e.d. die gevoelig zijn voor magnetisme in de buurt van de computer, m.n. bij de voor- en achterkant van het toetsenbord. Anders kunnen de gegevens beschadigd raken.
-
Laat geen water in het toetsenbord komen, omdat dit tot storingen kan leiden.
-
Afhankelijk van de gebruiksomgeving, kan het communicatiebereik tussen het toetsenbord en uw computer kleiner zijn. In dat geval plaatst u het toetsenbord en de computer dichterbij elkaar.
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
U kunt de Wi-Fi-communicatie als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinding verbreken.
Opmerking
-
Als u de Wi-Fi-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de Wi-Fi-functie gebruikt.
-
In sommige landen of regio's kan lokale regelgeving beperkingen opleggen aan producten voor Wi-Fi.
-
Wi-Fi-apparaten werken met de 2,4 GHz-band die door verschillende apparaten wordt gebruikt. Ze maken gebruik van technologie om radio-interferentie van andere apparaten die dezelfde golfband gebruiken tot een minimum te beperken. Dergelijke radio-interferentie kan echter toch nog leiden tot lagere communicatiesnelheden en een kleiner communicatiebereik of storing in de communicatie.
-
Als de functies BLUETOOTH en 2,4 GHz Wi-Fi van uw VAIO-computer zijn ingeschakeld, kan er storing optreden en tot lagere communicatiesnelheden en/of andere problemen leiden.
-
Voor communicatie via Wi-Fi terwijl u onderweg bent, moet u mogelijk een contract afsluiten met een Wi-Fi-aanbieder.
-
De communicatiesnelheid en het bereik variëren afhankelijk van de volgende omstandigheden:
-
De afstand tussen de apparaten
-
De aanwezigheid van obstakels tussen de apparaten
-
De configuratie van de apparaten
-
Zendcondities
-
De onmiddellijke omgeving (inclusief bouwmateriaal enz.)
-
Actieve toepassingen
Afhankelijk van de zendcondities kan de communicatie worden afgesneden.
-
-
De gegevensoverdrachtsnelheid die wordt opgegeven in de specificatie, is de theoretische maximumwaarde. De werkelijke gegevensoverdrachtsnelheid kan hiervan afwijken.
-
De feitelijke snelheid van de communicatie is wellicht niet net zo snel als de snelheid die uw VAIO-computer aangeeft.
-
De Wi-Fi-frequentiebanden 2,4 GHz en 5 GHz kunnen niet met elkaar communiceren.
-
De gegevensoverdrachtsnelheid van IEEE 802.11g en IEEE 802.11n (2,4 GHz) kan worden beïnvloed door interferentie als deze worden gebruikt met een IEEE 802.11b-product. IEEE 802.11g en IEEE 802.11n verlagen bovendien automatisch de overdrachtssnelheid om de compatibiliteit met een IEEE 802.11b-product te handhaven. Hogere snelheden kunnen mogelijk worden bereikt door de kanaalinstellingen van uw toegangspunt te wijzigen.
-
Wilt u de Wi-Fi-functie onmiddellijk uitschakelen, zet dan uw VAIO-computer en eventuele draadloze apparaten uit.
-
De norm voor draadloos LAN omvat de volgende coderingssystemen: Wired Equivalent Privacy (WEP), een beveiligingsprotocol, Wi-Fi Protected Access 2 (WPA2) en Wi-Fi Protected Access (WPA). WPA2 en WPA zijn ontstaan uit een gezamenlijk voorstel van de IEEE en de Wi-Fi Alliance. Beide zijn specificaties van normen gebaseerd op onderling uitwisselbare verbeteringen in de beveiliging waardoor de bescherming van de gegevens en de toegangscontrole van de bestaande Wi-Fi-netwerken worden verbeterd. WPA is ontwikkeld om voorwaarts compatibel te zijn met de specificatie IEEE 802.11i. Het maakt gebruik van het verbeterde gegevenscodeersysteem Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) naast de gebruikersidentificatie met behulp van 802.1X en het Extensible Authentication Protocol (EAP). De kwetsbare draadloze verbinding tussen de clients en de toegangspunten wordt beveiligd door middel van codering. Daarnaast zijn er een aantal speciaal voor LAN's ontwikkelde beveiligingsmechanismen voor het beschermen van de privacy zoals: wachtwoordbeveiliging, end-to-end-codering, VPN's (virtuele particulier netwerken) en verificatie. WPA2, de tweede generatie van WPA, biedt betere gegevensbeveiliging en netwerktoegangscontrole en is ook ontworpen om alle 802.11-apparaten te beveiligen, ongeacht de versie (802.11b, 802.11a, 802.11g, 802.11n en 802.11ac (concept), multi-band en multi-mode). Bovendien biedt WPA2 op basis van de geratificeerde norm IEEE 802.11i beveiliging van overheidsniveau door toepassing van de AES-coderingsalgoritme die voldoet aan NIST (National Institute of Standards and Technology) FIPS 140-2, en op 802.1X-gebaseerde verificatie. WPA2 is achterwaarts compatibel met WPA.
De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
Met Wi-Fi kan uw VAIO-computer draadloos verbinding maken met een netwerk.
Wi-Fi maakt gebruik van de volgende IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept), die de specificaties voor het gebruikte technologietype bevat. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van de computer.
IEEE 802.11a (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
IEEE 802.11b/g (frequentieband: 2,4 GHz)
De IEEE 802.11g-standaard biedt snellere gegevensoverdracht dan IEEE 802.11b.
IEEE 802.11n (frequentieband: 2,4 GHz/5 GHz)
Op modellen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g/n-standaard, kan alleen de 2,4 GHz-band worden gebruikt.
IEEE 802.11ac (concept) (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart plaatst.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open de klep en zoek de micro-SIM-kaartsleuf. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Verwijder de micro-SIM-kaart door hem uit de houderplaat te drukken.
-
Plaats de micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaartsleuf met de printplaat omlaag.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart insteekt of verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
Een WAN (Wide Area Network - grootgebiednetwerk) is een veel gebruikt communicatienetwerk waarmee lokale computernetwerken op afstand met elkaar verbonden kunnen worden. Vaak is het beschikbaar met communicatiefaciliteiten die door netwerkbedrijven zoals telecomaanbieders worden aangeboden.
Met het draadloze WAN (WWAN) kunt u met uw VAIO-computer verbinding maken met het internet over een draadloos netwerk wanneer u mobiel bereik hebt.
Afhankelijk van uw land en het model kan het nodig zijn om een micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf op de computer te steken om de draadloze WAN-functie te kunnen gebruiken.
Opmerking
-
Het draadloze WAN is misschien niet beschikbaar in bepaalde landen en regio's.
-
Voor het gebruik van bepaalde functies en toepassingen kan toegang tot het internet met de draadloze WAN-functie vereist zijn. Het uitwisselen van gegevens kan geld kosten wanneer uw VAIO-computer op het internet is aangesloten. Neem contact op met de aanbieder van de draadloze dienst voor meer informatie.
Hint
-
Afhankelijk van uw land en model kan het zijn dat u een aanbod krijgt van het netwerkbedrijf dat is geselecteerd op de VAIO. In dat geval zit de micro-SIM-kaart in het SIM-pakket van het netwerkbedrijf in de kartonnen doos of zit hij al in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf. Als er geen micro-SIM-kaart bij uw VAIO-computer zit, kunt u er een kopen bij het netwerkbedrijf van uw voorkeur.
Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart verwijdert.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open het klepje. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Duw de micro-SIM-kaart naar binnen en laat hem los.
- Trek de micro-SIM-kaart uit de sleuf.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Internetverbindingsservices
De volgende soorten internetverbindingsservices zijn beschikbaar.
U kunt de service kiezen die bij uw wensen aansluit, bijvoorbeeld communicatiesnelheid of kosten. Neem contact op met een internetprovider voor gedetailleerde informatie over de verschillende verbindingsservices.
-
FTTH (Fiber to the Home)
-
Kabelmodem
-
DSL (Digital Subscriber Line)
-
Satelliet
-
Inbelverbinding
Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) tot stand brengen met OneClick Internet.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Zorg ervoor dat Vliegtuigstand is ingesteld op uitgeschakeld en wijzig de instelling Mobiel breedband in Aan.
- Start OneClick Internet en selecteer Verbinden. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van OneClick Internet.)
Opmerking
-
Zorg ervoor dat de micro-SIM-kaart correct is geplaatst in de micro-SIM-kaartsleuf van uw VAIO-computer. Anders werkt de draadloze WAN-functie misschien niet.
Zie Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN) voor informatie over het plaatsen van de micro-SIM-kaart.
Hint
-
Voor meer informatie over het gebruik van de draadloze WAN-functie raadpleegt u de aanwijzingen van uw netwerkbedrijf.
Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Mobiel breedband in uitgeschakeld.
Opmerking
-
Als u de draadloze WAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
U moet eerst de Wi-Fi-communicatie tussen uw VAIO-computer en het toegangspunt (niet meegeleverd) tot stand brengen.
Zorg dat het Wi-Fi-toegangspunt ingeschakeld is en werkt voordat u Wi-Fi gebruikt.
- Verbind een toegangspunt met uw VAIO-computer.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) en de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinden.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt Verbonden in het veld van het geselecteerde toegangspunt.
Als een venster voor invoer van een beveiligingssleutel verschijnt, voert u de beveiligingssleutel in en selecteert u OK. Zie Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN) voor meer informatie.
Houd er rekening mee dat beveiligingssleutels hoofdlettergevoelig zijn.
De status van een Wi-Fi-verbinding controleren
Open het bureaublad en plaats de muisaanwijzer op(het netwerkpictogram) in het systeemvak om de status van de Wi-Fi-verbinding te controleren, bijvoorbeeld het toegangspunt dat is verbonden met uw VAIO-computer.
Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Opmerking
-
Wanneer op modellen die uitgerust zijn met IEEE 802.11a/b/g/n/ac (concept) alleen de functie 2,4 GHz Wi-Fi is ingeschakeld, kan uw VAIO-computer geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi toegangspunt. Als alleen de 5 GHz Wi-Fi-functie is ingeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een 2,4 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
Als op modellen die zijn uitgerust met IEEE 802.11b/g/n, de 2,4 GHz Wi-Fi-functie is uitgeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een toegangspunt. De computer kan dan ook geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
-
Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met een Wi-Fi-toegangspunt en de communicatie via Wi-Fi wordt gestart.
Hint
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
-
Nadat uw VAIO-computer na het invullen van de beveiligingscode verbinding met het toegangspunt heeft gemaakt, wordt het toegangspunt in de computer geregistreerd. De volgende keer dat u verbinding maakt, hoeft u de beveiligingssleutel niet in te voeren.
Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
Een beveiligingssleutel biedt een beveiligingsprotocol voor versleuteling van gegevens die worden verzonden via Wi-Fi. De beveiligingssleutel wordt ook wel coderingssleutel of WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) genoemd.
Dankzij de beveiligingssleutel kunnen draadloze apparaten die dezelfde sleutel hebben, zoals een Wi-Fi-toegangspunt en een computer, met elkaar communiceren via Wi-Fi.
De beveiligingssleutel wordt standaard aan elk toegangspunt toegewezen. (Wijzig de standaardbeveiligingssleutel om gegevens te beschermen tegen niet-geautoriseerd gebruik.) Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt als u de standaardbeveiligingssleutel niet kunt vinden.
Als u een foute beveiligingssleutel invoert en uw VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt, volg dan deze stappen om verbinding te maken.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste Wi-Fi-toegangspunt en Verbinden.
De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
U kunt de Wi-Fi-functie als volgt uitschakelen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in uitgeschakeld.
Hint
-
Voor het uitschakelen van alle draadloze functies, zet u Vliegtuigstand uit.
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
Het netwerk (LAN)
Via het netwerk (LAN) kunt u uw VAIO-computer verbinding laten maken met internet en gegevens overdragen tussen de computer en andere apparaten.
U kunt uw VAIO-computer aansluiten op een netwerk via een draadloze verbinding.
Neem voor informatie over randapparatuur die vereist is voor LAN-toegang contact op met uw internetaanbieder of raadpleeg de handleiding bij uw apparaat dat u gebruikt.
Raadpleeg voor informatie over het aansluiten van uw VAIO-computer op het netwerk de instructies van uw internetaanbieder of de handleiding bij het apparaat waarop u uw computer aansluit. Als u meer informatie nodig hebt over de netwerkinstellingen op uw werkplek, vraagt u dit de netwerkbeheerder.
De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
Met Wi-Fi kan uw VAIO-computer draadloos verbinding maken met een netwerk.
Wi-Fi maakt gebruik van de volgende IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept), die de specificaties voor het gebruikte technologietype bevat. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van de computer.
IEEE 802.11a (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
IEEE 802.11b/g (frequentieband: 2,4 GHz)
De IEEE 802.11g-standaard biedt snellere gegevensoverdracht dan IEEE 802.11b.
IEEE 802.11n (frequentieband: 2,4 GHz/5 GHz)
Op modellen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g/n-standaard, kan alleen de 2,4 GHz-band worden gebruikt.
IEEE 802.11ac (concept) (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
Internetverbindingsservices
De volgende soorten internetverbindingsservices zijn beschikbaar.
U kunt de service kiezen die bij uw wensen aansluit, bijvoorbeeld communicatiesnelheid of kosten. Neem contact op met een internetprovider voor gedetailleerde informatie over de verschillende verbindingsservices.
-
FTTH (Fiber to the Home)
-
Kabelmodem
-
DSL (Digital Subscriber Line)
-
Satelliet
-
Inbelverbinding
Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
Een beveiligingssleutel biedt een beveiligingsprotocol voor versleuteling van gegevens die worden verzonden via Wi-Fi. De beveiligingssleutel wordt ook wel coderingssleutel of WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) genoemd.
Dankzij de beveiligingssleutel kunnen draadloze apparaten die dezelfde sleutel hebben, zoals een Wi-Fi-toegangspunt en een computer, met elkaar communiceren via Wi-Fi.
De beveiligingssleutel wordt standaard aan elk toegangspunt toegewezen. (Wijzig de standaardbeveiligingssleutel om gegevens te beschermen tegen niet-geautoriseerd gebruik.) Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt als u de standaardbeveiligingssleutel niet kunt vinden.
Als u een foute beveiligingssleutel invoert en uw VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt, volg dan deze stappen om verbinding te maken.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste Wi-Fi-toegangspunt en Verbinden.
Het netwerk (LAN)
Via het netwerk (LAN) kunt u uw VAIO-computer verbinding laten maken met internet en gegevens overdragen tussen de computer en andere apparaten.
U kunt uw VAIO-computer aansluiten op een netwerk via een draadloze verbinding.
Neem voor informatie over randapparatuur die vereist is voor LAN-toegang contact op met uw internetaanbieder of raadpleeg de handleiding bij uw apparaat dat u gebruikt.
Raadpleeg voor informatie over het aansluiten van uw VAIO-computer op het netwerk de instructies van uw internetaanbieder of de handleiding bij het apparaat waarop u uw computer aansluit. Als u meer informatie nodig hebt over de netwerkinstellingen op uw werkplek, vraagt u dit de netwerkbeheerder.
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) stoppen
U kunt de Wi-Fi-communicatie als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinding verbreken.
Opmerking
-
Als u de Wi-Fi-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Opmerkingen over het gebruik van de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de Wi-Fi-functie gebruikt.
-
In sommige landen of regio's kan lokale regelgeving beperkingen opleggen aan producten voor Wi-Fi.
-
Wi-Fi-apparaten werken met de 2,4 GHz-band die door verschillende apparaten wordt gebruikt. Ze maken gebruik van technologie om radio-interferentie van andere apparaten die dezelfde golfband gebruiken tot een minimum te beperken. Dergelijke radio-interferentie kan echter toch nog leiden tot lagere communicatiesnelheden en een kleiner communicatiebereik of storing in de communicatie.
-
Als de functies BLUETOOTH en 2,4 GHz Wi-Fi van uw VAIO-computer zijn ingeschakeld, kan er storing optreden en tot lagere communicatiesnelheden en/of andere problemen leiden.
-
Voor communicatie via Wi-Fi terwijl u onderweg bent, moet u mogelijk een contract afsluiten met een Wi-Fi-aanbieder.
-
De communicatiesnelheid en het bereik variëren afhankelijk van de volgende omstandigheden:
-
De afstand tussen de apparaten
-
De aanwezigheid van obstakels tussen de apparaten
-
De configuratie van de apparaten
-
Zendcondities
-
De onmiddellijke omgeving (inclusief bouwmateriaal enz.)
-
Actieve toepassingen
Afhankelijk van de zendcondities kan de communicatie worden afgesneden.
-
-
De gegevensoverdrachtsnelheid die wordt opgegeven in de specificatie, is de theoretische maximumwaarde. De werkelijke gegevensoverdrachtsnelheid kan hiervan afwijken.
-
De feitelijke snelheid van de communicatie is wellicht niet net zo snel als de snelheid die uw VAIO-computer aangeeft.
-
De Wi-Fi-frequentiebanden 2,4 GHz en 5 GHz kunnen niet met elkaar communiceren.
-
De gegevensoverdrachtsnelheid van IEEE 802.11g en IEEE 802.11n (2,4 GHz) kan worden beïnvloed door interferentie als deze worden gebruikt met een IEEE 802.11b-product. IEEE 802.11g en IEEE 802.11n verlagen bovendien automatisch de overdrachtssnelheid om de compatibiliteit met een IEEE 802.11b-product te handhaven. Hogere snelheden kunnen mogelijk worden bereikt door de kanaalinstellingen van uw toegangspunt te wijzigen.
-
Wilt u de Wi-Fi-functie onmiddellijk uitschakelen, zet dan uw VAIO-computer en eventuele draadloze apparaten uit.
-
De norm voor draadloos LAN omvat de volgende coderingssystemen: Wired Equivalent Privacy (WEP), een beveiligingsprotocol, Wi-Fi Protected Access 2 (WPA2) en Wi-Fi Protected Access (WPA). WPA2 en WPA zijn ontstaan uit een gezamenlijk voorstel van de IEEE en de Wi-Fi Alliance. Beide zijn specificaties van normen gebaseerd op onderling uitwisselbare verbeteringen in de beveiliging waardoor de bescherming van de gegevens en de toegangscontrole van de bestaande Wi-Fi-netwerken worden verbeterd. WPA is ontwikkeld om voorwaarts compatibel te zijn met de specificatie IEEE 802.11i. Het maakt gebruik van het verbeterde gegevenscodeersysteem Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) naast de gebruikersidentificatie met behulp van 802.1X en het Extensible Authentication Protocol (EAP). De kwetsbare draadloze verbinding tussen de clients en de toegangspunten wordt beveiligd door middel van codering. Daarnaast zijn er een aantal speciaal voor LAN's ontwikkelde beveiligingsmechanismen voor het beschermen van de privacy zoals: wachtwoordbeveiliging, end-to-end-codering, VPN's (virtuele particulier netwerken) en verificatie. WPA2, de tweede generatie van WPA, biedt betere gegevensbeveiliging en netwerktoegangscontrole en is ook ontworpen om alle 802.11-apparaten te beveiligen, ongeacht de versie (802.11b, 802.11a, 802.11g, 802.11n en 802.11ac (concept), multi-band en multi-mode). Bovendien biedt WPA2 op basis van de geratificeerde norm IEEE 802.11i beveiliging van overheidsniveau door toepassing van de AES-coderingsalgoritme die voldoet aan NIST (National Institute of Standards and Technology) FIPS 140-2, en op 802.1X-gebaseerde verificatie. WPA2 is achterwaarts compatibel met WPA.
De Wi-Fi(R)-standaard (draadloos LAN)
Met Wi-Fi kan uw VAIO-computer draadloos verbinding maken met een netwerk.
Wi-Fi maakt gebruik van de volgende IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept), die de specificaties voor het gebruikte technologietype bevat. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van de computer.
IEEE 802.11a (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
IEEE 802.11b/g (frequentieband: 2,4 GHz)
De IEEE 802.11g-standaard biedt snellere gegevensoverdracht dan IEEE 802.11b.
IEEE 802.11n (frequentieband: 2,4 GHz/5 GHz)
Op modellen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g/n-standaard, kan alleen de 2,4 GHz-band worden gebruikt.
IEEE 802.11ac (concept) (frequentieband: 5 GHz)
Alleen beschikbaar voor modellen die voldoen aan de IEEE 802.11a/b/g/n/ac-standaard (concept).
Internetverbindingsservices
De volgende soorten internetverbindingsservices zijn beschikbaar.
U kunt de service kiezen die bij uw wensen aansluit, bijvoorbeeld communicatiesnelheid of kosten. Neem contact op met een internetprovider voor gedetailleerde informatie over de verschillende verbindingsservices.
-
FTTH (Fiber to the Home)
-
Kabelmodem
-
DSL (Digital Subscriber Line)
-
Satelliet
-
Inbelverbinding
Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten
U moet eerst de Wi-Fi-communicatie tussen uw VAIO-computer en het toegangspunt (niet meegeleverd) tot stand brengen.
Zorg dat het Wi-Fi-toegangspunt ingeschakeld is en werkt voordat u Wi-Fi gebruikt.
- Verbind een toegangspunt met uw VAIO-computer.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) en de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste toegangspunt en Verbinden.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt Verbonden in het veld van het geselecteerde toegangspunt.
Als een venster voor invoer van een beveiligingssleutel verschijnt, voert u de beveiligingssleutel in en selecteert u OK. Zie Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN) voor meer informatie.
Houd er rekening mee dat beveiligingssleutels hoofdlettergevoelig zijn.
De status van een Wi-Fi-verbinding controleren
Open het bureaublad en plaats de muisaanwijzer op(het netwerkpictogram) in het systeemvak om de status van de Wi-Fi-verbinding te controleren, bijvoorbeeld het toegangspunt dat is verbonden met uw VAIO-computer.
Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Opmerking
-
Wanneer op modellen die uitgerust zijn met IEEE 802.11a/b/g/n/ac (concept) alleen de functie 2,4 GHz Wi-Fi is ingeschakeld, kan uw VAIO-computer geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi toegangspunt. Als alleen de 5 GHz Wi-Fi-functie is ingeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een 2,4 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
Als op modellen die zijn uitgerust met IEEE 802.11b/g/n, de 2,4 GHz Wi-Fi-functie is uitgeschakeld, kan de computer geen verbinding maken met een toegangspunt. De computer kan dan ook geen verbinding maken met een 5 GHz Wi-Fi-toegangspunt.
-
Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met een Wi-Fi-toegangspunt en de communicatie via Wi-Fi wordt gestart.
Hint
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
-
Nadat uw VAIO-computer na het invullen van de beveiligingscode verbinding met het toegangspunt heeft gemaakt, wordt het toegangspunt in de computer geregistreerd. De volgende keer dat u verbinding maakt, hoeft u de beveiligingssleutel niet in te voeren.
Beveiligingssleutels voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN)
Een beveiligingssleutel biedt een beveiligingsprotocol voor versleuteling van gegevens die worden verzonden via Wi-Fi. De beveiligingssleutel wordt ook wel coderingssleutel of WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) genoemd.
Dankzij de beveiligingssleutel kunnen draadloze apparaten die dezelfde sleutel hebben, zoals een Wi-Fi-toegangspunt en een computer, met elkaar communiceren via Wi-Fi.
De beveiligingssleutel wordt standaard aan elk toegangspunt toegewezen. (Wijzig de standaardbeveiligingssleutel om gegevens te beschermen tegen niet-geautoriseerd gebruik.) Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt als u de standaardbeveiligingssleutel niet kunt vinden.
Als u een foute beveiligingssleutel invoert en uw VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt, volg dan deze stappen om verbinding te maken.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
- Selecteer het gewenste Wi-Fi-toegangspunt en Verbinden.
De Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) uitschakelen
U kunt de Wi-Fi-functie als volgt uitschakelen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Wi-Fi in uitgeschakeld.
Hint
-
Voor het uitschakelen van alle draadloze functies, zet u Vliegtuigstand uit.
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
BLUETOOTH(R)-beveiliging
De draadloze technologie van BLUETOOTH beschikt over een verificatiefunctie waarmee u de communicatie met andere apparaten kunt controleren.
Met de verificatiefunctie kunt u voorkomen dat anonieme BLUETOOTH-apparaten toegang krijgen tot uw VAIO-computer. De eerste keer dat twee BLUETOOTH-apparaten met elkaar communiceren, dient voor beide apparaten een wachtwoordcode (een wachtwoord dat nodig is voor de verificatie) te worden vastgesteld. Hiermee worden deze apparaten geregistreerd. Wanneer een apparaat eenmaal is geregistreerd, hoeft u deze wachtwoordcode niet opnieuw in te voeren.
Open voor meer informatie Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) en geef "BLUETOOTH" op in het zoekvak.
Opmerkingen over het gebruik van de BLUETOOTH(R)-functie
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de BLUETOOTH-functie gebruikt.
-
In sommige landen of regio's kan lokale regelgeving beperkingen opleggen aan het gebruik van de BLUETOOTH-functie.
-
Het is mogelijk dat de BLUETOOTH-functie met sommige apparaten niet werkt, afhankelijk van de fabrikant of de toepassingsversie die door de fabrikant wordt gebruikt. Controleer de systeemvereisten van het BLUETOOTH-apparaat vóór aanschaf.
Ga voor meer informatie over BLUETOOTH-apparaten naar de ondersteuningswebsite van VAIO.
Bij sommige BLUETOOTH-apparaten is verificatie (koppeling) vereist voordat een verbinding tot stand wordt gebracht met een ander apparaat. Voer het verificatieproces uit voordat u verbinding maakt met dergelijke apparaten.
-
BLUETOOTH-apparaten werken op de 2,4 GHz-band die door verschillende apparaten wordt gebruikt. Hoewel BLUETOOTH-apparaten gebruikmaken van technologie om radio-interferentie van andere apparaten die dezelfde golfband gebruiken tot een minimum te beperken, kan dergelijke radio-interferentie leiden tot lagere communicatiesnelheden en een kleiner bereik of, in bepaalde gevallen, storing in de communicatie.
-
De communicatiesnelheid en het bereik variëren afhankelijk van de volgende omstandigheden:
-
De afstand tussen de communicerende apparaten
-
De aanwezigheid van obstakels tussen de apparaten
-
De onmiddellijke omgeving, waaronder de aanwezigheid van muren en het gebruikte bouwmateriaal
-
De configuratie van de apparaten
-
Actieve toepassingen
-
Zendcondities
Afhankelijk van de zendcondities kan de communicatie worden afgesneden.
-
-
Als uw VAIO-computer de hogesnelheidstechnologie van BLUETOOTH ondersteunt en u deze wilt gebruiken voor hogesnelheidscommunicatie, schakelt u de functies voor draadloos LAN en BLUETOOTH op de computer in.
-
Grote bestanden kunnen tijdens de continue overdracht soms beschadigd raken vanwege de beperkingen van de BLUETOOTH-standaard en elektromagnetische interferentie in de omgeving.
- Als u meerdere BLUETOOTH-apparaten aansluit op uw VAIO-computer, kan dat leiden tot kanaalcongestie, waardoor de prestaties van de apparaten verminderen. Dit is normaal bij het gebruik van BLUETOOTH-technologie en wijst niet op een defect.
-
Video en audio zijn mogelijk niet gesynchroniseerd als u video's op uw VAIO-computer afspeelt en de audio wordt uitgevoerd via een aangesloten BLUETOOTH-apparaat. Dit komt regelmatig voor bij het gebruik van BLUETOOTH-technologie en wijst niet op een defect.
-
Alle BLUETOOTH-apparaten moeten zijn gecertificeerd volgens de procedure die is vastgelegd door Bluetooth SIG om te garanderen dat ze voldoen aan de BLUETOOTH-standaard.
Zelfs indien BLUETOOTH-apparaten voldoen aan de BLUETOOTH-standaard, kunnen prestaties van afzonderlijke apparaten, specificaties en bedieningsprocedures verschillen. Niet in alle situaties is het mogelijk gegevens uit te wisselen.
-
De compatibiliteit met uw VAIO-computer kan niet voor alle BLUETOOTH-apparaten worden gegarandeerd.
-
Als u de BLUETOOTH-functie dringend moet uitschakelen, schakelt u uw VAIO-computer uit.
De BLUETOOTH(R)-functie
U kunt draadloze communicatie tot stand brengen tussen uw VAIO-computer en andere BLUETOOTH-apparaten, zoals andere computers, smartphones, mobiele telefoons, headsets of muizen.
U kunt zonder kabels informatie tussen deze apparaten uitwisselen tot op een afstand van 10 meter in een open ruimte.
Een BLUETOOTH-apparaat kan via een draadloos netwerk verbinding maken met maximaal zeven apparaten om gegevens uit te wisselen.
Als een apparaat verbinding moet maken met een ander apparaat, verzendt het een verzoek naar BLUETOOTH-apparaten in de directe nabijheid. Als een apparaat reageert op de aanvraag, kunnen de twee apparaten worden gekoppeld.
Communiceren met een ander BLUETOOTH(R)-apparaat, zoals een muis
U kunt van uw VAIO-computer verbinding maken met BLUETOOTH-apparaten.
Zie BLUETOOTH voor meer informatie over communicatie met De BLUETOOTH(R)-functie.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Pc en apparaten en Bluetooth in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig de instellingen voor Bluetooth in Aan.
Uw VAIO-computer zoekt naar apparaten en geeft deze weer in een lijst met apparaten.
- Als u verbinding wilt maken met een BLUETOOTH-muis, schakelt u de muis in en drukt u op de knop om verbinding te maken.
Raadpleeg de handleiding van uw BLUETOOTH-apparaat voor de procedure om het apparaat klaar te maken voor de verbinding.
- Selecteer het gewenste apparaat en Koppelen.
Volg de aanwijzingen op het scherm om uw apparaat aan te melden.
Opmerking
-
Afhankelijk van het BLUETOOTH-apparaat, kan het even duren voordat uw VAIO-computer het apparaat heeft gevonden.
Als uw apparaat niet in de lijst met apparaten staat, herhaalt u de procedure om het apparaat gereed te maken voor verbinding (bijvoorbeeld op de knop drukken om een verbinding tot stand te brengen).
-
Afhankelijk van het BLUETOOTH-apparaat, kan de procedure voor het maken van een verbinding verschillen. Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor de procedure.
Hint
-
Als uw VAIO-computer compatibel is met de BLUETOOTH-hogesnelheidstechnologie en u wilt dit gebruiken voor hogesnelheidscommunicatie, schakel dan de instelling Wi-Fi in. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie over het inschakelen van de instelling.
-
Er wordt een venster geopend voor het invullen van een wachtwoord als een BLUETOOTH-apparaat om verificatie vraagt om de verbinding te maken. Volg de instructies op het scherm om het wachtwoord te delen tussen het BLUETOOTH-apparaat en uw VAIO-computer. Als u geen verbinding wilt maken, selecteert u de knop Annuleren in het venster.
-
Een wachtwoord is een geheim nummer dat door een gebruiker is ingevuld voor het verificatieproces om twee BLUETOOTH-apparaten met elkaar te laten communiceren. Voer op beide apparaten dezelfde alfanumerieke tekenreeks (hoofdlettergevoelig) in om ze met elkaar te laten communiceren. U kunt de wachtwoordcode bij elke verificatie wijzigen, zolang op beide apparaten tijdens het verificatieproces dezelfde wachtwoordcode wordt ingevoerd. Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor informatie over de wachtwoordcode van een BLUETOOTH-apparaat. Als er gedurende enige tijd geen BLUETOOTH-wachtwoordcode wordt ingevoerd, wordt het verbindingsproces omwille van de veiligheid afgebroken. Probeer het in dit geval opnieuw.
-
-
Open voor meer informatie over deze bewerkingen Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen), en geef "BLUETOOTH" op in het zoekvak.
Stoppen van BLUETOOTH(R)-communicatie
U kunt de BLUETOOTH-communicatie als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Pc en apparaten en Bluetooth in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig de instelling Bluetooth in uitgeschakeld.
Een USB-apparaat opladen
U kunt een USB-apparaat opladen, zelfs wanneer uw VAIO-computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand of in de slaapstand staat, door de instelling voor het opladen van USB-apparaten in te schakelen.
Wijzig de instellingen voor de USB-poort die laden via USB ondersteunt alleen wanneer geen USB-apparaat is verbonden met de poort.
- Start VAIO Control Center en selecteer Hardware. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Schakel de optie USB opladen (USB Charging) in.
- Sluit een USB-apparaat aan op de USB-poort met de markering
eromheen.
Als het opladen niet start, zelfs wanneer u een USB-apparaat aansluit op de USB-poort die opladen via USB ondersteunt, koppelt u het apparaat los en sluit u het opnieuw aan.
Opmerking
-
Wanneer de instelling voor het opladen van USB-apparaten is geactiveerd, zal het stroomverbruik wanneer uw VAIO-computer uit staat of in de sluimerstand staat, toenemen omdat de computer de USB-aansluiting van stroom voorziet, zelfs wanneer er op de USB-aansluiting geen USB-apparaat is aangesloten.
-
Wanneer de instellingen voor opladen via USB zijn ingeschakeld, kunt u de functie voor extern ontwaken op het USB-apparaat dat is aangesloten op de USB-poort die opladen via USB ondersteunt, niet gebruiken.
Hint
-
Opladen via USB is standaard uitgeschakeld.
Een USB-apparaat aansluiten
U kunt op uw VAIO-computer een USB-apparaat (Universal Serial Bus) aansluiten, zoals een muis, diskettestation, luidspreker of printer.
Voor aansluiting moet mogelijk het bij het USB-apparaat geleverde stuurprogramma worden geïnstalleerd.
Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor meer informatie.
- Kies de USB-poort (
) die u wilt gebruiken.
- Steek de USB-apparaatkabel (
) (niet meegeleverd) in de USB-poort.
Opmerking
-
U moet mogelijk het stuurprogramma installeren dat bij uw USB-apparaat is geleverd voordat u het apparaat kunt gebruiken. Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie.
-
Om documenten te kunnen afdrukken moet u ervoor zorgen dat de USB-printer gebruikt kan worden met uw versie van Windows.
-
Voordat u USB-luidsprekers van uw VAIO-computer loskoppelt, moet u eerst de dvd of de muziek stoppen of uw computer uitzetten. Het loskoppelen van USB-luidsprekers tijdens het afspelen kan een storing veroorzaken.
Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie over het verwijderen van USB-apparaten.
-
Om uw VAIO-computer en/of USB-apparaten tegen beschadigingen te beschermen, moet u letten op het volgende:
-
Wanneer u uw VAIO-computer verplaatste met de USB-apparaten nog aangesloten, moet u voorkomen dat de USB-poorten worden blootgesteld aan schokken of stoten.
-
Doe uw VAIO-computer niet in een tas als er nog USB-apparaten aangesloten zijn.
-
Hint
-
De USB-poorten op uw VAIO-computer zijn compatibel met de USB 2.0-standaard en/of USB 3.0-standaard.
USB-poorten die compatibel zijn met de USB 3.0-standaard kunt u herkennen aan hun blauwe kleur.
-
Naast de overdrachtsmodi van de USB 2.0-standaard hoort de volgende overdrachtsmodus bij de USB 3.0-standaard:
-
SuperSpeed: overdrachtssnelheid van 5 Gbps.
-
Het downloaden van locatiegegevens uitschakelen (modellen met GNSS)
U kunt het downloaden uitschakelen van locatiegegevens die worden verzameld door GNSS (Global Navigation Satellite System - wereldwijd navigatiesatellietsysteem). Volg deze stappen om de instelling uit te schakelen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Netwerk en Vliegtuigstand in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig de GNSS-instelling onder Draadloze apparaten in uitgeschakeld.
Locatiegegevens downloaden (modellen met GNSS)
U kunt locatiegegevens downloaden voor uw VAIO-computer met GNSS (Global Navigation Satellite System - wereldwijd navigatiesatellietsysteem).
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Netwerk en Vliegtuigstand in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig Vliegtuigstand in uitgeschakeld en wijzig de instelling GNSS onder Draadloze apparaten in Aan.
Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart plaatst.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open de klep en zoek de micro-SIM-kaartsleuf. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Verwijder de micro-SIM-kaart door hem uit de houderplaat te drukken.
-
Plaats de micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaartsleuf met de printplaat omlaag.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart insteekt of verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Voordat u het draadloze WAN gebruikt (modellen met draadloos WAN)
Een WAN (Wide Area Network - grootgebiednetwerk) is een veel gebruikt communicatienetwerk waarmee lokale computernetwerken op afstand met elkaar verbonden kunnen worden. Vaak is het beschikbaar met communicatiefaciliteiten die door netwerkbedrijven zoals telecomaanbieders worden aangeboden.
Met het draadloze WAN (WWAN) kunt u met uw VAIO-computer verbinding maken met het internet over een draadloos netwerk wanneer u mobiel bereik hebt.
Afhankelijk van uw land en het model kan het nodig zijn om een micro-SIM-kaart in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf op de computer te steken om de draadloze WAN-functie te kunnen gebruiken.
Opmerking
-
Het draadloze WAN is misschien niet beschikbaar in bepaalde landen en regio's.
-
Voor het gebruik van bepaalde functies en toepassingen kan toegang tot het internet met de draadloze WAN-functie vereist zijn. Het uitwisselen van gegevens kan geld kosten wanneer uw VAIO-computer op het internet is aangesloten. Neem contact op met de aanbieder van de draadloze dienst voor meer informatie.
Hint
-
Afhankelijk van uw land en model kan het zijn dat u een aanbod krijgt van het netwerkbedrijf dat is geselecteerd op de VAIO. In dat geval zit de micro-SIM-kaart in het SIM-pakket van het netwerkbedrijf in de kartonnen doos of zit hij al in de micro-SIM-kaarthouder of -sleuf. Als er geen micro-SIM-kaart bij uw VAIO-computer zit, kunt u er een kopen bij het netwerkbedrijf van uw voorkeur.
Een micro-SIM-kaart verwijderen (modellen met draadloos WAN)
In dit onderwerp wordt uitgelegd hoe u een micro-SIM-kaart verwijdert.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Open het klepje. (Zie Onderdelen en besturingselementen aan de voorzijde.)
- Duw de micro-SIM-kaart naar binnen en laat hem los.
- Trek de micro-SIM-kaart uit de sleuf.
Opmerking
-
Raak de printplaat op de micro-SIM-kaart niet aan.
-
Zorg ervoor dat u uw VAIO-computer stevig vasthoudt voordat u de micro-SIM-kaart verwijdert.
-
Beschadig de micro-SIM-kaart niet (buig hem niet en oefen geen druk uit op de kaart).
Draadloze WAN-communicatie starten (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) tot stand brengen met OneClick Internet.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Zorg ervoor dat Vliegtuigstand is ingesteld op uitgeschakeld en wijzig de instelling Mobiel breedband in Aan.
- Start OneClick Internet en selecteer Verbinden. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van OneClick Internet.)
Opmerking
-
Zorg ervoor dat de micro-SIM-kaart correct is geplaatst in de micro-SIM-kaartsleuf van uw VAIO-computer. Anders werkt de draadloze WAN-functie misschien niet.
Zie Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN) voor informatie over het plaatsen van de micro-SIM-kaart.
Hint
-
Voor meer informatie over het gebruik van de draadloze WAN-functie raadpleegt u de aanwijzingen van uw netwerkbedrijf.
Draadloze WAN-communicatie stoppen (modellen met draadloos WAN)
U kunt draadloze WAN-communicatie (WWAN) als volgt stoppen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
(het netwerkpictogram).
- Wijzig de instelling Mobiel breedband in uitgeschakeld.
Opmerking
-
Als u de draadloze WAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
Overschakelen van een lokale account naar een Microsoft-account
In Windows 8 kunt u overschakelen tussen een lokale account en een Microsoft-account.
Door van een lokale account over te schakelen naar een Microsoft-account kunt u apps downloaden vanuit de Windows Store.
Wilt u een Microsoft-account maken of ernaar overschakelen, volg dan de volgende stappen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Accounts en Uw account in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Selecteer Koppelen aan een Microsoft-account.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Om naar een lokale account over te schakelen, selecteert u in stap 4 Koppeling verbreken in plaats van Koppelen aan een Microsoft-account.
-
Als u uw wachtwoord voor een Microsoft-account bent vergeten, neemt u contact op met de helpdesk van Microsoft.
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
De systeeminformatie bekijken
U kunt de systeeminformatie van uw VAIO-computer bekijken.
- Start VAIO Care (Desktop). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Care (Desktop).)
- Selecteer Over uw VAIO (About Your VAIO) en Systeeminformatie (System information).
De systeeminformatie van uw VAIO-computer wordt weergegeven.
Uw VAIO-computer aanpassen
Met VAIO Control Center kunt u allerlei instellingen en functies aanpassen, zoals beeld en geluid.
- Start VAIO Control Center. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer het gewenste onderdeel en wijzig de instellingen.
Hint
-
Niet alle onderdelen zijn zichtbaar als u zich aanmeldt als gebruiker zonder beheerdersrechten.
Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
U kunt uw VAIO-computer met de BIOS-functie opstarten vanaf externe apparaten zoals een optisch station, een USB-diskettestation of een USB-stick.
- Sluit een extern apparaat aan op uw VAIO-computer.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Het opstartproces vanaf het externe apparaat wordt gestart.
Opmerking
-
Koppel alle apparaten af van uw VAIO-computer, behalve het externe apparaat vanaf waar u wilt opstarten. Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt om de computer op te starten of kunnen niet worden gebruikt met de computer.
-
Als een netadapter is geleverd bij het externe apparaat, moet u deze eerst aansluiten op een netspanningsbron.
VAIO Update gebruiken
VAIO Update biedt een service die u op de hoogte houdt van beschikbare informatie over updates, zoals belangrijke kennisgevingen of updateprogramma's, waarmee u uw VAIO-computer up-to-date kunt houden.
Via het internet detecteert VAIO Update automatisch de updateprogramma's die vereist zijn voor het verbeteren van de prestaties van uw computer en nieuwe apps die beschikbaar zijn. U kunt deze apps downloaden en in eenvoudige stappen installeren.
- Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Hint
-
U kunt ook VAIO Update starten vanaf VAIO Care (Desktop).
Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
Met VAIO Care kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw VAIO-computer optimaal blijft werken.
-
Regelmatig prestatiecontroles en systeemafstellingen uitvoeren.
-
Ondersteuningsinformatie zoeken (het adres van de ondersteuningswebsite en contactgegevens).
-
Start VAIO Care door de knop ASSIST in te drukken en zoek naar de juiste maatregelen voor eventuele problemen.
- Druk op de knop ASSIST als uw VAIO-computer aan staat.
VAIO Care start.
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Care voor meer informatie.
Hint
-
Als u op de knop ASSIST drukt terwijl uw VAIO-computer uitstaat, wordt het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weergegeven. U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wil starten.
-
U kunt ook het Apps-scherm openen en VAIO Care selecteren.
Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Uw VAIO-computer bijwerken
Update regelmatig uw VAIO-computer met de volgende apps om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.
Opmerking
-
Om onderstaande update-instellingen uit te voeren, moet uw VAIO-computer verbinding met internet hebben.
Windows Update
Met Windows Update kunt u uw VAIO-computer stabieler maken.
-
Open de charms en selecteer de charm
Zoeken. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Geef "Windows Update" op in het zoekvak.
-
Selecteer Windows Update in de lijst en volg de instructies op het scherm om de updates te voltooien.
VAIO Update
VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet en downloadt en installeert die op uw VAIO-computer.
-
Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Windows Store-apps bijwerken
Zorg dat de Windows Store app geüpdatet wordt. Als een update vereist is, wordt een getal weergegeven in de tegel Store van het Start.
-
Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
-
Selecteer Updates rechtsboven in het scherm.
Het getal tussen haakjes is het aantal programma's dat u kunt gebruiken.
-
Zet een vinkje bij de apps die u wilt bijwerken en selecteer vervolgens Installeren.
Om de apps later te updaten, moet u het vinkje verwijderen.
Opmerkingen over de slaapstand
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u de slaapstand gebruikt.
-
Sommige USB-apparaten ondersteunen de slaapstand mogelijk niet. Wanneer uw VAIO-computer terugkeert uit de slaapstand, herkent de computer dergelijke USB-apparaten mogelijk niet, afhankelijk van het type en aantal aangesloten USB-apparaten.
Als u de computer niet in de slaapstand kunt zetten, koppelt u alle USB-apparaten los en probeert u het opnieuw.
-
Uw VAIO-computer keert vanuit slaapstand terug naar normale modus wanneer u de muis gebruikt, afhankelijk van de muis dat u gebruikt.
-
Als uw VAIO-computer in de slaapstand gaat wanneer de computer instabiel is, bestaat de mogelijkheid dat de computer niet uit de slaapstand terugkeert. De volgende werkwijze wordt aanbevolen:
-
Sla al uw bestanden op en sluit alle actieve apps voordat u uw VAIO-computer in de slaapstand zet.
-
Sluit uw VAIO-computer regelmatig af.
-
-
Afhankelijk van de huidige staat van Windows kan uw VAIO-computer misschien niet in slaapstand gaan.
-
Als uw VAIO-computer in de slaapstand gaat terwijl er nog taken actief zijn, zoals het branden van een dvd, wordt de taak in de wachtstand gezet.
-
Wanneer uw VAIO-computer geen verbinding heeft met het internet, kunt u geen updates ontvangen over e-mail, sociale netwerkdiensten (SNS) enz.
-
Uw VAIO-computer kan in slaapstand warm worden.
-
De koelventilator kan tijdens slaapstand draaien.
Een energiebeheerschema selecteren
Met Energiebeheer kunt u energiebeheerschema's instellen die geheel zijn aangepast aan uw eisen op het gebied van energieverbruik.
- Open Configuratiescherm. (Zie Configuratiescherm openen.)
- Selecteer Hardware en geluiden en Energiebeheer.
- Selecteer het gewenste energiebeheerschema.
- Als u de instellingen van het energiebeheerschema wilt wijzigen, selecteert u De schema-instellingen wijzigen rechts van het gewenste schema in het venster Energiebeheer.
Selecteer Geavanceerde energie-instellingen wijzigen als u geavanceerde instellingen wilt wijzigen.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over de instellingen van energiebeheerschema's.
Hint
-
Het pictogram van de stroomstatus geeft aan van wat voor soort stroomvoorziening uw VAIO-computer momenteel gebruikmaakt, en u kunt de stroomstatus van de computer zien door dit pictogram te selecteren.
Opmerkingen over het gebruik van de stroombron
Lees de volgende voorzorgen voordat u de stroombron gebruikt.
Opmerkingen over de netadapter
-
Gebruik de netadapter die bij uw VAIO-computer is meegeleverd of met originele producten van Sony. Gebruik geen enkele andere netadapter omdat hierdoor een storing kan worden veroorzaakt.
-
Sluit de netadapter niet aan op een stroomomvormer, zoals een stroomomzetter voor onderweg. Dit kan oververhitting of een storing veroorzaken.
-
Gebruik nooit een beschadigde of gebroken netadapter.
Opmerkingen over het aanzetten van uw VAIO-computer
-
Omdat uw VAIO-computer magnetische onderdelen bevat, moet u magnetische opslagmedia uit de buurt van de computer houden, omdat de gegevens hierdoor verminkt kunnen raken.
-
Plaats magnetische apparaten nooit in de buurt van de VAIO-computer.
Slaapstand gebruiken
In slaapstand kunt u uw VAIO-computer alleen laten; de computer blijft in dezelfde staat, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
De slaapstand activeren
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Selecteer
Aan/Uit en Slaapstand.
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat dit uit wanneer de computer in slaapstand gaat (met de standaardinstellingen).
Terugkeren naar de normale stand
-
Druk op de knop
(Aan/Uit).
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
-
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in de sluimerstand wanneer de batterijset leeg raakt. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden schakelt de computer mogelijk niet over naar de sluimerstand.
Als dit gebeurt en de batterijset leeg raakt, wordt de computer uitgeschakeld en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
-
Zorg ervoor dat de computer uit staat voordat u uw VAIO-computer verplaatst om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt door stoten of trillingen. Als de computer een stroomlampje heeft, zorg er dan voor dat dit helemaal uit is.
Hint
-
Standaard gaat uw VAIO-computer over in de slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit wanneer de computer op netstroom actief is.
-
De onderstaande bewerkingen zetten uw VAIO-computer ook in de slaapstand.
-
Druk op de knop
(Aan/Uit) (met de standaardinstellingen).
-
Scherpe en levendige beelden weergeven (modellen met X-Reality for mobile)
U kunt scherpe en heldere beelden weergeven met X-Reality for mobile, een beeldtechnologie van hoge kwaliteit.
- Start VAIO Control Center en selecteer Beeldkwaliteit (Image Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Stel de instelling X-Reality for mobile in op Aan.
Opmerking
-
De instelling verandert niet zo lang er beelden worden weergegeven.
De helderheid van het lcd-scherm wijzigen
U kunt helderheid van het lcd-scherm aanpassen.
- Druk op de toetscombinatie Fn+F5 of Fn+F6.
U verlaagt de lichtintensiteit door de toetsen Fn+F5 vast te houden. U verhoogt de lichtintensiteit door de toetsen Fn+F6 vast te houden.
Hint
-
De instelling voor de helderheid van het lcd-scherm blijft behouden, ook na het opnieuw opstarten van uw VAIO-computer.
De helderheid van het lcd-scherm automatisch wijzigen
Uw VAIO-computer meet de intensiteit van het omgevingslicht en past de helderheid van het lcd-scherm automatisch aan.
- Start VAIO Control Center en selecteer Beeldkwaliteit (Image Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- U kunt de optie voor automatische aanpassing in- of uitschakelen in Helderheid scherm (Display Brightness).
Hint
-
De intensiteit van het omgevingslicht wordt gemeten door de sensor voor omgevingslicht. Wanneer u de sensor voor omgevingslicht blokkeert, kan de helderheid van het lcd-scherm afnemen.
De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
U kunt de schermresolutie of de grootte van het VAIO-computerschermbeeld wijzigen dat wordt weergegeven op een extern beeldscherm, zoals een tv die met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) is aangesloten op uw computer.
- Sluit een HDMI-compatibele tv met een HDMI-kabel aan op uw VAIO-computer. (Zie Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten voor meer informatie.)
- Zet de tv aan.
- Start VAIO Control Center en selecteer Beeldkwaliteit (Image Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Resolutie extern beeldscherm (External Display Resolution).
- Ga naar het tabblad Selecteer resolutie (Select Resolution) en selecteer de gewenste resolutie.
Na enkele seconden wordt de geselecteerde resolutie toegepast.
- Als het computerbeeld niet op het weergavegebied van de tv past, gaat u naar het tabblad Pas resolutie aan (Adjust Resolution) om de weergavegrootte aan te passen.
Opmerking
-
Sommige resolutieopties zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of het aangesloten HDMI-apparaat.
-
De functie voor het aanpassen van de schermresolutie kan zijn uitgeschakeld, afhankelijk van de geselecteerde resolutie.
Weergavemodi selecteren
U kunt de beeldschermuitvoer schakelen tussen het computerscherm en een extern beeldscherm dat is aangesloten op uw VAIO-computer.
- Schakel een extern beeldscherm in.
- Druk meerdere keren op de toetscombinatie Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en druk dan op de toets Enter.
Opmerking
-
Als u een monitorkabel (niet meegeleverd) loskoppelt terwijl een extern beeldscherm is geselecteerd als beeldschermuitvoer, kan het lastig zijn om uw VAIO-computer te bedienen omdat het computerscherm blanco is.
Als u de schermuitvoer naar het computerscherm wilt schakelen, drukt u tweemaal op de toetscombinatie Fn+F7 en druk dan op de toets Enter.
-
De weergaveschakelaar kan onbruikbaar worden of uw VAIO-computer kan instabiel raken tijdens het afspelen van video. Sluit de weergavetoepassing voor video af voordat u de beeldschermuitvoer omschakelt.
-
De schakeloptie voor beeldschermuitvoer is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het type van het externe beeldscherm of de projector.
De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
Dankzij de functie Meerdere beeldschermen kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende beeldschermen.
Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de beeldschermpoort hebt aangesloten, kunnen het computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaublad fungeren.
- Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. (Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.)
- Selecteer Deze beeldschermen uitbreiden in de vervolgkeuzelijst naast Meerdere beeldschermen en OK.
Welke instellingen worden aangeboden, kan variëren afhankelijk van het aantal aangesloten externe beeldschermen.
Opmerking
-
Het is mogelijk dat het externe beeldscherm de functie Meerdere beeldschermen niet ondersteunt.
-
Het is mogelijk dat bepaalde apps niet compatibel zijn met de instellingen voor Meerdere beeldschermen.
-
Wijzig de beeldscherminstellingen niet tijdens het gebruik van grafische of video-apps of het afspelen van een dvd omdat het afspelen/weergeven hierdoor kan worden onderbroken of het systeem instabiel kan worden.
Wijzig de beeldscherminstellingen nadat u de grafische of video-app hebt afgesloten.
Hint
-
U kunt de schermresolutie instellen voor elk beeldscherm dat wordt gebruikt voor de functie Meerdere beeldschermen.
Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
U kunt een tv met een HDMI-ingangspoort met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) aansluiten op uw VAIO-computer.
Raadpleeg de handleiding bij het tv-toestel voor meer informatie over het gebruik en de installatie.
- Steek het netsnoer van de tv in een stopcontact en schakel deze in.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-uitgangspoort (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) van uw VAIO-computer en het andere uiteinde in de tv.
- Stel de tv-ingang in op de externe ingang.
Het beeld van uw VAIO-computer wordt weergegeven op de tv.
Opmerking
-
De vorm van de HDMI-uitgangspoort kan variëren afhankelijk van uw model. Gebruik een HDMI-kabel die compatibel is met de HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer.
-
Als een ander stuurprogramma voor een apparaat wordt gebruikt dan het stuurprogramma dat meegeleverd is door Sony, zal er geen beeld en geen geluid worden weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
-
Om geluid te horen dat afkomstig is van een apparaat dat aangesloten is op de aansluiting van de HDMI-uitgangspoort, moet u van apparaat voor geluidsweergave wisselen. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor uitgebreide instructies.
Hint
-
De HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer voldoet aan de standaard voor High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) en kan het transmissiekanaal van digitale videosignalen versleutelen ten behoeve van auteursrechtelijke bescherming, waardoor u een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd beeldmateriaal van hoge kwaliteit kunt bekijken.
Opmerkingen over het lcd-scherm
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik van het lcd-scherm.
-
Het lcd-scherm is gemaakt met technologie voor hoge precisie. Het is echter mogelijk dat voortdurend heel kleine zwarte en/of heldere puntjes (rood, blauw of groen) verschijnen op het lcd-scherm. Dit is een normaal gevolg van het productieproces en wijst niet op een defect.
-
Kras niet over het oppervlak van het lcd-scherm en oefen er geen druk op uit. Dit kan schade veroorzaken.
-
Het lcd-scherm kan warm worden tijdens het gebruik van de computer. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Door het mechanische ontwerp van het lcd-scherm/aanraakscherm van VAIO-computer, kan het schermoppervlak warm worden wanneer u de computer langdurig aaneengesloten gebruikt. Dit is normaal en wijst niet op een defect. (modellen met aanraakscherm)
-
Het lcd-scherm/aanraakscherm is gemaakt van gehard glas voor maximale duurzaamheid. Ga desondanks zorgvuldig om met het scherm: het is niet onbreekbaar. Als het scherm versplintert, moet u opletten dat u zich niet snijdt aan de scherven. (modellen met aanraakscherm)
-
Stel het lcd-scherm niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan het lcd-scherm beschadigd raken. Zorg dat u direct zonlicht tegenhoudt als u uw VAIO-computer gebruikt in de buurt van een raam.
-
Druk niet op het lcd-scherm of de randen. Mogelijk is het lcd-scherm gevoelig voor druk of scheeftrekken en kan het uitoefenen van druk het scherm beschadigen of de werking ervan verminderen.
-
Als u uw VAIO-computer gebruikt bij een lage omgevingstemperatuur, kan het beeld op het lcd-scherm wat blijven hangen. Dit wijst niet op een defect. Als de computer terug op normale temperatuur komt, doet dit probleem zich niet meer voor.
-
Het beeld op het lcd-scherm kan enigszins blijven hangen als hetzelfde beeld geruime tijd wordt weergegeven. Na enige tijd verdwijnt dit "beeldrestant". U kunt een schermbeveiliging gebruiken om te vermijden dat het beeld inbrandt in het scherm.
De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen
U kunt de beeldschermresolutie wijzigen om de grootte van de tekens en afbeeldingen op het computerscherm aan te passen.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie.
- Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. (Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.)
- Selecteer de huidige schermresolutie naast Resolutie en verplaats de schuifregelaar om de schermresolutie te wijzigen.
Opmerking
-
Afhankelijk van de hoeveelheid videogeheugen van uw VAIO-computer bestaat de kans dat u geen video's in hoge resolutie kunt afspelen. Verlaag in dat geval de schermresolutie.
-
Wijzig de instelling voor de beeldschermresolutie niet tijdens het gebruik van grafische of video-apps of het afspelen van een dvd omdat het afspelen/weergeven hierdoor kan worden onderbroken of het systeem instabiel kan worden.
Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u het aanraakscherm gebruikt.
-
Druk niet hard of ongecontroleerd op het aanraakscherm.
Zachte aanrakingen volstaan omdat uw VAIO-computer is uitgerust met een capacitief aanraakscherm.
-
Het aanraakscherm werkt misschien niet correct wanneer u uw VAIO-computer aan zet terwijl u het scherm aanraakt of als de computer tijdens het opstarten invloed van elektromagnetische straling ondervindt. Start in dat geval de computer opnieuw op.
-
Het kan even duren voordat uw aanraakscherm functioneert nadat uw VAIO-computer vanuit de slaapstand in de normale stand terugkeert. In dat geval wacht u even voordat u het aanraakscherm opnieuw gebruikt.
-
Houd het aanraakscherm schoon voor optimale gevoeligheid. Vuil kan het scherm beschadiging of storingen veroorzaken.
De tekengrootte (DPI) wijzigen (modellen met aanraakscherm)
U kunt de tekengrootte (DPI) wijzigen om het formaat van tekst en pictogrammen te wijzigen, voor eenvoudigere bediening via het aanraakscherm.
- Open het Configuratiescherm en selecteer Vormgeving en persoonlijke instellingen en Tekst en andere items groter of kleiner maken. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer de gewenste instellingen in de opties en selecteer vervolgens Toepassen.
- Als er een bericht verschijnt waarin wordt aanbevolen om u af te melden, selecteert u Nu afmelden.
- Meld u opnieuw aan.
De tekstgrootte in Windows is gewijzigd.
Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
U kunt uw VAIO-computer bedienen door op het aanraakscherm te tikken of eenvoudige gebaren te maken met uw vingers.
Standaardbewerkingen
Klikken (tikken)
Tik met één vinger op het aanraakscherm. U kunt een knop, zoals OK en Annuleren, of een optie in een menu selecteren door erop te tikken.
Dubbelklikken (dubbeltikken)
Tik tweemaal snel achter elkaar met één vinger op het aanraakscherm.
U kunt een toepassing starten, zoals en tekstverwerker of spreadsheetprogramma, of bestanden openen door dubbel te tikken op het pictogram.
Slepen
Plaats uw vinger in de gewenste positie op het aanraakscherm en schuif. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of het formaat van vensters wijzigen.
Slepen en neerzetten
Tik op het pictogram van het gewenste bestand, sleep het naar een map, venster of toepassingspictogram en til uw vinger van het scherm. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of kopiëren.
Geavanceerde bewerkingen
U kunt uw VAIO-computer bedienen door eenvoudige gebaren op het aanraakscherm te maken met uw vingers.
De werking van gebaren verschilt per toepassing.
Met de rechtermuisknop klikken (tikken en vasthouden)
Tik en houd het gewenste punt op het aanraakscherm enkele seconden vast. Til daarna uw vinger van het scherm. Afhankelijk van de plaats waar u tikt, kunt u verschillende menu's weergeven.
Schuiven
Tik en schuif in een schuifbaar gedeelte van een venster, zoals een venster van Internet Explorer. U kunt ook de verticale schuifbalk in het geselecteerde venster gebruiken om door het venster te schuiven.
Inzoomen en uitzoomen op een afbeelding of foto (zoomen)
Maak een knijpbeweging met twee vingers op het aanraakscherm om in- of uit te zoomen op een afbeelding, zoals een foto in Foto's. Beweeg de vingers uit elkaar om in te zoomen of naar elkaar toe om uit te zoomen.
Een afbeelding of foto draaien (roteren)
Plaats twee vingers op het aanraakscherm en draai deze in een cirkel om een afbeelding of foto te roteren. Of u afbeeldingen kunt draaien, is afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Selecteren door te vegen
Veeg uw vinger over een korte afstand in de richting waarin schuiven in het scherm niet mogelijk is.
U kunt items zoals toepassingstegels of afbeeldingen selecteren.
Ingebouwde sensoren
Met de ingebouwde versnellingsmeter, het digitale kompas (magnetometer) en de gyrosensor kunt u de volgende functies gebruiken.
Schermrotatie met de ingebouwde snelheidsmeter
Wanneer u uw VAIO-computer draait, detecteert de ingebouwde versnellingsmeter automatisch de beweging en draait het computerscherm naar staand of liggend, afhankelijk van de richting van de computer.
Navigatiehulp met het ingebouwde digitale kompas
Het ingebouwde kompas biedt hulp bij navigatie in compatibele apps door de richting van uw VAIO-computer te detecteren.
De werking van apps met de ingebouwde gyrosensor
De ingebouwde gyrosensor detecteert kantelende bewegingen van uw VAIO-computer, zodat u handelingen kunt uitvoeren in apps, zoals spellen.
Hint
-
U moet het ingebouwde digitale kompas ijken als de app de richting niet goed weergeeft. Zie Opmerkingen over ingebouwde sensoren voor meer informatie.
Opmerkingen over ingebouwde sensoren
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de ingebouwde sensoren gebruikt.
Opmerkingen over de ingebouwde snelheidsmeter
-
U kunt de richting van het computerscherm niet wijzigen wanneer uw VAIO-computer op een extern beeldscherm is aangesloten. Als u uw computer op een extern beeldscherm aansluit terwijl de computer verticaal staat, wijzigt het computerscherm automatisch naar horizontale stand (liggend).
-
Het beeld kan vervormd raken als u de richting van het beeldscherm verandert terwijl de schermbeveiliging actief is.
-
Sommige apps ondersteunen niet de verticale positie, waardoor ze mogelijk niet goed functioneren. In dat geval gebruikt u uw VAIO-computer in horizontale stand.
Opmerkingen over het gebruik van het ingebouwde digitale kompas
-
Het ingebouwde digitale kompas werkt door het detecteren van een magnetische richting. Vertrouw niet uitsluitend op de locatiegegevens van het ingebouwde digitale kompas.
De nauwkeurigheid van het digitale kompas kan eenvoudig worden beïnvloed door magnetische interferentie en werkt misschien niet goed, vooral niet in de volgende situaties:
-
In een lift of een ruimte met ijzerhoudende materialen, zoals ijzeren raamkozijnen of gewapend beton
-
In de buurt van constructies van gewapend beton, zoals een voetbrug, een vliegveld of het perron van een treinstation
-
In de buurt van of in een trein of een auto
-
In de buurt van een transformatorhuis op de grond of hoogspanningskabels
-
In de buurt van metaal, zoals een bureau met metalen poten of meubels van metaal
-
In de buurt van materiaal met een hoge mate van magnetische lading, zoals een magneet, een magnetische houder, of luidsprekers
De meegeleverde pen (modellen met Digitaliseerstylus) en het toetsenbord bevatten magneten. Als u de pen of het toetsenbord in de buurt van de magnetometer (
) op uw VAIO-computer houdt, werkt het digitale kompas misschien niet goed.
-
-
Wanneer het magnetisme rondom uw VAIO-computer instabiel is, kan de nauwkeurigheid van het ingebouwde digitale kompas minder worden; dit is echter normaal en duidt niet op een storing. In dat geval moet u het digitale kompas kalibreren.
Ga weg van materiaal dat magnetische interferentie kan veroorzaken, zoals metalen producten of magneten, en voer de volgende handelingen uit terwijl u een app gebruikt die het digitale kompas gebruikt.
Voordat u de handelingen uitvoert, houdt u de pen (modellen met Digitaliseerstylus) en het toetsenbord uit de buurt van uw VAIO-computer en vouwt u de standaard achterop uw computer in.
-
Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond. Houd de computer met beide handen vast en draai de computer vervolgens eenmaal 360 graden met de klok mee met het lcd-scherm naar boven gericht.
-
Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond. Houd de computer met beide handen vast en draai de computer vervolgens eenmaal 360 graden in lengterichting.
-
Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond. Houd de computer met beide handen vast en draai de computer vervolgens eenmaal 360 graden in diagonale richting.
-
Als het probleem blijft bestaan nadat u alle bovenstaande handelingen hebt uitgevoerd, herhaal dan deze handelingen enkele keren. Als het probleem nog steeds aanhoudt, verplaats dan uw VAIO-computer naar een locatie met minder magnetische storingen.
-
De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel
U kunt de schermresolutie of de grootte van het VAIO-computerschermbeeld wijzigen dat wordt weergegeven op een extern beeldscherm, zoals een tv die met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) is aangesloten op uw computer.
- Sluit een HDMI-compatibele tv met een HDMI-kabel aan op uw VAIO-computer. (Zie Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten voor meer informatie.)
- Zet de tv aan.
- Start VAIO Control Center en selecteer Beeldkwaliteit (Image Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Resolutie extern beeldscherm (External Display Resolution).
- Ga naar het tabblad Selecteer resolutie (Select Resolution) en selecteer de gewenste resolutie.
Na enkele seconden wordt de geselecteerde resolutie toegepast.
- Als het computerbeeld niet op het weergavegebied van de tv past, gaat u naar het tabblad Pas resolutie aan (Adjust Resolution) om de weergavegrootte aan te passen.
Opmerking
-
Sommige resolutieopties zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of het aangesloten HDMI-apparaat.
-
De functie voor het aanpassen van de schermresolutie kan zijn uitgeschakeld, afhankelijk van de geselecteerde resolutie.
Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
U kunt een tv met een HDMI-ingangspoort met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) aansluiten op uw VAIO-computer.
Raadpleeg de handleiding bij het tv-toestel voor meer informatie over het gebruik en de installatie.
- Steek het netsnoer van de tv in een stopcontact en schakel deze in.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-uitgangspoort (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) van uw VAIO-computer en het andere uiteinde in de tv.
- Stel de tv-ingang in op de externe ingang.
Het beeld van uw VAIO-computer wordt weergegeven op de tv.
Opmerking
-
De vorm van de HDMI-uitgangspoort kan variëren afhankelijk van uw model. Gebruik een HDMI-kabel die compatibel is met de HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer.
-
Als een ander stuurprogramma voor een apparaat wordt gebruikt dan het stuurprogramma dat meegeleverd is door Sony, zal er geen beeld en geen geluid worden weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
-
Om geluid te horen dat afkomstig is van een apparaat dat aangesloten is op de aansluiting van de HDMI-uitgangspoort, moet u van apparaat voor geluidsweergave wisselen. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor uitgebreide instructies.
Hint
-
De HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer voldoet aan de standaard voor High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) en kan het transmissiekanaal van digitale videosignalen versleutelen ten behoeve van auteursrechtelijke bescherming, waardoor u een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd beeldmateriaal van hoge kwaliteit kunt bekijken.
Weergavemodi selecteren
U kunt de beeldschermuitvoer schakelen tussen het computerscherm en een extern beeldscherm dat is aangesloten op uw VAIO-computer.
- Schakel een extern beeldscherm in.
- Druk meerdere keren op de toetscombinatie Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en druk dan op de toets Enter.
Opmerking
-
Als u een monitorkabel (niet meegeleverd) loskoppelt terwijl een extern beeldscherm is geselecteerd als beeldschermuitvoer, kan het lastig zijn om uw VAIO-computer te bedienen omdat het computerscherm blanco is.
Als u de schermuitvoer naar het computerscherm wilt schakelen, drukt u tweemaal op de toetscombinatie Fn+F7 en druk dan op de toets Enter.
-
De weergaveschakelaar kan onbruikbaar worden of uw VAIO-computer kan instabiel raken tijdens het afspelen van video. Sluit de weergavetoepassing voor video af voordat u de beeldschermuitvoer omschakelt.
-
De schakeloptie voor beeldschermuitvoer is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het type van het externe beeldscherm of de projector.
De functie Meerdere beeldschermen gebruiken
Dankzij de functie Meerdere beeldschermen kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende beeldschermen.
Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de beeldschermpoort hebt aangesloten, kunnen het computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaublad fungeren.
- Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. (Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.)
- Selecteer Deze beeldschermen uitbreiden in de vervolgkeuzelijst naast Meerdere beeldschermen en OK.
Welke instellingen worden aangeboden, kan variëren afhankelijk van het aantal aangesloten externe beeldschermen.
Opmerking
-
Het is mogelijk dat het externe beeldscherm de functie Meerdere beeldschermen niet ondersteunt.
-
Het is mogelijk dat bepaalde apps niet compatibel zijn met de instellingen voor Meerdere beeldschermen.
-
Wijzig de beeldscherminstellingen niet tijdens het gebruik van grafische of video-apps of het afspelen van een dvd omdat het afspelen/weergeven hierdoor kan worden onderbroken of het systeem instabiel kan worden.
Wijzig de beeldscherminstellingen nadat u de grafische of video-app hebt afgesloten.
Hint
-
U kunt de schermresolutie instellen voor elk beeldscherm dat wordt gebruikt voor de functie Meerdere beeldschermen.
Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten
U kunt een tv met een HDMI-ingangspoort met een HDMI-kabel (niet meegeleverd) aansluiten op uw VAIO-computer.
Raadpleeg de handleiding bij het tv-toestel voor meer informatie over het gebruik en de installatie.
- Steek het netsnoer van de tv in een stopcontact en schakel deze in.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-uitgangspoort (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) van uw VAIO-computer en het andere uiteinde in de tv.
- Stel de tv-ingang in op de externe ingang.
Het beeld van uw VAIO-computer wordt weergegeven op de tv.
Opmerking
-
De vorm van de HDMI-uitgangspoort kan variëren afhankelijk van uw model. Gebruik een HDMI-kabel die compatibel is met de HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer.
-
Als een ander stuurprogramma voor een apparaat wordt gebruikt dan het stuurprogramma dat meegeleverd is door Sony, zal er geen beeld en geen geluid worden weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
-
Om geluid te horen dat afkomstig is van een apparaat dat aangesloten is op de aansluiting van de HDMI-uitgangspoort, moet u van apparaat voor geluidsweergave wisselen. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor uitgebreide instructies.
Hint
-
De HDMI-uitgangspoort op uw VAIO-computer voldoet aan de standaard voor High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) en kan het transmissiekanaal van digitale videosignalen versleutelen ten behoeve van auteursrechtelijke bescherming, waardoor u een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd beeldmateriaal van hoge kwaliteit kunt bekijken.
Opmerkingen over het lcd-scherm
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik van het lcd-scherm.
-
Het lcd-scherm is gemaakt met technologie voor hoge precisie. Het is echter mogelijk dat voortdurend heel kleine zwarte en/of heldere puntjes (rood, blauw of groen) verschijnen op het lcd-scherm. Dit is een normaal gevolg van het productieproces en wijst niet op een defect.
-
Kras niet over het oppervlak van het lcd-scherm en oefen er geen druk op uit. Dit kan schade veroorzaken.
-
Het lcd-scherm kan warm worden tijdens het gebruik van de computer. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Door het mechanische ontwerp van het lcd-scherm/aanraakscherm van VAIO-computer, kan het schermoppervlak warm worden wanneer u de computer langdurig aaneengesloten gebruikt. Dit is normaal en wijst niet op een defect. (modellen met aanraakscherm)
-
Het lcd-scherm/aanraakscherm is gemaakt van gehard glas voor maximale duurzaamheid. Ga desondanks zorgvuldig om met het scherm: het is niet onbreekbaar. Als het scherm versplintert, moet u opletten dat u zich niet snijdt aan de scherven. (modellen met aanraakscherm)
-
Stel het lcd-scherm niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan het lcd-scherm beschadigd raken. Zorg dat u direct zonlicht tegenhoudt als u uw VAIO-computer gebruikt in de buurt van een raam.
-
Druk niet op het lcd-scherm of de randen. Mogelijk is het lcd-scherm gevoelig voor druk of scheeftrekken en kan het uitoefenen van druk het scherm beschadigen of de werking ervan verminderen.
-
Als u uw VAIO-computer gebruikt bij een lage omgevingstemperatuur, kan het beeld op het lcd-scherm wat blijven hangen. Dit wijst niet op een defect. Als de computer terug op normale temperatuur komt, doet dit probleem zich niet meer voor.
-
Het beeld op het lcd-scherm kan enigszins blijven hangen als hetzelfde beeld geruime tijd wordt weergegeven. Na enige tijd verdwijnt dit "beeldrestant". U kunt een schermbeveiliging gebruiken om te vermijden dat het beeld inbrandt in het scherm.
Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
Als er geen geluid hoorbaar is van het externe apparaat dat is aangesloten op uw VAIO-computer, moet u een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren.
- Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer Geluid.
- Selecteer het tabblad Afspelen.
- Controleer of er een vinkje staat naast het pictogram van het apparaat dat het uitgevoerde geluid van de computer moet afspelen.
Als er geen vinkje naast het pictogram staat, selecteert u het pictogram en klikt u op Standaard.
- Selecteer OK.
De samplefrequentie en bitdiepte wijzigen
Stel de samplefrequentie en bitdiepte van het digitale uitvoersignaal af op uw digitale geluidsapparaat.
Volg de bovenstaande stappen 1 t/m 3 en selecteer dan het pictogram van het HDMI-apparaat en Eigenschappen. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de samplefrequentie en de bitdiepte (bijvoorbeeld 16 bits, 48.000 Hz (dvd-kwaliteit)) die door het apparaat worden ondersteund en daarna OK.
Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
U kunt een home theater-ontvanger van hoge kwaliteit of een ander surround sound-decodeerapparaat tussen uw VAIO-computer en tv aansluiten via een HDMI-verbinding.
- Controleer of de HDMI-verbinding tussen de tv en de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat tot stand is gebracht.
- Wijzig het apparaat voor geluidsuitvoer in de HDMI-uitgang. (Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.)
- Zet de tv aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Zet de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-ingangspoort van de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat en het andere uiteinde in de HDMI-uitgangspoort van uw VAIO-computer.
Hint
-
U kunt de schermresolutie van de aangesloten tv aanpassen met uw VAIO-computer. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel voor meer informatie.
-
Bij het gebruik van een HDMI-verbinding kan het volume alleen door het aangesloten audioapparaat worden geregeld. Uw VAIO-computer kan het uitgangsvolume van aangesloten apparaten niet regelen.
Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
U kunt uw VAIO-computer met de BIOS-functie opstarten vanaf externe apparaten zoals een optisch station, een USB-diskettestation of een USB-stick.
- Sluit een extern apparaat aan op uw VAIO-computer.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Het opstartproces vanaf het externe apparaat wordt gestart.
Opmerking
-
Koppel alle apparaten af van uw VAIO-computer, behalve het externe apparaat vanaf waar u wilt opstarten. Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt om de computer op te starten of kunnen niet worden gebruikt met de computer.
-
Als een netadapter is geleverd bij het externe apparaat, moet u deze eerst aansluiten op een netspanningsbron.
Luidsprekervolume aanpassen
U kunt het volumeniveau van de luidsprekers en hoofdtelefoon wijzigen.
Het volume aanpassen met de toets Fn
Druk op de toets F3 terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt om het volume zachter te zetten. Druk op de toets F4 terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt om het volume harder te zetten.
U kunt het volume ook aanpassen door op de knoppen VOL (volume) (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) te drukken op uw VAIO-computer.
Het volume uitschakelen met de toets Fn
Druk op de toets F2 terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt om het volume van de luidsprekers en de hoofdtelefoon uit te zetten.
Druk nogmaals op de toetsen Fn+F2 om het geluid weer aan te zetten.
U kunt ook op de toetsen Fn+F3 of Fn+F4 drukken om het geluid aan te zetten.
Het volume in aanpassen in Windows
U kunt het volume voor elk apparaat en elke app aanpassen in het Configuratiescherm.
- Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer Systeemvolume aanpassen onder Geluid.
- Schuif de schuifregelaar onder Apparaat of Toepassingen naar rechts of links om het gewenste volumeniveau in te stellen.
Als het volume is uitgeschakeld (
), selecteert u
(Demping opheffen) om het volume in te schakelen (
). Als het volume zeer laag is, zet u het volume hoger met de schuifregelaar.
Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren
Als er geen geluid hoorbaar is van het externe apparaat dat is aangesloten op uw VAIO-computer, moet u een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren.
- Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer Geluid.
- Selecteer het tabblad Afspelen.
- Controleer of er een vinkje staat naast het pictogram van het apparaat dat het uitgevoerde geluid van de computer moet afspelen.
Als er geen vinkje naast het pictogram staat, selecteert u het pictogram en klikt u op Standaard.
- Selecteer OK.
De samplefrequentie en bitdiepte wijzigen
Stel de samplefrequentie en bitdiepte van het digitale uitvoersignaal af op uw digitale geluidsapparaat.
Volg de bovenstaande stappen 1 t/m 3 en selecteer dan het pictogram van het HDMI-apparaat en Eigenschappen. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de samplefrequentie en de bitdiepte (bijvoorbeeld 16 bits, 48.000 Hz (dvd-kwaliteit)) die door het apparaat worden ondersteund en daarna OK.
Microfoonvolume aanpassen
U kunt het volumeniveau van de microfoon aanpassen.
- Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer Geluid.
- Selecteer het tabblad Opnemen.
- Dubbelklik op het pictogram van de microfoon.
- Ga naar het tabblad Niveaus in het venster Microfooneigenschappen.
- Schuif de schuifregelaar onder Microfoon naar rechts of links om het gewenste volumeniveau in te stellen.
Als het microfoonvolume ook op het maximale volumeniveau nog niet luid genoeg is, verschuift u de schuifregelaar onder Microfoonversterking naar rechts en links om het volumeniveau aan te passen.
- Selecteer OK.
Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
U kunt een home theater-ontvanger van hoge kwaliteit of een ander surround sound-decodeerapparaat tussen uw VAIO-computer en tv aansluiten via een HDMI-verbinding.
- Controleer of de HDMI-verbinding tussen de tv en de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat tot stand is gebracht.
- Wijzig het apparaat voor geluidsuitvoer in de HDMI-uitgang. (Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.)
- Zet de tv aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Zet de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-ingangspoort van de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat en het andere uiteinde in de HDMI-uitgangspoort van uw VAIO-computer.
Hint
-
U kunt de schermresolutie van de aangesloten tv aanpassen met uw VAIO-computer. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel voor meer informatie.
-
Bij het gebruik van een HDMI-verbinding kan het volume alleen door het aangesloten audioapparaat worden geregeld. Uw VAIO-computer kan het uitgangsvolume van aangesloten apparaten niet regelen.
Afspelen van optimaal geluid voor uw VAIO-Computer met ClearAudio+
ClearAudio+ zorgt voor geluid van hoge kwaliteit dat is geoptimaliseerd voor uw VAIO-computer door digitale signaalverwerkingstechnologieën die oorspronkelijk zijn ontwikkeld door Sony.
Met een eenvoudige handeling kunt u genieten van rijk geluid met heldere hoge tonen en diepe lage tonen.
- Start VAIO Control Center en selecteer Geluidskwaliteit (Sound Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer de geluidsmodus in Geluidseffecten (Sound Effects).
Het geoptimaliseerde geluid wordt gereproduceerd wanneer u de ClearAudio+-modus selecteert die overeenkomt met uw geluidsbron.
Hint
-
U kunt de geluidseffecten ook aanpassen aan uw voorkeuren in Meer informatie (Details) onder Geluidseffecten (Sound Effects).
Luidsprekervolume aanpassen
U kunt het volumeniveau van de luidsprekers en hoofdtelefoon wijzigen.
Het volume aanpassen met de toets Fn
Druk op de toets F3 terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt om het volume zachter te zetten. Druk op de toets F4 terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt om het volume harder te zetten.
U kunt het volume ook aanpassen door op de knoppen VOL (volume) (Onderdelen en besturingselementen aan de zijkanten) te drukken op uw VAIO-computer.
Het volume uitschakelen met de toets Fn
Druk op de toets F2 terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt om het volume van de luidsprekers en de hoofdtelefoon uit te zetten.
Druk nogmaals op de toetsen Fn+F2 om het geluid weer aan te zetten.
U kunt ook op de toetsen Fn+F3 of Fn+F4 drukken om het geluid aan te zetten.
Afspelen van optimaal geluid voor uw VAIO-Computer met ClearAudio+
ClearAudio+ zorgt voor geluid van hoge kwaliteit dat is geoptimaliseerd voor uw VAIO-computer door digitale signaalverwerkingstechnologieën die oorspronkelijk zijn ontwikkeld door Sony.
Met een eenvoudige handeling kunt u genieten van rijk geluid met heldere hoge tonen en diepe lage tonen.
- Start VAIO Control Center en selecteer Geluidskwaliteit (Sound Quality). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer de geluidsmodus in Geluidseffecten (Sound Effects).
Het geoptimaliseerde geluid wordt gereproduceerd wanneer u de ClearAudio+-modus selecteert die overeenkomt met uw geluidsbron.
Hint
-
U kunt de geluidseffecten ook aanpassen aan uw voorkeuren in Meer informatie (Details) onder Geluidseffecten (Sound Effects).
Microfoonvolume aanpassen
U kunt het volumeniveau van de microfoon aanpassen.
- Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer Geluid.
- Selecteer het tabblad Opnemen.
- Dubbelklik op het pictogram van de microfoon.
- Ga naar het tabblad Niveaus in het venster Microfooneigenschappen.
- Schuif de schuifregelaar onder Microfoon naar rechts of links om het gewenste volumeniveau in te stellen.
Als het microfoonvolume ook op het maximale volumeniveau nog niet luid genoeg is, verschuift u de schuifregelaar onder Microfoonversterking naar rechts en links om het volumeniveau aan te passen.
- Selecteer OK.
Een digitaal apparaat van hoge kwaliteit voor geluidsweergave tussen uw VAIO-computer en een tv aansluiten
U kunt een home theater-ontvanger van hoge kwaliteit of een ander surround sound-decodeerapparaat tussen uw VAIO-computer en tv aansluiten via een HDMI-verbinding.
- Controleer of de HDMI-verbinding tussen de tv en de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat tot stand is gebracht.
- Wijzig het apparaat voor geluidsuitvoer in de HDMI-uitgang. (Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.)
- Zet de tv aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Zet de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat aan en selecteer de HDMI-ingang als signaalbron.
- Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-ingangspoort van de home theater-ontvanger of het surround sound-decodeerapparaat en het andere uiteinde in de HDMI-uitgangspoort van uw VAIO-computer.
Hint
-
U kunt de schermresolutie van de aangesloten tv aanpassen met uw VAIO-computer. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen op een apparaat dat is aangesloten met een HDMI-kabel voor meer informatie.
-
Bij het gebruik van een HDMI-verbinding kan het volume alleen door het aangesloten audioapparaat worden geregeld. Uw VAIO-computer kan het uitgangsvolume van aangesloten apparaten niet regelen.
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
Het touchpad gebruiken
Door met uw vinger over het touchpad te schuiven, kunt u de aanwijzer bewegen op het computerscherm.
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk op de linker- of rechterknop om een opdracht uit te voeren of een menu te openen.
-
Linkerknop
-
Rechterknop
Klikken
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk eenmaal op de linkerknop.
U kunt ook een keer op het touchpad tikken.
Dubbelklikken
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk snel tweemaal op de linkerknop.
U kunt ook twee keer snel achter elkaar op het touchpad tikken.
Met de rechtermuisknop klikken
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk eenmaal op de rechterknop.
U kunt ook met twee vingers op het touchpad tikken.
Er wordt een snelmenu geopend waarvan de inhoud afhankelijk is van de plaats van de aanwijzer.
Slepen
Plaats de aanwijzer op het gewenste item of object, houd de linkerknop ingedrukt en schuif met uw vinger over het touchpad.
U kunt ook twee keer snel achter elkaar op het touchpad tikken en bij de tweede tap uw vinger schuiven.
Slepen en neerzetten
Sleep een pictogram, zoals een bestand, naar de gewenste locatie en laat de linkerknop los.
U kunt ook twee keer snel achter elkaar op pictogram tikken en bij de tweede tik uw vinger naar de gewenste locatie schuiven en vervolgens uw vinger van het touchpad halen.
Bladeren
Schuif met twee vingers omhoog en omlaag op het touchpad om verticaal in het venster te schuiven.
Schuif met twee vingers van links naar rechts op het touchpad of andersom om horizontaal in het venster te schuiven.
Openen van het app-menu
Plaats uw vinger op de bovenrand van het touchpad en schuif omlaag.
Het app-menu wordt niet geopend als een app niet door het app-menu ondersteund wordt.
De charms openen
Plaats uw vinger op de rechterrand van het touchpad en schuif naar links. Zie De charms openen voor meer informatie.
Schakelen tussen toepassingen
Plaats uw vinger op de linker rand van het touchpad en schuif uw vinger naar rechts om naar de actieve app te gaan. Als er meer dan één toepassing actief is, herhaalt u deze actie om naar de volgende toepassing te schakelen, beginnend bij de meest recente toepassing.
Opmerking
-
De gebarenfunctie (bladeren, app-menu openen, charms openen, schakelen tussen apps) werkt mogelijk niet, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van uw VAIO-computer of de instellingen van het touchpad.
De ingebouwde camera gebruiken
Met de ingebouwde camera en communicatieapps kunt u videogesprekken voeren via internet.
Het lampje voor de ingebouwde camera brandt bij gebruik van de ingebouwde camera.
Voorzijde
-
Lampje voor ingebouwde camera voor
-
Ingebouwde camera voor
-
Ingebouwde dubbele microfoons
Terug
-
Ingebouwde camera achter
-
Lampje voor ingebouwde camera achter
Hint
-
De apps die op uw VAIO-computer geïnstalleerd zijn, hangen af van de computerconfiguratie.
-
Sommige apps ondersteunen misschien niet alle resolutie-instellingen van de ingebouwde camera niet.
-
Als de netfrequentie op uw locatie verschilt van wat in de camera-app is ingesteld, werkt het autofocus-systeem van de ingebouwde camera achter misschien niet goed.
De antivirusapp voor uw VAIO-computer gebruiken
Bescherm uw VAIO-computer tegen computervirussen door een antivirusapp te gebruiken.
U kunt de antivirusapp actueel houden met de recentste updates door deze updates vanaf de website van de producent te downloaden en te installeren. Als u de antivirusapp wilt bijwerken, kijkt u van welke producent de op uw VAIO-computer geïnstalleerde antivirusapp afkomstig is en voert u de volgende stappen uit.
- Controleer of uw VAIO-computer verbinding heeft met internet.
- Voer één van deze handelingen uit al naargelang het geïnstalleerde antivirusapp.
Voor Trend Micro:
Start Trend Micro Titanium Maximum Security.
Voor McAfee:
Start McAfee LiveSafe - Internet Security, McAfee Internet Security of McAfee Total Protection.
Voor Windows Defender:
Start Windows Defender.
Voor Kaspersky Internet Security:
Start Kaspersky Internet Security.
- Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
-
De feitelijke procedure kan van bovenstaande procedure afwijken, afhankelijk van de versie die op uw VAIO-computer staat. In dat geval volgt u de instructies op het scherm op.
Hint
-
Zie Apps starten voor informatie over het starten van de antivirusapp.
-
Raadpleeg het Help-bestand bij uw app voor meer informatie.
Overschakelen van een lokale account naar een Microsoft-account
In Windows 8 kunt u overschakelen tussen een lokale account en een Microsoft-account.
Door van een lokale account over te schakelen naar een Microsoft-account kunt u apps downloaden vanuit de Windows Store.
Wilt u een Microsoft-account maken of ernaar overschakelen, volg dan de volgende stappen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Accounts en Uw account in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Selecteer Koppelen aan een Microsoft-account.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Om naar een lokale account over te schakelen, selecteert u in stap 4 Koppeling verbreken in plaats van Koppelen aan een Microsoft-account.
-
Als u uw wachtwoord voor een Microsoft-account bent vergeten, neemt u contact op met de helpdesk van Microsoft.
Uw Windows-wachtwoord maken/wijzigen/verwijderen
Stel een Windows-wachtwoord in om uw VAIO-computer te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. De gebruiker moet dat wachtwoord invoeren als de computer wordt ingeschakeld en als de computer teruggaat naar de normale stand vanuit een energiebesparingsstand.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over het Windows-wachtwoord.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Accounts en Aanmeldingsopties in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Selecteer Toevoegen of Wijzigen onder Wachtwoord.
- Volg de instructies op het scherm om uw wachtwoord in te voeren.
Opmerking
-
Zorg dat u het wachtwoord niet vergeet. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Hint
-
U kunt een geheugensteun invoeren om u te helpen het wachtwoord te onthouden. U kunt ook een wachtwoordhersteldiskette maken waarmee u een nieuw wachtwoord kunt instellen. Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over het Windows-wachtwoord.
Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen
U kunt met de BIOS-functie een wachtwoord (opstartwachtwoord) instellen voor het opstarten van uw VAIO-computer. U wordt gevraagd om het opstartwachtwoord in te voeren nadat het VAIO-logo verschijnt bij het opstarten van de computer.
Er zijn twee soorten wachtwoorden. Stel eerst het computerwachtwoord in.
-
Computerwachtwoord (voor beheerders):
Met dit wachtwoord zijn gebruikers met beheerdersrechten bevoegd om alle configuratieopties in het scherm BIOS Setup aan te passen en uw VAIO-computer op te starten.
-
Gebruikerswachtwoord (voor gebruikers zonder beheerdersrechten):
Hiermee kunnen gebruikers met beheerrechten bepaalde instellingen in het BIOS-scherm aanpassen en uw VAIO-computer opstarten. U kunt het gebruikerswachtwoord pas instellen nadat u het computerwachtwoord hebt ingesteld.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Voer het wachtwoord in en druk op Enter.
U wijzigt het wachtwoord door het huidige wachtwoord en een nieuw wachtwoord in te voeren. Het wachtwoord mag maximaal 32 alfanumerieke tekens lang zijn (inclusief spaties) en er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
- Druk op de toets
of
om Password when Power On te selecteren, druk op Enter en selecteer Enabled.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
- Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
Opmerking
-
Noteer het wachtwoord om te voorkomen dat u het vergeet.
-
Als u het opstartwachtwoord bent vergeten, kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U kunt het gebruikerswachtwoord opnieuw instellen in het scherm BIOS Setup nadat u het computerwachtwoord hebt ingevoerd.
-
Als u het computerwachtwoord bent vergeten, moet het wachtwoord worden gereset door een erkend Sony-service-/ondersteuningscentrum. (De kosten voor het terugzetten worden in rekening gebracht.)
Het opstartwachtwoord verwijderen
Als het opstartwachtwoord niet langer nodig is voor uw VAIO-computer, kunt u de volgende stappen uitvoeren om het computerwachtwoord en gebruikerswachtwoord te verwijderen.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Laat de velden Enter New Password en Confirm New Password leeg en druk op Enter.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
De systeeminformatie bekijken
U kunt de systeeminformatie van uw VAIO-computer bekijken.
- Start VAIO Care (Desktop). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Care (Desktop).)
- Selecteer Over uw VAIO (About Your VAIO) en Systeeminformatie (System information).
De systeeminformatie van uw VAIO-computer wordt weergegeven.
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
U kunt uw VAIO-computer met de BIOS-functie opstarten vanaf externe apparaten zoals een optisch station, een USB-diskettestation of een USB-stick.
- Sluit een extern apparaat aan op uw VAIO-computer.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Het opstartproces vanaf het externe apparaat wordt gestart.
Opmerking
-
Koppel alle apparaten af van uw VAIO-computer, behalve het externe apparaat vanaf waar u wilt opstarten. Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt om de computer op te starten of kunnen niet worden gebruikt met de computer.
-
Als een netadapter is geleverd bij het externe apparaat, moet u deze eerst aansluiten op een netspanningsbron.
Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen
U kunt met de BIOS-functie een wachtwoord (opstartwachtwoord) instellen voor het opstarten van uw VAIO-computer. U wordt gevraagd om het opstartwachtwoord in te voeren nadat het VAIO-logo verschijnt bij het opstarten van de computer.
Er zijn twee soorten wachtwoorden. Stel eerst het computerwachtwoord in.
-
Computerwachtwoord (voor beheerders):
Met dit wachtwoord zijn gebruikers met beheerdersrechten bevoegd om alle configuratieopties in het scherm BIOS Setup aan te passen en uw VAIO-computer op te starten.
-
Gebruikerswachtwoord (voor gebruikers zonder beheerdersrechten):
Hiermee kunnen gebruikers met beheerrechten bepaalde instellingen in het BIOS-scherm aanpassen en uw VAIO-computer opstarten. U kunt het gebruikerswachtwoord pas instellen nadat u het computerwachtwoord hebt ingesteld.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Voer het wachtwoord in en druk op Enter.
U wijzigt het wachtwoord door het huidige wachtwoord en een nieuw wachtwoord in te voeren. Het wachtwoord mag maximaal 32 alfanumerieke tekens lang zijn (inclusief spaties) en er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
- Druk op de toets
of
om Password when Power On te selecteren, druk op Enter en selecteer Enabled.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
- Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
Opmerking
-
Noteer het wachtwoord om te voorkomen dat u het vergeet.
-
Als u het opstartwachtwoord bent vergeten, kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U kunt het gebruikerswachtwoord opnieuw instellen in het scherm BIOS Setup nadat u het computerwachtwoord hebt ingevoerd.
-
Als u het computerwachtwoord bent vergeten, moet het wachtwoord worden gereset door een erkend Sony-service-/ondersteuningscentrum. (De kosten voor het terugzetten worden in rekening gebracht.)
Het opstartwachtwoord verwijderen
Als het opstartwachtwoord niet langer nodig is voor uw VAIO-computer, kunt u de volgende stappen uitvoeren om het computerwachtwoord en gebruikerswachtwoord te verwijderen.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Laat de velden Enter New Password en Confirm New Password leeg en druk op Enter.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
VAIO Update gebruiken
VAIO Update biedt een service die u op de hoogte houdt van beschikbare informatie over updates, zoals belangrijke kennisgevingen of updateprogramma's, waarmee u uw VAIO-computer up-to-date kunt houden.
Via het internet detecteert VAIO Update automatisch de updateprogramma's die vereist zijn voor het verbeteren van de prestaties van uw computer en nieuwe apps die beschikbaar zijn. U kunt deze apps downloaden en in eenvoudige stappen installeren.
- Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Hint
-
U kunt ook VAIO Update starten vanaf VAIO Care (Desktop).
Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
Met VAIO Care kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw VAIO-computer optimaal blijft werken.
-
Regelmatig prestatiecontroles en systeemafstellingen uitvoeren.
-
Ondersteuningsinformatie zoeken (het adres van de ondersteuningswebsite en contactgegevens).
-
Start VAIO Care door de knop ASSIST in te drukken en zoek naar de juiste maatregelen voor eventuele problemen.
- Druk op de knop ASSIST als uw VAIO-computer aan staat.
VAIO Care start.
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Care voor meer informatie.
Hint
-
Als u op de knop ASSIST drukt terwijl uw VAIO-computer uitstaat, wordt het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weergegeven. U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wil starten.
-
U kunt ook het Apps-scherm openen en VAIO Care selecteren.
Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Uw VAIO-computer bijwerken
Update regelmatig uw VAIO-computer met de volgende apps om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.
Opmerking
-
Om onderstaande update-instellingen uit te voeren, moet uw VAIO-computer verbinding met internet hebben.
Windows Update
Met Windows Update kunt u uw VAIO-computer stabieler maken.
-
Open de charms en selecteer de charm
Zoeken. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Geef "Windows Update" op in het zoekvak.
-
Selecteer Windows Update in de lijst en volg de instructies op het scherm om de updates te voltooien.
VAIO Update
VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet en downloadt en installeert die op uw VAIO-computer.
-
Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Windows Store-apps bijwerken
Zorg dat de Windows Store app geüpdatet wordt. Als een update vereist is, wordt een getal weergegeven in de tegel Store van het Start.
-
Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
-
Selecteer Updates rechtsboven in het scherm.
Het getal tussen haakjes is het aantal programma's dat u kunt gebruiken.
-
Zet een vinkje bij de apps die u wilt bijwerken en selecteer vervolgens Installeren.
Om de apps later te updaten, moet u het vinkje verwijderen.
Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u het aanraakscherm gebruikt.
-
Druk niet hard of ongecontroleerd op het aanraakscherm.
Zachte aanrakingen volstaan omdat uw VAIO-computer is uitgerust met een capacitief aanraakscherm.
-
Het aanraakscherm werkt misschien niet correct wanneer u uw VAIO-computer aan zet terwijl u het scherm aanraakt of als de computer tijdens het opstarten invloed van elektromagnetische straling ondervindt. Start in dat geval de computer opnieuw op.
-
Het kan even duren voordat uw aanraakscherm functioneert nadat uw VAIO-computer vanuit de slaapstand in de normale stand terugkeert. In dat geval wacht u even voordat u het aanraakscherm opnieuw gebruikt.
-
Houd het aanraakscherm schoon voor optimale gevoeligheid. Vuil kan het scherm beschadiging of storingen veroorzaken.
De tekengrootte (DPI) wijzigen (modellen met aanraakscherm)
U kunt de tekengrootte (DPI) wijzigen om het formaat van tekst en pictogrammen te wijzigen, voor eenvoudigere bediening via het aanraakscherm.
- Open het Configuratiescherm en selecteer Vormgeving en persoonlijke instellingen en Tekst en andere items groter of kleiner maken. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
- Selecteer de gewenste instellingen in de opties en selecteer vervolgens Toepassen.
- Als er een bericht verschijnt waarin wordt aanbevolen om u af te melden, selecteert u Nu afmelden.
- Meld u opnieuw aan.
De tekstgrootte in Windows is gewijzigd.
Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
U kunt uw VAIO-computer bedienen door op het aanraakscherm te tikken of eenvoudige gebaren te maken met uw vingers.
Standaardbewerkingen
Klikken (tikken)
Tik met één vinger op het aanraakscherm. U kunt een knop, zoals OK en Annuleren, of een optie in een menu selecteren door erop te tikken.
Dubbelklikken (dubbeltikken)
Tik tweemaal snel achter elkaar met één vinger op het aanraakscherm.
U kunt een toepassing starten, zoals en tekstverwerker of spreadsheetprogramma, of bestanden openen door dubbel te tikken op het pictogram.
Slepen
Plaats uw vinger in de gewenste positie op het aanraakscherm en schuif. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of het formaat van vensters wijzigen.
Slepen en neerzetten
Tik op het pictogram van het gewenste bestand, sleep het naar een map, venster of toepassingspictogram en til uw vinger van het scherm. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of kopiëren.
Geavanceerde bewerkingen
U kunt uw VAIO-computer bedienen door eenvoudige gebaren op het aanraakscherm te maken met uw vingers.
De werking van gebaren verschilt per toepassing.
Met de rechtermuisknop klikken (tikken en vasthouden)
Tik en houd het gewenste punt op het aanraakscherm enkele seconden vast. Til daarna uw vinger van het scherm. Afhankelijk van de plaats waar u tikt, kunt u verschillende menu's weergeven.
Schuiven
Tik en schuif in een schuifbaar gedeelte van een venster, zoals een venster van Internet Explorer. U kunt ook de verticale schuifbalk in het geselecteerde venster gebruiken om door het venster te schuiven.
Inzoomen en uitzoomen op een afbeelding of foto (zoomen)
Maak een knijpbeweging met twee vingers op het aanraakscherm om in- of uit te zoomen op een afbeelding, zoals een foto in Foto's. Beweeg de vingers uit elkaar om in te zoomen of naar elkaar toe om uit te zoomen.
Een afbeelding of foto draaien (roteren)
Plaats twee vingers op het aanraakscherm en draai deze in een cirkel om een afbeelding of foto te roteren. Of u afbeeldingen kunt draaien, is afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Selecteren door te vegen
Veeg uw vinger over een korte afstand in de richting waarin schuiven in het scherm niet mogelijk is.
U kunt items zoals toepassingstegels of afbeeldingen selecteren.
Het downloaden van locatiegegevens uitschakelen (modellen met GNSS)
U kunt het downloaden uitschakelen van locatiegegevens die worden verzameld door GNSS (Global Navigation Satellite System - wereldwijd navigatiesatellietsysteem). Volg deze stappen om de instelling uit te schakelen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Netwerk en Vliegtuigstand in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig de GNSS-instelling onder Draadloze apparaten in uitgeschakeld.
Locatiegegevens downloaden (modellen met GNSS)
U kunt locatiegegevens downloaden voor uw VAIO-computer met GNSS (Global Navigation Satellite System - wereldwijd navigatiesatellietsysteem).
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Netwerk en Vliegtuigstand in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig Vliegtuigstand in uitgeschakeld en wijzig de instelling GNSS onder Draadloze apparaten in Aan.
Ingebouwde sensoren
Met de ingebouwde versnellingsmeter, het digitale kompas (magnetometer) en de gyrosensor kunt u de volgende functies gebruiken.
Schermrotatie met de ingebouwde snelheidsmeter
Wanneer u uw VAIO-computer draait, detecteert de ingebouwde versnellingsmeter automatisch de beweging en draait het computerscherm naar staand of liggend, afhankelijk van de richting van de computer.
Navigatiehulp met het ingebouwde digitale kompas
Het ingebouwde kompas biedt hulp bij navigatie in compatibele apps door de richting van uw VAIO-computer te detecteren.
De werking van apps met de ingebouwde gyrosensor
De ingebouwde gyrosensor detecteert kantelende bewegingen van uw VAIO-computer, zodat u handelingen kunt uitvoeren in apps, zoals spellen.
Hint
-
U moet het ingebouwde digitale kompas ijken als de app de richting niet goed weergeeft. Zie Opmerkingen over ingebouwde sensoren voor meer informatie.
Opmerkingen over ingebouwde sensoren
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de ingebouwde sensoren gebruikt.
Opmerkingen over de ingebouwde snelheidsmeter
-
U kunt de richting van het computerscherm niet wijzigen wanneer uw VAIO-computer op een extern beeldscherm is aangesloten. Als u uw computer op een extern beeldscherm aansluit terwijl de computer verticaal staat, wijzigt het computerscherm automatisch naar horizontale stand (liggend).
-
Het beeld kan vervormd raken als u de richting van het beeldscherm verandert terwijl de schermbeveiliging actief is.
-
Sommige apps ondersteunen niet de verticale positie, waardoor ze mogelijk niet goed functioneren. In dat geval gebruikt u uw VAIO-computer in horizontale stand.
Opmerkingen over het gebruik van het ingebouwde digitale kompas
-
Het ingebouwde digitale kompas werkt door het detecteren van een magnetische richting. Vertrouw niet uitsluitend op de locatiegegevens van het ingebouwde digitale kompas.
De nauwkeurigheid van het digitale kompas kan eenvoudig worden beïnvloed door magnetische interferentie en werkt misschien niet goed, vooral niet in de volgende situaties:
-
In een lift of een ruimte met ijzerhoudende materialen, zoals ijzeren raamkozijnen of gewapend beton
-
In de buurt van constructies van gewapend beton, zoals een voetbrug, een vliegveld of het perron van een treinstation
-
In de buurt van of in een trein of een auto
-
In de buurt van een transformatorhuis op de grond of hoogspanningskabels
-
In de buurt van metaal, zoals een bureau met metalen poten of meubels van metaal
-
In de buurt van materiaal met een hoge mate van magnetische lading, zoals een magneet, een magnetische houder, of luidsprekers
De meegeleverde pen (modellen met Digitaliseerstylus) en het toetsenbord bevatten magneten. Als u de pen of het toetsenbord in de buurt van de magnetometer (
) op uw VAIO-computer houdt, werkt het digitale kompas misschien niet goed.
-
-
Wanneer het magnetisme rondom uw VAIO-computer instabiel is, kan de nauwkeurigheid van het ingebouwde digitale kompas minder worden; dit is echter normaal en duidt niet op een storing. In dat geval moet u het digitale kompas kalibreren.
Ga weg van materiaal dat magnetische interferentie kan veroorzaken, zoals metalen producten of magneten, en voer de volgende handelingen uit terwijl u een app gebruikt die het digitale kompas gebruikt.
Voordat u de handelingen uitvoert, houdt u de pen (modellen met Digitaliseerstylus) en het toetsenbord uit de buurt van uw VAIO-computer en vouwt u de standaard achterop uw computer in.
-
Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond. Houd de computer met beide handen vast en draai de computer vervolgens eenmaal 360 graden met de klok mee met het lcd-scherm naar boven gericht.
-
Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond. Houd de computer met beide handen vast en draai de computer vervolgens eenmaal 360 graden in lengterichting.
-
Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond. Houd de computer met beide handen vast en draai de computer vervolgens eenmaal 360 graden in diagonale richting.
-
Als het probleem blijft bestaan nadat u alle bovenstaande handelingen hebt uitgevoerd, herhaal dan deze handelingen enkele keren. Als het probleem nog steeds aanhoudt, verplaats dan uw VAIO-computer naar een locatie met minder magnetische storingen.
-
Uw VAIO-computer bijwerken
Update regelmatig uw VAIO-computer met de volgende apps om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.
Opmerking
-
Om onderstaande update-instellingen uit te voeren, moet uw VAIO-computer verbinding met internet hebben.
Windows Update
Met Windows Update kunt u uw VAIO-computer stabieler maken.
-
Open de charms en selecteer de charm
Zoeken. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Geef "Windows Update" op in het zoekvak.
-
Selecteer Windows Update in de lijst en volg de instructies op het scherm om de updates te voltooien.
VAIO Update
VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet en downloadt en installeert die op uw VAIO-computer.
-
Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Windows Store-apps bijwerken
Zorg dat de Windows Store app geüpdatet wordt. Als een update vereist is, wordt een getal weergegeven in de tegel Store van het Start.
-
Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
-
Selecteer Updates rechtsboven in het scherm.
Het getal tussen haakjes is het aantal programma's dat u kunt gebruiken.
-
Zet een vinkje bij de apps die u wilt bijwerken en selecteer vervolgens Installeren.
Om de apps later te updaten, moet u het vinkje verwijderen.
Configuratiescherm openen
U kunt Configuratiescherm als volgt openen.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Configuratiescherm.
Slaapstand gebruiken
In slaapstand kunt u uw VAIO-computer alleen laten; de computer blijft in dezelfde staat, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
De slaapstand activeren
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Selecteer
Aan/Uit en Slaapstand.
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat dit uit wanneer de computer in slaapstand gaat (met de standaardinstellingen).
Terugkeren naar de normale stand
-
Druk op de knop
(Aan/Uit).
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
-
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in de sluimerstand wanneer de batterijset leeg raakt. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden schakelt de computer mogelijk niet over naar de sluimerstand.
Als dit gebeurt en de batterijset leeg raakt, wordt de computer uitgeschakeld en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
-
Zorg ervoor dat de computer uit staat voordat u uw VAIO-computer verplaatst om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt door stoten of trillingen. Als de computer een stroomlampje heeft, zorg er dan voor dat dit helemaal uit is.
Hint
-
Standaard gaat uw VAIO-computer over in de slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit wanneer de computer op netstroom actief is.
-
De onderstaande bewerkingen zetten uw VAIO-computer ook in de slaapstand.
-
Druk op de knop
(Aan/Uit) (met de standaardinstellingen).
-
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
U kunt uw VAIO-computer met de BIOS-functie opstarten vanaf externe apparaten zoals een optisch station, een USB-diskettestation of een USB-stick.
- Sluit een extern apparaat aan op uw VAIO-computer.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Het opstartproces vanaf het externe apparaat wordt gestart.
Opmerking
-
Koppel alle apparaten af van uw VAIO-computer, behalve het externe apparaat vanaf waar u wilt opstarten. Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt om de computer op te starten of kunnen niet worden gebruikt met de computer.
-
Als een netadapter is geleverd bij het externe apparaat, moet u deze eerst aansluiten op een netspanningsbron.
Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
Met VAIO Care kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw VAIO-computer optimaal blijft werken.
-
Regelmatig prestatiecontroles en systeemafstellingen uitvoeren.
-
Ondersteuningsinformatie zoeken (het adres van de ondersteuningswebsite en contactgegevens).
-
Start VAIO Care door de knop ASSIST in te drukken en zoek naar de juiste maatregelen voor eventuele problemen.
- Druk op de knop ASSIST als uw VAIO-computer aan staat.
VAIO Care start.
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Care voor meer informatie.
Hint
-
Als u op de knop ASSIST drukt terwijl uw VAIO-computer uitstaat, wordt het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weergegeven. U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wil starten.
-
U kunt ook het Apps-scherm openen en VAIO Care selecteren.
Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
U kunt uw VAIO-computer met de BIOS-functie opstarten vanaf externe apparaten zoals een optisch station, een USB-diskettestation of een USB-stick.
- Sluit een extern apparaat aan op uw VAIO-computer.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Het opstartproces vanaf het externe apparaat wordt gestart.
Opmerking
-
Koppel alle apparaten af van uw VAIO-computer, behalve het externe apparaat vanaf waar u wilt opstarten. Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt om de computer op te starten of kunnen niet worden gebruikt met de computer.
-
Als een netadapter is geleverd bij het externe apparaat, moet u deze eerst aansluiten op een netspanningsbron.
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
Herstel vanaf het herstelgebied
U kunt uw VAIO-computer herstellen vanaf het herstelgebied op het ingebouwde opslagapparaat. Deze herstelmethode is sneller dan met herstelmedia.
Zie Opmerkingen over herstel voordat u de computer herstelt.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Probleemoplossing (Herstel) starten (Start troubleshooting (recovery)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt.
Het kan even duren voor het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt, dus even geduld.
- Selecteer Problemen oplossen (Troubleshoot) en VAIO hersteloplossingen (VAIO recovery solutions).
Volg de instructies op het scherm tot het venster VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) verschijnt.
- Selecteer Herstelwizard starten (Start recovery wizard).
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Als het venster voor de selectie van de weergavetaal verschijnt, selecteert u de gewenste taal en klikt u op OK.
-
Als u aangepast herstel wilt uitvoeren, selecteert u Extra (Tools) en Wizard voor geavanceerd herstel starten (Start advanced recovery wizard).
Uw VAIO-computer vernieuwen (modellen met ondersteuning voor vernieuwen)
Als uw VAIO-computer instabiel is geworden, wordt het aanbevolen om de functie Vernieuwen van Windows te gebruiken. Voer de onderstaande stappen uit om de computer te vernieuwen.
Opmerking
-
De modellen die uitgerust zijn met een 64 GB of 128 GB SSD zijn niet voorzien van deze knop om te vernieuwen. Als u de capaciteit van de SSD wilt bekijken, drukt u op de knop ASSIST terwijl de VAIO-computer uitstaat om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven. Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit, houdt de toets Shift ingedrukt en selecteer Afsluiten.
Uw VAIO-computer volledig afsluiten. - Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Probleemoplossing (Herstel) starten (Start troubleshooting (recovery)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt.
Het kan even duren voor het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt, dus even geduld.
- Selecteer Problemen oplossen (Troubleshoot) en Pc vernieuwen (Refresh your PC).
De meeste gebruikersgegevens op uw ingebouwde opslagschijf, sommige instellingen van Windows en alle apps die u hebt gedownload van Windows Store blijven behouden, zelfs nadat u uw VAIO-computer hebt vernieuwd. Sommige app-instellingen of bestanden in specifieke mappen blijven echter mogelijk niet behouden.
Raadpleeg de volgende lijst voor informatie over welke instellingen behouden blijven en welke gegevens worden verwijderd wanneer u de computer vernieuwt.
Instellingen die behouden blijven wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt
De volgende instellingen zullen behouden blijven wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt.
-
Bibliotheekinstellingen
-
Gebruikersaccounts (lokaal, domein, Microsoft-account), en groepslidmaatschappen
-
Domeininstellingen
-
Instellingen van Windows Update
-
Achtergrond van het opstartscherm en vergendelingsscherm
-
Bureaubladthema's
-
Internationale instellingen
-
Draadloze netwerkprofielen
-
Instellingen die geconfigureerd zijn in het welkomstscherm van Windows
Gegevens die worden verwijderd wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt
De gegevens in de volgende mappen zullen worden gewist wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt.
-
\Windows
-
\Program Files
-
\Program Files (x86)
-
\ProgramData
-
\Users\(Gebruikersnaam)\AppData
Opmerking
-
Sla belangrijke gegevens eerst op.
-
Inhoud met auteursrechtbeveiliging, zoals digitale uitzendingen en muziekbestanden die zijn georganiseerd door een app voor het afspelen van digitale media, zelfs als de gegevens op dezelfde locatie behouden blijven wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt.
Raadpleeg het Help-bestand bij de app die u gebruikt voor instructies.
Hint
- De apps die op het moment van levering al geïnstalleerd waren en geïnstalleerd zijn vanaf Windows Store blijven behouden, in tegenstelling tot alle bureaublad-apps die u na aankoop geïnstalleerd heeft, die gewist zullen worden.
Herstelinhoud verwijderen om schijfruimte vrij te maken
Het ingebouwde opslagapparaat bevat het herstelgebied met de gegevens voor systeemherstel. Als uw VAIO-computer over een solid-state-schijf (SSD) beschikt, kunt u het herstelgebied minimaliseren door herstelgegevens te verwijderen en ruimte vrij te maken op het station C: (of het laatste station in uw stationslijst, bijvoorbeeld station D:).
U hebt herstelmedia nodig om de gegevens voor systeemherstel te kunnen verwijderen of om de computer te herstellen wanneer u deze gegevens hebt verwijderd.
Houd er rekening mee dat de functie Vernieuwen niet meer wordt ondersteund wanneer u de herstelinhoud verwijdert.
Als u herstelmedia (optische schijven) gebruikt op het model zonder ingebouwd optisch schijfstation, sluit dan een extern optisch station (niet meegeleverd) aan op de computer. Zie Een extern station aansluiten voor meer informatie over hoe u een extern optisch schijfstation aansluit.
Als er een wisselstroomadapter of netsnoer is meegeleverd, sluit u dit aan op een netspanningsbron.
- Maak herstelmedia als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt.
Raadpleeg Herstelmedia maken voor informatie over het maken van herstelmedia.
- Zorg dat uw VAIO-computer in de normale stand staat en plaats het herstelmedium in het optische station of sluit een USB-flashstation (niet meegeleverd) aan op de USB-poort.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Druk op de knop ASSIST om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven en selecteer vervolgens Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) verschijnt.
- Selecteer Extra (Tools) en Herstelpartitie verwijderen (Remove recovery partition).
- Volg de instructies op het scherm.
Herstellen vanaf herstelmedia
Als het herstelgebied beschadigd of gewist is, kunt u uw VAIO-computer herstellen met herstelmedia.
Het herstellen van uw computer van herstelmedia duurt echter langer dan van het herstelgebied.
Als u herstelmedia (optische schijven) gebruikt op het model zonder ingebouwd optisch schijfstation, sluit dan een extern optisch station (niet meegeleverd) aan op de computer. Zie Een extern station aansluiten voor meer informatie over hoe u een extern optisch schijfstation aansluit.
Als er een wisselstroomadapter of netsnoer is meegeleverd, sluit u dit aan op een netspanningsbron.
- Zorg dat uw VAIO-computer in de normale stand staat en plaats het herstelmedium (optische schijven) in het optische station of sluit een USB-flashstation aan op de USB-poort.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Druk op de knop ASSIST om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven en selecteer vervolgens Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) verschijnt.
- Selecteer Herstelwizard starten (Start recovery wizard).
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Als het venster voor de selectie van de weergavetaal verschijnt, selecteert u de gewenste taal en klikt u op OK.
-
Als u aangepast herstel wilt uitvoeren, selecteert u Extra (Tools) en Wizard voor geavanceerd herstel starten (Start advanced recovery wizard).
-
Als u uw VAIO-computer niet vanaf het USB-flashstation kunt herstellen, sluit u de schijf op een andere USB-poort op de computer aan en probeert u de herstelprocedure opnieuw.
Het volume van het herstelgebied controleren
Het ingebouwde opslagapparaat bevat het herstelgebied met de gegevens voor het systeemherstel.
Als u het volume van het herstelgebied wilt controleren, voert u de volgende stappen uit:
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Deze pc.
- Selecteer Computer in de menubalk en selecteer vervolgens Beheren.
- Selecteer Schijfbeheer onder Opslag in het linkerdeelvenster.
Het volume van het herstelgebied en het totale volume van het station C: worden weergegeven in de rij Schijf 0 in het middelste deelvenster.
Herstel
Herstel is het proces waarmee u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het ingebouwde opslagapparaat terugzet. Vernieuwen is het proces waarbij u het besturingssysteem opnieuw installeert met behoud van de belangrijkste instellingen en persoonlijke gegevens.
Vernieuw uw VAIO-computer eerst als de computer instabiel wordt. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u de computer herstellen.
Er zijn twee manieren om de computer te herstellen:
-
Vanaf herstelmedia
-
Vanaf het herstelgebied
Opmerking
-
De modellen die uitgerust zijn met een 64 GB of 128 GB SSD zijn niet voorzien van deze knop om te vernieuwen. Als u de capaciteit van de SSD wilt bekijken, drukt u op de knop ASSIST terwijl de VAIO-computer uitstaat om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven. Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Wanneer moet ik herstellen of vernieuwen?
-
Als uw VAIO-computer instabiel is geworden
-
Als uw VAIO-computer geïnfecteerd is door een computervirus
-
Als uw VAIO-computer tegen problemen aanloopt die niet gebruikelijk zijn en niet op de normale manier hersteld kunnen worden
-
Als u per ongeluk het station C: hebt geformatteerd
Welke toepassingen moet ik gebruiken om mijn VAIO-computer te herstellen of om herstelmedia aan te maken?
Gebruik de volgende toepassingen.
VAIO Care
-
Herstelmedia maken
-
Computerhardware controleren
VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions)
-
Herstellen van uw VAIO-computer
-
Uw gegevens redden (back-up maken)
-
Alle gegevens op uw ingebouwde opslagapparaat wissen
Windows Herstelomgeving (Windows RE)
-
Vernieuwen
Hint
-
Raadpleeg het hulpbestand van VAIO Care en VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) voor meer informatie.
-
U kunt uw VAIO-computer ook herstellen vanaf Windows Herstelomgeving (Windows RE).
Wat is het herstelgebied?
Het herstelgebied op het ingebouwde opslagapparaat bevat gegevens voor het herstel van het systeem en toepassingen. Normaal gesproken kunt u de gegevens in dit gebied niet wijzigen of verwijderen, maar er zijn speciale toepassingen verkrijgbaar voor dat doel.
Waarom moet ik herstelmedia maken?
Herstelmedia worden gebruikt om uw VAIO-computer terug te zetten naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Als Windows niet start en u het herstelgebied hebt verwijderd, hebt u herstelmedia nodig om het herstel uit te voeren.
Maak herstelmedia direct als uw computer klaar is voor gebruik.
Herstelmedia maken
Volg de instructies hieronder om herstelmedia te maken.
U kunt dvd's, Blu-ray Disc of een USB-stick gebruiken als herstelmedia.
-
Op het model zonder ingebouwd optisch schijfstation:
Gebruik een USB-station.
-
Op het model met ingebouwd optisch schijfstation:
U kunt het beste dvd-R-media gebruiken omdat gegevens op een USB-station onbedoeld gewist kunnen worden. U kunt ook gebruikmaken van de gegevensdragers BD-R/BD-R DL/dvd-R DL/dvd+R/dvd+R DL; het type gegevensdragers dat uw VAIO-computer ondersteunt en het aantal schijven dat u nodig heeft, hangt echter af van het model computer dat u heeft aangeschaft. Deze informatie ontvangt u tijdens de verwerking.
Opmerking
-
USB-poorten volgens de USB 3.0-standaard bieden geen ondersteuning voor herstel van een USB-flashstation dat voldoet aan de USB 3.0-standaard. Op modellen zonder USB-poorten die alleen voldoen aan de USB 2.0-standaard dient u herstelmedia te maken met het USB-flashstation dat niet voldoet aan de USB 3.0-standaard.
- Zorg dat uw VAIO-computer verbinding met internet heeft en download en installeer de laatste updates met VAIO Update.
-
Als u herstelmedia (optische schijven) maakt op het model zonder ingebouwd optisch schijfstation, sluit dan een extern optisch station (niet meegeleverd) aan op de VAIO-computer. (Zie Een extern station aansluiten voor meer informatie over hoe u een extern optisch schijfstation aansluit.)
Als er een wisselstroomadapter of netsnoer is meegeleverd, sluit u dit aan op een netspanningsbron.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer aanstaat om VAIO Care te starten.
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, selecteert u Ja.
Het venster VAIO Care verschijnt.
- Selecteer Geavanceerde hulpprogramma's (Advanced Tools), Herstel en terugzetten (Restore and recovery) en Herstelmedia maken (Create Recovery Media).
- Lees de instructies op het scherm zorgvuldig en selecteer vervolgens Volgende (Next).
- Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
-
Het kan enige tijd duren voordat de huidige status van de procedure wordt weergegeven.
-
Werp de schijf niet uit en koppel het station niet los terwijl u herstelmedia maakt omdat het proces hierdoor kan mislukken.
-
Bewaar herstelmedia op een veilige plaats.
Hint
-
Als u op uw VAIO-computer bent aangemeld als een standaardgebruiker, kan u gevraagd worden de aanmeldgegevens in te vullen voor een account met beheerrechten.
Opmerkingen over het maken van herstelmedia
-
Wanneer u herstelmedia maakt, gebruik dan VAIO Care. Als u herstelmedia op een andere manier maakt en dan herstel gaat uitvoeren, kan de VAIO-computer niet naar de fabriekstoestand worden teruggesteld. Sony garandeert de compatibiliteit van de computer met dergelijke herstelmedia niet.
-
Herstelmedia is specifiek voor uw VAIO-computer waarop het is aangemaakt.
-
U kunt uw VAIO-computer niet vernieuwen met behulp van de herstelmedia.
-
Creëer herstelmedia meteen nadat uw VAIO-computer klaar is voor gebruik. In de volgende gevallen kunt u de computer mogelijk niet herstellen vanaf het herstelgebied en zijn herstelmedia nodig:
-
U hebt het herstelgebied gewijzigd met hiervoor ontwikkelde apps.
-
U hebt een ander besturingssysteem op de computer geïnstalleerd dan het vooraf geïnstalleerde besturingssysteem.
-
U heeft uw ingebouwde opslagapparaat geformatteerd zonder VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) te hebben gebruikt.
-
-
Houd het oppervlak van de schijven schoon en raak dit niet aan. Vingerafdrukken en stof op het oppervlak kunnen tot lees- of schrijffouten leiden.
-
Als u herstelmedia wilt maken, moet de vrije ruimte op het station C: gebruiken meer dan twee keer zo groot zijn als de capaciteit van de gebruikte media. Afhankelijk van uw model kunt u mogelijk geen herstelmedia maken op het moment van levering omdat de vrije schijfruimte ontoereikend is, zelfs als het optische station Blu-ray Disc of dubbellaags-dvd-media ondersteunt.
-
Raadpleeg op voorhand het Help-bestand van VAIO Care wanneer u een USB-stick als herstelmedium gebruikt.
Opmerkingen over herstel
Lees de volgende opmerkingen aandachtig voordat u uw VAIO-computer herstelt.
Belangrijke opmerkingen over herstel
-
Na het herstellen van uw VAIO-computer worden alle gegevens op het ingebouwde opslagapparaat gewist en worden alle fabrieksinstellingen hersteld. Zorg ervoor dat u een reservekopie hebt van belangrijke gegevens.
Als u de belangrijkste instellingen en persoonlijke gegevens wilt behouden, vernieuwt u de computer. Zie Uw VAIO-computer vernieuwen (modellen met ondersteuning voor vernieuwen) voor meer informatie.
-
Koppel alle aangesloten apparaten van uw VAIO-computer af, behalve het stroomsnoer, de netadapter, of de apparaten die voor het herstel van de computer nodig zijn voordat u de computer herstelt.
-
Zorg dat het netsnoer of de netadapter van uw VAIO-computer niet worden ontkoppeld tijdens het herstelproces.
-
Wacht totdat het herstelproces voltooid is en onderbreek het niet.
-
Als u het wachtwoord bent vergeten en het herstelproces niet kunt starten, neem dan contact op met een erkend Sony service-/ondersteuningspunt om het te laten resetten. De kosten voor het terugzetten worden in rekening gebracht.
Opmerkingen over toepassingen
-
Door het herstellen van uw VAIO-computer kunnen alleen de vooraf geïnstalleerde apps worden hersteld. Toepassingen die u zelf hebt geïnstalleerd en eigen gegevens die u hebt gemaakt sinds de aanschaf, kunnen niet worden hersteld. Daarnaast is het niet mogelijk om alleen Windows te herstellen.
-
Bepaalde vooraf geïnstalleerde toepassingen zijn voorzien van opties waarmee deze zichzelf kunnen verwijderen of installeren. Mogelijk werken deze toepassingen echter niet correct op uw VAIO-computer als dergelijke opties worden gebruikt.
-
Door de installatie van toepassingen voor het wijzigen van de partitiegrootte kan herstel of het maken van herstelmedia worden uitgeschakeld. Voorkom problemen door direct herstelmedia te maken wanneer uw VAIO-computer klaar is voor gebruik. Zie Herstelmedia maken voor meer informatie.
Over de knop ASSIST
Druk op de knop ASSIST om terugkerend onderhoud van uw VAIO-computer uit te voeren of om problemen te verhelpen die zich kunnen voordoen bij het gebruik van de computer.
Als de computer is ingeschakeld, start u met de knop ASSIST de toepassing VAIO Care.
Als de computer is uitgeschakeld, opent u met de knop ASSIST het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)).
U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.
Opmerking
-
Als het VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode))-scherm geopend wordt en er gedurende vijf minuten geen handelingen worden verricht, wordt uw VAIO-computer automatisch uitgeschakeld.
Uw VAIO-computer opstarten vanaf externe apparaten
U kunt uw VAIO-computer met de BIOS-functie opstarten vanaf externe apparaten zoals een optisch station, een USB-diskettestation of een USB-stick.
- Sluit een extern apparaat aan op uw VAIO-computer.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Het opstartproces vanaf het externe apparaat wordt gestart.
Opmerking
-
Koppel alle apparaten af van uw VAIO-computer, behalve het externe apparaat vanaf waar u wilt opstarten. Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt om de computer op te starten of kunnen niet worden gebruikt met de computer.
-
Als een netadapter is geleverd bij het externe apparaat, moet u deze eerst aansluiten op een netspanningsbron.
Systeembestanden herstellen met het herstelpunt als u Windows niet kunt starten
Voer deze stappen uit om de systeembestanden van uw computer te herstellen als u Windows niet kunt starten.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Druk op de knop ASSIST om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven en selecteer vervolgens Probleemoplossing (Herstel) starten (Start troubleshooting (recovery)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt.
Het kan even duren voor het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt, dus even geduld.
- Selecteer Problemen oplossen (Troubleshoot), Geavanceerde opties (Advanced options) en Systeemherstel (System Restore).
Volg de instructies op het scherm tot het venster Systeemherstel (System Restore) verschijnt.
- Selecteer Volgende (Next).
- Selecteer een herstelpunt en selecteer Volgende (Next).
Er verschijnt een venster waarin u het geselecteerde herstelpunt moet bevestigen.
- Selecteer Voltooien (Finish) om het herstelpunt bevestigen.
Uw VAIO-computer wordt opnieuw opgestart zodra de systeembestanden zijn hersteld.
Back-up
Tijdens het back-upproces wordt een reservekopie gemaakt van de gegevens die zijn opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat, en opgeslagen naar een andere locatie.
Als gevolg van onverwachte problemen of computervirussen kunt u gegevens kwijtraken die zijn opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat. Voor het herstel van de verloren gegevens is een back-upkopie nodig.
Het wordt ten zeerste aanbevolen regelmatig een back-up te maken van uw gegevens.
Als u Windows kunt starten, maakt u een back-up en herstelt u uw gegevens met de functies in Windows.
Open voor deze functie Configuratiescherm en selecteer Systeem en beveiliging en Bestandsgeschiedenis.
Typen back-ups
Met de Windows-functie Back-up maken en terugzetten kunt u een reservekopie maken van waardevolle gegevens.
Er zijn verschillende typen back-up voor verschillende doeleinden. Zie de beschrijving hieronder.
Reservekopieën maken van bestanden
U kunt mappen en bestanden die zijn opgeslagen op uw VAIO-computer selecteren en daarvan een reservekopie maken op een dvd of externe harde schijf.
Zie Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over het maken van back-ups van gegevens.
Systeemkopieën maken
U kunt een back-up maken van het hele systeem van uw VAIO-computer. Mochten het ingebouwde opslagapparaat of de computer ooit ophouden met werken, dan kunt u met de systeemkopie de computer herstellen naar de toestand van de reservekopie.
Om een systeemkopie te maken, heeft u een optionele harde schijf nodig die is geformatteerd in de indeling NTFS. U kunt een systeemkopie ook opslaan op een optische schijf zoals een Blu-ray Disc- of dvd-schijf.
Zie Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over het maken van een systeemkopie.
Opmerking
-
We kunnen in geen enkel geval verloren of beschadigde gegevens herstellen of vergoeden, met inbegrip van een defect aan uw VAIO-computer.
-
Maak direct na aankoop van uw VAIO-computer herstelmedia. Als u bij een computerstoring geen back-up van uw gegevens kunt maken met de Windows-functie, kunt u met het back-uponderdeel dat onderdeel is van de herstelmedia, een back-up maken van uw gegevens.
Zie Herstelmedia maken voor meer informatie over het maken van herstelmedia.
Hint
-
Als uw VAIO-computer niet is uitgerust met een schijfstation, moet u een extern apparaat, zoals een externe harde schijf of een dvd-station, aansluiten op de computer voordat u een back-up maakt, of moet u de grootte van de partitie van het station C: wijzigen en een nieuwe partitie maken voordat u de back-up maakt. Zie Partities maken voor meer informatie.
Een herstelpunt maken
Met behulp van een herstelpunt kunt u de systeembestanden van uw computer terugzetten naar een eerdere toestand, afhankelijk van het moment waarop het herstelpunt werd gemaakt.
Herstelpunten worden meestal automatisch gemaakt, bijvoorbeeld bij de installatie van een stuurprogramma. We raden u echter aan om handmatig een nieuw herstelpunt te maken voordat u apps of stuurprogramma's installeert op uw VAIO-computer.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over het maken van een herstelpunt.
Reservekopieën maken van uw gegevens als u Windows niet kunt starten
Als u Windows niet kunt starten, maakt u een back-up van uw gegevens met VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions).
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Probleemoplossing (Herstel) starten (Start troubleshooting (recovery)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt.
Het kan even duren voor het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt, dus even geduld.
- Selecteer Problemen oplossen (Troubleshoot) en VAIO hersteloplossingen (VAIO recovery solutions).
Volg de instructies op het scherm tot het venster VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) verschijnt.
- Selecteer Extra (Tools) en Back-upprogramma (Rescue Data).
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Als het venster voor de selectie van de weergavetaal verschijnt in stap 3, selecteert u de gewenste taal en klikt u op OK.
-
U kunt VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) ook starten met de herstelmedia. Zie Herstellen vanaf herstelmedia voor meer informatie.
-
Het wordt aanbevolen om als locatie een externe vaste schijf te selecteren om de herstelde bestanden op te slaan als u Op maat gemaakte redding (Custom rescue) selecteer.
Opmerkingen over het gebruik van VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions)
-
Beveilig geredde bestanden tegen niet-geautoriseerde toegang.
-
Schakel de Windows-functie voor codering van de harde schijf uit voordat u VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruikt om back-ups van uw gegevens te maken of uw gegevens te herstellen.
Met de herstelmedia en deze app zijn herstelde bestanden die niet zijn gecodeerd op het ingebouwde opslagapparaat echter eenvoudig toegankelijk voor onbevoegde gebruikers. Daarom raden we u aan na het gebruik van de software het opstartwachtwoord voor de vaste schijf in te stellen, de Windows-functie voor codering van de harde schijf in te schakelen en de herstelmedia veilig te bewaren om de geredde bestanden te beschermen tegen toegang door onbevoegden.
-
Gebruik voor het herstel van inhoud met auteursrechtbeveiliging, zoals muziekbestanden die zijn georganiseerd door een app voor het afspelen van digitale media, een back-upprogramma dat wordt ondersteund door de app waarmee u deze gegevens importeert. Sony geeft geen garantie voor de afspeelbaarheid van gegevens die zijn hersteld met een ander programma dan het opgegeven back-upprogramma.
-
VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) ondersteunt geen back-up van bestanden waarvan de naam (inclusief pad) langer is dan 260 tekens.
-
Het gebruik van VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) garandeert niet dat een back-up wordt gemaakt van alle gegevens op uw ingebouwde opslagapparaat.
Sony aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig gegevensverlies dat voortvloeit uit het back-upproces.
-
Gebruik het stroomsnoer of de netadapter om uw VAIO-computer van stroom te voorzien tijdens het gebruik van VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions).
-
Uw VAIO-computer start automatisch opnieuw op 72 uur na het starten van VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions). Als het back-upproces 72 uur heeft geduurd, wordt het proces onderbroken en start de computer opnieuw op. Er is geen manier om het proces te hervatten.
-
Geredde bestanden kunnen worden onderverdeeld in twee of meer bestanden, worden opgeslagen in een opgegeven locatie of worden hernoemd, afhankelijk van de locatie die u selecteert. U kunt de geredde bestanden terugzetten met VAIO Data Restore Tool. Zie Uw gegevens herstellen met VAIO Data Restore Tool voor meer informatie.
-
Als een externe harde schijf of het optische station de USB-aansluiting niet ondersteunt, moet u een stuurprogramma installeren.
Uw gegevens herstellen met VAIO Data Restore Tool
Met VAIO Data Restore Tool kunt u bestanden herstellen waarvan eerder back-ups zijn gemaakt met VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions).
Voor instructies over het gebruik van de app raadpleegt u het Help-bestand dat bij de app wordt geleverd.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer VAIO Data Restore Tool.
Het venster VAIO Data Restore Tool verschijnt.
- Selecteer Volgende (Next).
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, selecteert u Ja.
- Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
-
Gebruik voor het herstel van inhoud met auteursrechtbeveiliging, zoals muziekbestanden die zijn georganiseerd door een app voor het afspelen van digitale media, een back-upprogramma dat wordt ondersteund door de app waarmee u deze gegevens importeert. Sony geeft geen garantie voor de afspeelbaarheid van gegevens die zijn hersteld met een ander programma dan het opgegeven back-upprogramma.
Hint
-
Als u op uw VAIO-computer bent aangemeld als een standaardgebruiker, kan u gevraagd worden de aanmeldgegevens in te vullen voor een account met beheerrechten.
-
Verplaats de herstelde bestanden zo nodig naar de oorspronkelijk locatie.
Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
Met VAIO Care kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw VAIO-computer optimaal blijft werken.
-
Regelmatig prestatiecontroles en systeemafstellingen uitvoeren.
-
Ondersteuningsinformatie zoeken (het adres van de ondersteuningswebsite en contactgegevens).
-
Start VAIO Care door de knop ASSIST in te drukken en zoek naar de juiste maatregelen voor eventuele problemen.
- Druk op de knop ASSIST als uw VAIO-computer aan staat.
VAIO Care start.
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Care voor meer informatie.
Hint
-
Als u op de knop ASSIST drukt terwijl uw VAIO-computer uitstaat, wordt het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weergegeven. U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wil starten.
-
U kunt ook het Apps-scherm openen en VAIO Care selecteren.
Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
Herstelinhoud verwijderen om schijfruimte vrij te maken
Het ingebouwde opslagapparaat bevat het herstelgebied met de gegevens voor systeemherstel. Als uw VAIO-computer over een solid-state-schijf (SSD) beschikt, kunt u het herstelgebied minimaliseren door herstelgegevens te verwijderen en ruimte vrij te maken op het station C: (of het laatste station in uw stationslijst, bijvoorbeeld station D:).
U hebt herstelmedia nodig om de gegevens voor systeemherstel te kunnen verwijderen of om de computer te herstellen wanneer u deze gegevens hebt verwijderd.
Houd er rekening mee dat de functie Vernieuwen niet meer wordt ondersteund wanneer u de herstelinhoud verwijdert.
Als u herstelmedia (optische schijven) gebruikt op het model zonder ingebouwd optisch schijfstation, sluit dan een extern optisch station (niet meegeleverd) aan op de computer. Zie Een extern station aansluiten voor meer informatie over hoe u een extern optisch schijfstation aansluit.
Als er een wisselstroomadapter of netsnoer is meegeleverd, sluit u dit aan op een netspanningsbron.
- Maak herstelmedia als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt.
Raadpleeg Herstelmedia maken voor informatie over het maken van herstelmedia.
- Zorg dat uw VAIO-computer in de normale stand staat en plaats het herstelmedium in het optische station of sluit een USB-flashstation (niet meegeleverd) aan op de USB-poort.
- Schakel uw VAIO-computer uit.
- Druk op de knop ASSIST om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven en selecteer vervolgens Starten vanaf media (USB-stick/optische schijf) (Start from media (USB device/optical disc)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) verschijnt.
- Selecteer Extra (Tools) en Herstelpartitie verwijderen (Remove recovery partition).
- Volg de instructies op het scherm.
Andere stations maken (partities aanpassen)
Partities zijn onderverdeelde gebieden op uw ingebouwde opslagapparaat. Het verdelen van het ingebouwde opslagapparaat in meerdere partities heeft diverse voordelen, zoals het scheiden van de systeembestanden van uw gegevensbestanden.
Uw VAIO-computer heeft standaard maar één partitie (station C:) als standaardstation.
Als u gegevens wilt opslaan in een andere partitie, zoals station D:, wijzigt u de grootte van de partitie en maakt u een nieuwe partitie.
Raadpleeg Partities maken voor informatie over het maken van partities.
Hint
-
Sommige modellen kunnen station D: als standaardstation hebben.
Partities maken
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u partities maakt.
Opmerking
-
Als u de partitiegrootte van het station C: verkleint, is het wellicht niet meer mogelijk om herstelmedia te maken of het herstelproces volledig te voltooien omdat onvoldoende er vrije ruimte beschikbaar is op het ingebouwde opslagapparaat.
-
Open het Configuratiescherm, selecteer Systeem en beveiliging en selecteer Partities op harde schijf maken en formatteren onder Systeembeheer. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, selecteert u Ja.
- Klik met de rechtermuisknop op station C: en selecteer Volume verkleinen.
- Geef in Geef op met hoeveel MB de partitie moet worden verkleind: de gewenste partitiegrootte op en selecteer Verkleinen.
- Klik met de rechtermuisknop op Niet-toegewezen en selecteer Nieuw eenvoudig volume.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Als u op uw VAIO-computer bent aangemeld als een standaardgebruiker, kan u gevraagd worden de aanmeldgegevens in te vullen voor een account met beheerrechten.
Het volume van het herstelgebied controleren
Het ingebouwde opslagapparaat bevat het herstelgebied met de gegevens voor het systeemherstel.
Als u het volume van het herstelgebied wilt controleren, voert u de volgende stappen uit:
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Deze pc.
- Selecteer Computer in de menubalk en selecteer vervolgens Beheren.
- Selecteer Schijfbeheer onder Opslag in het linkerdeelvenster.
Het volume van het herstelgebied en het totale volume van het station C: worden weergegeven in de rij Schijf 0 in het middelste deelvenster.
Andere stations maken (partities aanpassen)
Partities zijn onderverdeelde gebieden op uw ingebouwde opslagapparaat. Het verdelen van het ingebouwde opslagapparaat in meerdere partities heeft diverse voordelen, zoals het scheiden van de systeembestanden van uw gegevensbestanden.
Uw VAIO-computer heeft standaard maar één partitie (station C:) als standaardstation.
Als u gegevens wilt opslaan in een andere partitie, zoals station D:, wijzigt u de grootte van de partitie en maakt u een nieuwe partitie.
Raadpleeg Partities maken voor informatie over het maken van partities.
Hint
-
Sommige modellen kunnen station D: als standaardstation hebben.
Partities maken
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u partities maakt.
Opmerking
-
Als u de partitiegrootte van het station C: verkleint, is het wellicht niet meer mogelijk om herstelmedia te maken of het herstelproces volledig te voltooien omdat onvoldoende er vrije ruimte beschikbaar is op het ingebouwde opslagapparaat.
-
Open het Configuratiescherm, selecteer Systeem en beveiliging en selecteer Partities op harde schijf maken en formatteren onder Systeembeheer. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, selecteert u Ja.
- Klik met de rechtermuisknop op station C: en selecteer Volume verkleinen.
- Geef in Geef op met hoeveel MB de partitie moet worden verkleind: de gewenste partitiegrootte op en selecteer Verkleinen.
- Klik met de rechtermuisknop op Niet-toegewezen en selecteer Nieuw eenvoudig volume.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Als u op uw VAIO-computer bent aangemeld als een standaardgebruiker, kan u gevraagd worden de aanmeldgegevens in te vullen voor een account met beheerrechten.
Uw VAIO-computer vernieuwen (modellen met ondersteuning voor vernieuwen)
Als uw VAIO-computer instabiel is geworden, wordt het aanbevolen om de functie Vernieuwen van Windows te gebruiken. Voer de onderstaande stappen uit om de computer te vernieuwen.
Opmerking
-
De modellen die uitgerust zijn met een 64 GB of 128 GB SSD zijn niet voorzien van deze knop om te vernieuwen. Als u de capaciteit van de SSD wilt bekijken, drukt u op de knop ASSIST terwijl de VAIO-computer uitstaat om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven. Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit, houdt de toets Shift ingedrukt en selecteer Afsluiten.
Uw VAIO-computer volledig afsluiten. - Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer Probleemoplossing (Herstel) starten (Start troubleshooting (recovery)).
Volg de instructies op het scherm tot het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt.
Het kan even duren voor het venster Een optie selecteren (Choose an option) verschijnt, dus even geduld.
- Selecteer Problemen oplossen (Troubleshoot) en Pc vernieuwen (Refresh your PC).
De meeste gebruikersgegevens op uw ingebouwde opslagschijf, sommige instellingen van Windows en alle apps die u hebt gedownload van Windows Store blijven behouden, zelfs nadat u uw VAIO-computer hebt vernieuwd. Sommige app-instellingen of bestanden in specifieke mappen blijven echter mogelijk niet behouden.
Raadpleeg de volgende lijst voor informatie over welke instellingen behouden blijven en welke gegevens worden verwijderd wanneer u de computer vernieuwt.
Instellingen die behouden blijven wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt
De volgende instellingen zullen behouden blijven wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt.
-
Bibliotheekinstellingen
-
Gebruikersaccounts (lokaal, domein, Microsoft-account), en groepslidmaatschappen
-
Domeininstellingen
-
Instellingen van Windows Update
-
Achtergrond van het opstartscherm en vergendelingsscherm
-
Bureaubladthema's
-
Internationale instellingen
-
Draadloze netwerkprofielen
-
Instellingen die geconfigureerd zijn in het welkomstscherm van Windows
Gegevens die worden verwijderd wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt
De gegevens in de volgende mappen zullen worden gewist wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt.
-
\Windows
-
\Program Files
-
\Program Files (x86)
-
\ProgramData
-
\Users\(Gebruikersnaam)\AppData
Opmerking
-
Sla belangrijke gegevens eerst op.
-
Inhoud met auteursrechtbeveiliging, zoals digitale uitzendingen en muziekbestanden die zijn georganiseerd door een app voor het afspelen van digitale media, zelfs als de gegevens op dezelfde locatie behouden blijven wanneer u uw VAIO-computer vernieuwt.
Raadpleeg het Help-bestand bij de app die u gebruikt voor instructies.
Hint
- De apps die op het moment van levering al geïnstalleerd waren en geïnstalleerd zijn vanaf Windows Store blijven behouden, in tegenstelling tot alle bureaublad-apps die u na aankoop geïnstalleerd heeft, die gewist zullen worden.
Herstel
Herstel is het proces waarmee u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het ingebouwde opslagapparaat terugzet. Vernieuwen is het proces waarbij u het besturingssysteem opnieuw installeert met behoud van de belangrijkste instellingen en persoonlijke gegevens.
Vernieuw uw VAIO-computer eerst als de computer instabiel wordt. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u de computer herstellen.
Er zijn twee manieren om de computer te herstellen:
-
Vanaf herstelmedia
-
Vanaf het herstelgebied
Opmerking
-
De modellen die uitgerust zijn met een 64 GB of 128 GB SSD zijn niet voorzien van deze knop om te vernieuwen. Als u de capaciteit van de SSD wilt bekijken, drukt u op de knop ASSIST terwijl de VAIO-computer uitstaat om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven. Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Wanneer moet ik herstellen of vernieuwen?
-
Als uw VAIO-computer instabiel is geworden
-
Als uw VAIO-computer geïnfecteerd is door een computervirus
-
Als uw VAIO-computer tegen problemen aanloopt die niet gebruikelijk zijn en niet op de normale manier hersteld kunnen worden
-
Als u per ongeluk het station C: hebt geformatteerd
Welke toepassingen moet ik gebruiken om mijn VAIO-computer te herstellen of om herstelmedia aan te maken?
Gebruik de volgende toepassingen.
VAIO Care
-
Herstelmedia maken
-
Computerhardware controleren
VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions)
-
Herstellen van uw VAIO-computer
-
Uw gegevens redden (back-up maken)
-
Alle gegevens op uw ingebouwde opslagapparaat wissen
Windows Herstelomgeving (Windows RE)
-
Vernieuwen
Hint
-
Raadpleeg het hulpbestand van VAIO Care en VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) voor meer informatie.
-
U kunt uw VAIO-computer ook herstellen vanaf Windows Herstelomgeving (Windows RE).
Wat is het herstelgebied?
Het herstelgebied op het ingebouwde opslagapparaat bevat gegevens voor het herstel van het systeem en toepassingen. Normaal gesproken kunt u de gegevens in dit gebied niet wijzigen of verwijderen, maar er zijn speciale toepassingen verkrijgbaar voor dat doel.
Waarom moet ik herstelmedia maken?
Herstelmedia worden gebruikt om uw VAIO-computer terug te zetten naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Als Windows niet start en u het herstelgebied hebt verwijderd, hebt u herstelmedia nodig om het herstel uit te voeren.
Maak herstelmedia direct als uw computer klaar is voor gebruik.
VAIO Update gebruiken
VAIO Update biedt een service die u op de hoogte houdt van beschikbare informatie over updates, zoals belangrijke kennisgevingen of updateprogramma's, waarmee u uw VAIO-computer up-to-date kunt houden.
Via het internet detecteert VAIO Update automatisch de updateprogramma's die vereist zijn voor het verbeteren van de prestaties van uw computer en nieuwe apps die beschikbaar zijn. U kunt deze apps downloaden en in eenvoudige stappen installeren.
- Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Hint
-
U kunt ook VAIO Update starten vanaf VAIO Care (Desktop).
Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
Met VAIO Care kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw VAIO-computer optimaal blijft werken.
-
Regelmatig prestatiecontroles en systeemafstellingen uitvoeren.
-
Ondersteuningsinformatie zoeken (het adres van de ondersteuningswebsite en contactgegevens).
-
Start VAIO Care door de knop ASSIST in te drukken en zoek naar de juiste maatregelen voor eventuele problemen.
- Druk op de knop ASSIST als uw VAIO-computer aan staat.
VAIO Care start.
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Care voor meer informatie.
Hint
-
Als u op de knop ASSIST drukt terwijl uw VAIO-computer uitstaat, wordt het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weergegeven. U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wil starten.
-
U kunt ook het Apps-scherm openen en VAIO Care selecteren.
Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
De antivirusapp voor uw VAIO-computer gebruiken
Bescherm uw VAIO-computer tegen computervirussen door een antivirusapp te gebruiken.
U kunt de antivirusapp actueel houden met de recentste updates door deze updates vanaf de website van de producent te downloaden en te installeren. Als u de antivirusapp wilt bijwerken, kijkt u van welke producent de op uw VAIO-computer geïnstalleerde antivirusapp afkomstig is en voert u de volgende stappen uit.
- Controleer of uw VAIO-computer verbinding heeft met internet.
- Voer één van deze handelingen uit al naargelang het geïnstalleerde antivirusapp.
Voor Trend Micro:
Start Trend Micro Titanium Maximum Security.
Voor McAfee:
Start McAfee LiveSafe - Internet Security, McAfee Internet Security of McAfee Total Protection.
Voor Windows Defender:
Start Windows Defender.
Voor Kaspersky Internet Security:
Start Kaspersky Internet Security.
- Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
-
De feitelijke procedure kan van bovenstaande procedure afwijken, afhankelijk van de versie die op uw VAIO-computer staat. In dat geval volgt u de instructies op het scherm op.
Hint
-
Zie Apps starten voor informatie over het starten van de antivirusapp.
-
Raadpleeg het Help-bestand bij uw app voor meer informatie.
Uw Windows-wachtwoord maken/wijzigen/verwijderen
Stel een Windows-wachtwoord in om uw VAIO-computer te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. De gebruiker moet dat wachtwoord invoeren als de computer wordt ingeschakeld en als de computer teruggaat naar de normale stand vanuit een energiebesparingsstand.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over het Windows-wachtwoord.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Accounts en Aanmeldingsopties in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Selecteer Toevoegen of Wijzigen onder Wachtwoord.
- Volg de instructies op het scherm om uw wachtwoord in te voeren.
Opmerking
-
Zorg dat u het wachtwoord niet vergeet. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Hint
-
U kunt een geheugensteun invoeren om u te helpen het wachtwoord te onthouden. U kunt ook een wachtwoordhersteldiskette maken waarmee u een nieuw wachtwoord kunt instellen. Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over het Windows-wachtwoord.
Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen
U kunt met de BIOS-functie een wachtwoord (opstartwachtwoord) instellen voor het opstarten van uw VAIO-computer. U wordt gevraagd om het opstartwachtwoord in te voeren nadat het VAIO-logo verschijnt bij het opstarten van de computer.
Er zijn twee soorten wachtwoorden. Stel eerst het computerwachtwoord in.
-
Computerwachtwoord (voor beheerders):
Met dit wachtwoord zijn gebruikers met beheerdersrechten bevoegd om alle configuratieopties in het scherm BIOS Setup aan te passen en uw VAIO-computer op te starten.
-
Gebruikerswachtwoord (voor gebruikers zonder beheerdersrechten):
Hiermee kunnen gebruikers met beheerrechten bepaalde instellingen in het BIOS-scherm aanpassen en uw VAIO-computer opstarten. U kunt het gebruikerswachtwoord pas instellen nadat u het computerwachtwoord hebt ingesteld.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Voer het wachtwoord in en druk op Enter.
U wijzigt het wachtwoord door het huidige wachtwoord en een nieuw wachtwoord in te voeren. Het wachtwoord mag maximaal 32 alfanumerieke tekens lang zijn (inclusief spaties) en er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
- Druk op de toets
of
om Password when Power On te selecteren, druk op Enter en selecteer Enabled.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
- Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
Opmerking
-
Noteer het wachtwoord om te voorkomen dat u het vergeet.
-
Als u het opstartwachtwoord bent vergeten, kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U kunt het gebruikerswachtwoord opnieuw instellen in het scherm BIOS Setup nadat u het computerwachtwoord hebt ingevoerd.
-
Als u het computerwachtwoord bent vergeten, moet het wachtwoord worden gereset door een erkend Sony-service-/ondersteuningscentrum. (De kosten voor het terugzetten worden in rekening gebracht.)
Het opstartwachtwoord verwijderen
Als het opstartwachtwoord niet langer nodig is voor uw VAIO-computer, kunt u de volgende stappen uitvoeren om het computerwachtwoord en gebruikerswachtwoord te verwijderen.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Laat de velden Enter New Password en Confirm New Password leeg en druk op Enter.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen
U kunt met de BIOS-functie een wachtwoord (opstartwachtwoord) instellen voor het opstarten van uw VAIO-computer. U wordt gevraagd om het opstartwachtwoord in te voeren nadat het VAIO-logo verschijnt bij het opstarten van de computer.
Er zijn twee soorten wachtwoorden. Stel eerst het computerwachtwoord in.
-
Computerwachtwoord (voor beheerders):
Met dit wachtwoord zijn gebruikers met beheerdersrechten bevoegd om alle configuratieopties in het scherm BIOS Setup aan te passen en uw VAIO-computer op te starten.
-
Gebruikerswachtwoord (voor gebruikers zonder beheerdersrechten):
Hiermee kunnen gebruikers met beheerrechten bepaalde instellingen in het BIOS-scherm aanpassen en uw VAIO-computer opstarten. U kunt het gebruikerswachtwoord pas instellen nadat u het computerwachtwoord hebt ingesteld.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Voer het wachtwoord in en druk op Enter.
U wijzigt het wachtwoord door het huidige wachtwoord en een nieuw wachtwoord in te voeren. Het wachtwoord mag maximaal 32 alfanumerieke tekens lang zijn (inclusief spaties) en er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
- Druk op de toets
of
om Password when Power On te selecteren, druk op Enter en selecteer Enabled.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
- Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
Opmerking
-
Noteer het wachtwoord om te voorkomen dat u het vergeet.
-
Als u het opstartwachtwoord bent vergeten, kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U kunt het gebruikerswachtwoord opnieuw instellen in het scherm BIOS Setup nadat u het computerwachtwoord hebt ingevoerd.
-
Als u het computerwachtwoord bent vergeten, moet het wachtwoord worden gereset door een erkend Sony-service-/ondersteuningscentrum. (De kosten voor het terugzetten worden in rekening gebracht.)
Het opstartwachtwoord verwijderen
Als het opstartwachtwoord niet langer nodig is voor uw VAIO-computer, kunt u de volgende stappen uitvoeren om het computerwachtwoord en gebruikerswachtwoord te verwijderen.
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Security te gaan, selecteer Set Machine Password of Set User Password, druk vervolgens op Enter.
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt.
- Laat de velden Enter New Password en Confirm New Password leeg en druk op Enter.
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
VAIO Update gebruiken
VAIO Update biedt een service die u op de hoogte houdt van beschikbare informatie over updates, zoals belangrijke kennisgevingen of updateprogramma's, waarmee u uw VAIO-computer up-to-date kunt houden.
Via het internet detecteert VAIO Update automatisch de updateprogramma's die vereist zijn voor het verbeteren van de prestaties van uw computer en nieuwe apps die beschikbaar zijn. U kunt deze apps downloaden en in eenvoudige stappen installeren.
- Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Hint
-
U kunt ook VAIO Update starten vanaf VAIO Care (Desktop).
Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)
Met VAIO Care kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw VAIO-computer optimaal blijft werken.
-
Regelmatig prestatiecontroles en systeemafstellingen uitvoeren.
-
Ondersteuningsinformatie zoeken (het adres van de ondersteuningswebsite en contactgegevens).
-
Start VAIO Care door de knop ASSIST in te drukken en zoek naar de juiste maatregelen voor eventuele problemen.
- Druk op de knop ASSIST als uw VAIO-computer aan staat.
VAIO Care start.
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Care voor meer informatie.
Hint
-
Als u op de knop ASSIST drukt terwijl uw VAIO-computer uitstaat, wordt het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weergegeven. U kunt de functie VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) gebruiken om de computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wil starten.
-
U kunt ook het Apps-scherm openen en VAIO Care selecteren.
Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het Apps-scherm.
De hoek van de standaard aanpassen
Kies in welke hoek u uw VAIO-computer wilt instellen.
- Houd het scherm zoals weergegeven in de afbeelding en open dan de standaard.
De hoek van uw VAIO-computer kan worden aangepast van 115 tot 130 graden.
Opmerking
-
Open de standaard niet met kracht om hem niet te beschadigen.
Slaapstand gebruiken
In slaapstand kunt u uw VAIO-computer alleen laten; de computer blijft in dezelfde staat, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
De slaapstand activeren
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Selecteer
Aan/Uit en Slaapstand.
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat dit uit wanneer de computer in slaapstand gaat (met de standaardinstellingen).
Terugkeren naar de normale stand
-
Druk op de knop
(Aan/Uit).
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
-
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in de sluimerstand wanneer de batterijset leeg raakt. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden schakelt de computer mogelijk niet over naar de sluimerstand.
Als dit gebeurt en de batterijset leeg raakt, wordt de computer uitgeschakeld en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
-
Zorg ervoor dat de computer uit staat voordat u uw VAIO-computer verplaatst om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt door stoten of trillingen. Als de computer een stroomlampje heeft, zorg er dan voor dat dit helemaal uit is.
Hint
-
Standaard gaat uw VAIO-computer over in de slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit wanneer de computer op netstroom actief is.
-
De onderstaande bewerkingen zetten uw VAIO-computer ook in de slaapstand.
-
Druk op de knop
(Aan/Uit) (met de standaardinstellingen).
-
De batterijset opladen
Als de computer is aangesloten op een voedingsbron, wordt de batterijset wordt ook opgeladen terwijl u uw VAIO-computer gebruikt. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
- Sluit uw VAIO-computer aan op een stopcontact. (Zie Een stroombron aansluiten.)
Hint
-
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Merk op dat bij een lage omgevingstemperatuur het opladen van de batterijset langer duurt.
-
Ga naar het bureaublad en selecteer het batterijpictogram in het systeembak, bijvoorbeeld
(op batterij) of
(op netstroom), om de status van de ingebouwde batterij van uw VAIO-computer te controleren. Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Uw VAIO-computer aanzetten
Uw VAIO-computer inschakelen om Windows te starten.
Lees de voorzorgsmaatregelen in Opmerkingen over het gebruik van de stroombron zorgvuldig voordat u uw computer inschakelt.
- Sluit uw VAIO-computer aan op een stopcontact. (Zie Een stroombron aansluiten.)
- Druk op de knop
(Aan/Uit).
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat het groen branden.
Uw computer is ingeschakeld en Windows wordt opgestart.
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt uw VAIO-computer niet ingeschakeld.
-
Raak het aanraakscherm tijdens het opstarten van uw VAIO-computer niet aan omdat hierdoor een storing in uw computer kan optreden. (modellen met aanraakscherm)
Hint
-
Uw VAIO-computer gaat standaard in de slaapstand als deze op een stopcontact is aangesloten en bepaalde tijd niet gebruikt wordt. Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie.
Statusoverzicht van batterijlampje
Het batterijlampjebrandt of knippert, afhankelijk van de omstandigheden.
Brandt oranje
De batterijset wordt opgeladen. (Gaat uit als de batterijset volledig is opgeladen.)
Knippert oranje
De batterijset is bijna leeg. (Normale modus)
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, knippert dit samen met het batterijlampje.
Is oranje en knippert snel
Er is een batterijstoring opgetreden vanwege een defecte of niet goed vergrendelde batterijset (modellen met verwijderbare batterijset) enz.
Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
Na het wijzigen van instellingen of het installeren van toepassingen op uw VAIO-computer moet u de computer soms opnieuw opstarten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Opnieuw opstarten.
Uw VAIO-computer wordt opnieuw opgestart.
De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit.
In slaapstand behoudt de computer zijn huidige status, inclusief gegevens waar u mee aan het werken bent.
Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie over de slaapstand.
Wanneer u uw VAIO-computer enige tijd niet gebruikt
Om geen niet-opgeslagen gegevens kwijt te raken, volgt u de volgende stappen om uw VAIO-computer uit te zetten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Schakel alle op uw VAIO-computer aangesloten randapparaten uit.
- Open de charms en selecteer vervolgens de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Afsluiten.
Na een korte tijd schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Als uw computer een stroomlampje heeft, gaat het groene stroomlampje uit.
Opmerking
-
Als de computer niet netjes wordt afgesloten, kunnen er niet-opgeslagen gegevens verloren gaan of kan uw VAIO-computer defect raken.
-
Om uw VAIO-computer helemaal van de stroomvoorziening los te koppelen, zet u de computer uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Hint
-
Als u Afsluiten selecteert terwijl u in stap 4 Shift ingedrukt houdt, kunt u uw VAIO-computer in de minimale energieverbruiksstand plaatsen (ACPI S5-stand). In dat geval wordt de snelle opstartfunctie tijdelijk uitgeschakeld bij de volgende keer opstarten.
De instellingen wijzigen voor de slaapstand bij zwakke batterij
U kunt de instellingen voor slaapstand bij zwakke batterij wijzigen in VAIO Control Center.
Slaapstand bij zwakke batterij is standaard ingeschakeld. Met deze functie gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand en worden uw werkgegevens opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat wanneer de batterijset bijna leeg is.
- Start VAIO Control Center en selecteer Stroom en batterij (Power and Battery). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Schakel de optie Actie als de batterij bijna leeg is (Action When Battery Power Low) in of uit.
Opmerking
-
Met slaapstand bij zwakke batterij uitgeschakeld:
-
Uw werkgegevens gaan verloren als uw VAIO-computer wordt uitgeschakeld omdat bijvoorbeeld de batterijset leeg raakt of de computer wordt losgekoppeld van het stopcontact. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u de gegevens opslaan voordat de computer overgaat op de slaapstand.
-
De Intel Smart Connect Technology (Slaapstand)-instellingen wijzigen
U kunt de instellingen voor Intel Smart Connect Technology wijzigen in VAIO Control Center.
Met deze functie maakt uw VAIO-computer regelmatig verbinding met het internet en kunt u de nieuwste meldingen ontvangen van e-mails, sociale netwerken (SNS) enz., zelfs als de computer in slaapstand staat.
- Start VAIO Control Center en selecteer Stroom en batterij (Power and Battery). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Intel Smart Connect Technology.
- Selecteer Open het instellingenscherm (Open settings screen) in Basisinstellingen (Basic settings).
Het instellingenvenster Intel Smart Connect Technology verschijnt.
- Schakel de optie Gegevens up-to-date houden (Keep Data Fresh) in of uit.
Opmerking
-
Als u op uw VAIO-computer een wachtwoord moet invoeren voordat Windows start, sluit de computer automatisch af voor de duur van de opgegeven tijdsperiode om stroom te besparen, afhankelijk van het model.
Om te voorkomen dat uw VAIO-computer automatisch afsluit, stelt u Status tijdens slaapstand (State during sleep mode) in op Slaapstand (Sleep) in het instellingenvenster Intel Smart Connect Technology.
De levensduur van de batterij wordt korter als u Slaapstand (Sleep) selecteert.
Hint
-
Als er apps zijn gestart wanneer uw VAIO-computer in slaapstand gaat, kunt u tijdens de slaapstand op de hoogte blijven van nieuwe updates voor de werkende apps.
De slaapstand
Dankzij de slaapstand kunt u pauze houden en de status van uw computer behouden, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
Wanneer Intel Smart Connect Technology is ingeschakeld, maakt uw VAIO-computer regelmatig verbinding met het internet en kunt u de nieuwste meldingen ontvangen van e-mails, sociale netwerken (SNS) enz., zelfs als de computer in slaapstand staat. Zie De Intel Smart Connect Technology (Slaapstand)-instellingen wijzigen voor meer informatie over Intel Smart Connect Technology.
De batterijcapaciteit controleren
De batterijset is een verbruiksartikel. De capaciteit neemt geleidelijk af door het steeds weer opladen en ontladen. Dit heeft tot gevolg dat de gebruiksduur van de batterijset korter wordt, zelfs als hij volledig is opgeladen. Dit betekent dat de batterijset het einde van de gebruiksduur heeft bereikt.
Als de gebruiksduur van de batterijset kort is geworden, vervangt u de batterijset door een nieuwe, door Sony goedgekeurde batterijset. Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over de status van de batterijlading en capaciteitsafname.
- Start VAIO Control Center en selecteer Stroom en batterij (Power and Battery). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Batterij (Battery) of Batterijzorgfunctie (Battery Care Function).
Er wordt uitgebreide informatie over de batterijset, zoals de oplaadcapaciteit, weergegeven.
Hint
-
Activeer de Batterijzorgfunctie (battery care function) voor maximale levensduur van de batterij. Met deze functie kunt u het slechter worden van de batterij verminderen door de maximale oplaadcapaciteit te beperken of de oplaadtijd aan te passen.
De batterijset opladen
Als de computer is aangesloten op een voedingsbron, wordt de batterijset wordt ook opgeladen terwijl u uw VAIO-computer gebruikt. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
- Sluit uw VAIO-computer aan op een stopcontact. (Zie Een stroombron aansluiten.)
Hint
-
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Merk op dat bij een lage omgevingstemperatuur het opladen van de batterijset langer duurt.
-
Ga naar het bureaublad en selecteer het batterijpictogram in het systeembak, bijvoorbeeld
(op batterij) of
(op netstroom), om de status van de ingebouwde batterij van uw VAIO-computer te controleren. Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Statusoverzicht van batterijlampje
Het batterijlampjebrandt of knippert, afhankelijk van de omstandigheden.
Brandt oranje
De batterijset wordt opgeladen. (Gaat uit als de batterijset volledig is opgeladen.)
Knippert oranje
De batterijset is bijna leeg. (Normale modus)
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, knippert dit samen met het batterijlampje.
Is oranje en knippert snel
Er is een batterijstoring opgetreden vanwege een defecte of niet goed vergrendelde batterijset (modellen met verwijderbare batterijset) enz.
De levensduur van de batterij verlengen
Schakel de Batterijzorgfunctie (battery care function) in om de levensduur van de batterij te verlengen. Met deze functie kunt u het slechter worden van de batterij verminderen door de maximale oplaadcapaciteit te beperken of de oplaadtijd aan te passen.
- Start VAIO Control Center en selecteer Stroom en batterij (Power and Battery). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Batterijzorgfunctie (Battery Care Function).
Hint
-
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kunt u de volgende instellingen selecteren om de levensduur van de batterij te verlengen.
-
80%/50% Laden (80%/50% Charging)
Wanneer u uw VAIO-computer meestal op het lichtnet gebruikt, kunt u het beste 80%/50% Laden (80%/50% Charging) selecteren om de oplaadcapaciteit te beperken tot 80% of 50% van het totaal.
-
Opladen gedurende de nacht (Overnight Charging)
Als u uw VAIO-computer meestal buitenshuis gebruikt, kunt u het beste Opladen gedurende de nacht (Overnight Charging) selecteren en een tijdsperiode instellen voor het opladen van de batterij, en wel de tijd waarin u de computer niet van plan bent te gebruiken, bijvoorbeeld 's nachts, om de oplaadcapaciteit te beperken.
Met Opladen gedurende de nacht (Overnight Charging) laadt de batterijset op tot 100% wanneer de tijdsperiode bijna voorbij is.
-
-
VAIO Care (Desktop) analyseert de batterijstatus van uw VAIO-computer en geeft tips weer waarmee u de levensduur van de batterij kunt verlengen, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Zie Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care) voor informatie over het starten van VAIO Care (Desktop).
De levensduur van de batterij verlengen
Als uw VAIO-computer op batterijstroom werkt, kunt u de levensduur van de batterij verlengen met de volgende methoden.
-
Gebruik de slaapstand.
Wanneer u uw VAIO-computer tijdelijk niet hoeft te gebruiken, kunt u de computer in de slaapstand zetten. Gebruik de slaapstand regelmatig als u de levensduur van de batterij wilt verlengen. Als u de computer langere tijd niet gaat gebruiken, zet u de computer uit.
De computer activeren vanuit de slaapstand is sneller dan de computer opstarten.
Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie.
-
Verminder de helderheid van het lcd-scherm.
Zie De helderheid van het lcd-scherm wijzigen voor meer informatie.
-
Verlaag het volume van de luidsprekers en de hoofdtelefoon.
Zie Luidsprekervolume aanpassen voor meer informatie.
-
Koppel randapparaten los die niet worden gebruikt.
De instellingen wijzigen voor de slaapstand bij zwakke batterij
U kunt de instellingen voor slaapstand bij zwakke batterij wijzigen in VAIO Control Center.
Slaapstand bij zwakke batterij is standaard ingeschakeld. Met deze functie gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand en worden uw werkgegevens opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat wanneer de batterijset bijna leeg is.
- Start VAIO Control Center en selecteer Stroom en batterij (Power and Battery). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Schakel de optie Actie als de batterij bijna leeg is (Action When Battery Power Low) in of uit.
Opmerking
-
Met slaapstand bij zwakke batterij uitgeschakeld:
-
Uw werkgegevens gaan verloren als uw VAIO-computer wordt uitgeschakeld omdat bijvoorbeeld de batterijset leeg raakt of de computer wordt losgekoppeld van het stopcontact. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u de gegevens opslaan voordat de computer overgaat op de slaapstand.
-
De Intel Smart Connect Technology (Slaapstand)-instellingen wijzigen
U kunt de instellingen voor Intel Smart Connect Technology wijzigen in VAIO Control Center.
Met deze functie maakt uw VAIO-computer regelmatig verbinding met het internet en kunt u de nieuwste meldingen ontvangen van e-mails, sociale netwerken (SNS) enz., zelfs als de computer in slaapstand staat.
- Start VAIO Control Center en selecteer Stroom en batterij (Power and Battery). (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Selecteer Meer informatie (Details) in Intel Smart Connect Technology.
- Selecteer Open het instellingenscherm (Open settings screen) in Basisinstellingen (Basic settings).
Het instellingenvenster Intel Smart Connect Technology verschijnt.
- Schakel de optie Gegevens up-to-date houden (Keep Data Fresh) in of uit.
Opmerking
-
Als u op uw VAIO-computer een wachtwoord moet invoeren voordat Windows start, sluit de computer automatisch af voor de duur van de opgegeven tijdsperiode om stroom te besparen, afhankelijk van het model.
Om te voorkomen dat uw VAIO-computer automatisch afsluit, stelt u Status tijdens slaapstand (State during sleep mode) in op Slaapstand (Sleep) in het instellingenvenster Intel Smart Connect Technology.
De levensduur van de batterij wordt korter als u Slaapstand (Sleep) selecteert.
Hint
-
Als er apps zijn gestart wanneer uw VAIO-computer in slaapstand gaat, kunt u tijdens de slaapstand op de hoogte blijven van nieuwe updates voor de werkende apps.
De slaapstand
Dankzij de slaapstand kunt u pauze houden en de status van uw computer behouden, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
Wanneer Intel Smart Connect Technology is ingeschakeld, maakt uw VAIO-computer regelmatig verbinding met het internet en kunt u de nieuwste meldingen ontvangen van e-mails, sociale netwerken (SNS) enz., zelfs als de computer in slaapstand staat. Zie De Intel Smart Connect Technology (Slaapstand)-instellingen wijzigen voor meer informatie over Intel Smart Connect Technology.
Het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
Via het aanraakscherm kunt u uw VAIO-computer rechtstreeks bedienen met uw vingers. U kunt verschillende gebaren uitvoeren op het aanraakscherm.
Uw VAIO-computer ondersteunt multitouch-invoer.
Opmerking
-
Uw VAIO-computer is uitgerust met een capacitief aanraakscherm. Houd bij het gebruik van het capacitieve aanraakscherm rekening met de volgende kenmerken.
-
Het aanraakscherm werkt niet met nagels of wanneer u handschoenen draagt.
-
Als u onverwachte bewerkingen constateert wanneer u op het scherm tikt, controleert u of het aanraakscherm met een ander deel van uw lichaam in aanraking komt.
-
Het oppervlak van het aanraakscherm kan warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Hoewel het oppervlak van het aanraakscherm is gemaakt van gehard glas, kan het beschadigd raken. Ga er zorgvuldig mee om. Als het breekt, kunnen korrelachtige scherven ontstaan waaraan u zich kunt verwonden.
Laat het aanraakscherm niet vallen en stel het niet bloot aan grote druk. Kras niet op het oppervlak. Beschadigingen van het oppervlak kunnen ertoe leiden dat het glas breekt.
-
In de fabriek wordt mogelijk een beschermingsfolie aangebracht op het lcd-scherm. Verwijder dit folie voor gebruik aangezien dit de werking van het aanraakscherm negatief kan beïnvloeden.
-
Sommige toepassingen kunnen niet worden bediend via het aanraakscherm.
-
Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u het aanraakscherm gebruikt.
-
Druk niet hard of ongecontroleerd op het aanraakscherm.
Zachte aanrakingen volstaan omdat uw VAIO-computer is uitgerust met een capacitief aanraakscherm.
-
Het aanraakscherm werkt misschien niet correct wanneer u uw VAIO-computer aan zet terwijl u het scherm aanraakt of als de computer tijdens het opstarten invloed van elektromagnetische straling ondervindt. Start in dat geval de computer opnieuw op.
-
Het kan even duren voordat uw aanraakscherm functioneert nadat uw VAIO-computer vanuit de slaapstand in de normale stand terugkeert. In dat geval wacht u even voordat u het aanraakscherm opnieuw gebruikt.
-
Houd het aanraakscherm schoon voor optimale gevoeligheid. Vuil kan het scherm beschadiging of storingen veroorzaken.
Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
U kunt uw VAIO-computer bedienen door op het aanraakscherm te tikken of eenvoudige gebaren te maken met uw vingers.
Standaardbewerkingen
Klikken (tikken)
Tik met één vinger op het aanraakscherm. U kunt een knop, zoals OK en Annuleren, of een optie in een menu selecteren door erop te tikken.
Dubbelklikken (dubbeltikken)
Tik tweemaal snel achter elkaar met één vinger op het aanraakscherm.
U kunt een toepassing starten, zoals en tekstverwerker of spreadsheetprogramma, of bestanden openen door dubbel te tikken op het pictogram.
Slepen
Plaats uw vinger in de gewenste positie op het aanraakscherm en schuif. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of het formaat van vensters wijzigen.
Slepen en neerzetten
Tik op het pictogram van het gewenste bestand, sleep het naar een map, venster of toepassingspictogram en til uw vinger van het scherm. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of kopiëren.
Geavanceerde bewerkingen
U kunt uw VAIO-computer bedienen door eenvoudige gebaren op het aanraakscherm te maken met uw vingers.
De werking van gebaren verschilt per toepassing.
Met de rechtermuisknop klikken (tikken en vasthouden)
Tik en houd het gewenste punt op het aanraakscherm enkele seconden vast. Til daarna uw vinger van het scherm. Afhankelijk van de plaats waar u tikt, kunt u verschillende menu's weergeven.
Schuiven
Tik en schuif in een schuifbaar gedeelte van een venster, zoals een venster van Internet Explorer. U kunt ook de verticale schuifbalk in het geselecteerde venster gebruiken om door het venster te schuiven.
Inzoomen en uitzoomen op een afbeelding of foto (zoomen)
Maak een knijpbeweging met twee vingers op het aanraakscherm om in- of uit te zoomen op een afbeelding, zoals een foto in Foto's. Beweeg de vingers uit elkaar om in te zoomen of naar elkaar toe om uit te zoomen.
Een afbeelding of foto draaien (roteren)
Plaats twee vingers op het aanraakscherm en draai deze in een cirkel om een afbeelding of foto te roteren. Of u afbeeldingen kunt draaien, is afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Selecteren door te vegen
Veeg uw vinger over een korte afstand in de richting waarin schuiven in het scherm niet mogelijk is.
U kunt items zoals toepassingstegels of afbeeldingen selecteren.
Combinaties en functies met de toets Fn
Houd de toets Fn ingedrukt en druk tegelijkertijd op een andere toets om een actie uit te voeren met een sneltoets.
U schakelt het geluid bijvoorbeeld als volgt uit: Fn +(F2)
Houd de toets Fn ingedrukt en druk op de toets F2.
Sommige sneltoetsen werken alleen als Windows actief is.
Fn +
(F2)
Hiermee worden de luidsprekers of de hoofdtelefoon in- en uitgeschakeld.
Fn +
/
(F3/F4)
Druk meerdere keren op de knop om het volumeniveau van de luidsprekers en de hoofdtelefoon te wijzigen. Zie Luidsprekervolume aanpassen voor meer informatie.
U verlaagt het volume met de toetsen Fn+F3.
U verhoogt het volume met de toetsen Fn+F4.
Fn +
/
(F5/F6)
Druk meerdere keren op de knop om de helderheid van uw lcd-scherm aan te passen. Zie De helderheid van het lcd-scherm wijzigen voor meer informatie.
U verlaagt de lichtintensiteit met de toetsen Fn+F5.
U verhoogt de lichtintensiteit met de toetsen Fn+F6.
Fn +
(F7)
Hiermee schakelt u de beeldschermuitvoer naar een externe monitor.
Druk meerdere keren op de toetsen Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en bevestig met toets Enter. Zie Weergavemodi selecteren voor meer informatie.
Fn + 1
Start VAIO Clip. Zie Een afbeelding op het computerscherm bijsnijden (VAIO Clip) voor meer informatie.
Fn + Scr Lk (Scroll Lock)
Werkt verschillend naargelang de apps die u gebruikt. Raadpleeg het Help-bestand bij de app voor meer informatie.
Fn + Pg Up (Page Up)
Hiermee gaat u naar de vorige pagina.
Fn + End (End)
Hiermee verplaatst u de cursor naar het einde van een regel of pagina.
Fn + Pg Dn (Page Down)
Hiermee gaat u naar de volgende pagina.
Fn + Home (Home)
Hiermee verplaatst u de cursor naar het begin van een regel of pagina.
Hint
-
Voor informatie over sneltoetsen in combinatie met de toets
(Windows) enz., raadpleegt u Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen).
Tekens invoeren met het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
U kunt tekst invoeren via het Schermtoetsenbord op het scherm door aanraken.
- Open het bureaublad en selecteer
(het pictogram Schermtoetsenbord) in het systeemvak. (Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.)
Het toetsenbord opladen
U kunt het toetsenbord opladen door het aan uw VAIO-computer te koppelen.
- Plaats uw VAIO-computer op een vlakke ondergrond.
- Zoek de oplaadpoort (
) op het toetsenbord en de oplaadpoort (
) op uw VAIO-computer en breng de bovenrand van het toetsenbord samen met de onderrand van de computer.
- Controleer de positie (
) van de oplaadpoorten en beweeg het toetsenbord in de richting van de pijl om het toetsenbord vast te maken aan uw VAIO-computer.
Het oplaadlampje op de onderkant van het toetsenbord gaat branden en het opladen start wanneer beide poorten correct zijn verbonden. (Het oplaadlampje gaat uit wanneer het opladen is voltooid.)
Opmerking
-
Om te voorkomen dat u uw VAIO-computer en het toetsenbord laat vallen, houdt u zowel de computer als het toetsenbord vast wanneer u het toetsenbord losmaakt van de computer.
-
Wanneer de batterijlading van uw VAIO-computer minder dan 10% is, kunt u het toetsenbord niet opladen.
-
Raak de oplaadport op het toetsenbord niet aan om de oplaadpoort te beschermen tegen vuil.
-
Laat het toetsenbord niet op wanneer er een schermbeveiliging op het aanraakscherm zit of als er een schoonmaakdoekje tussen uw VAIO-computer en het toetsenbord zit. Anders kan de verbinding tussen computer en toetsenbord niet tot stand komen en wordt het toetsenbord niet opgeladen.
Hint
-
Het oplaadlampje op de onderkant van het toetsenbord brandt terwijl het toetsenbord wordt opgeladen. Het oplaadlampje schakelt uit wanneer het opladen is voltooid.
-
Wanneer de batterij bijna leeg is, knippert het batterijlampje 30 seconden lang.
-
Zelfs wanneer uw VAIO-computer niet is aangesloten op het lichtnet, kunt u het toetsenbord opladen.
Het toetsenbord gebruiken
Zet de aan-uit-touchpadschakelaar op het toetsenbord aan om het in te schakelen en de touchpadfunctie in en uit te schakelen.
Status van de schakelaar en functies
-
OFF
Draadloos toetsenbord OFF / touchpadfunctie OFF
-
ON
Draadloos toetsenbord ON / touchpadfunctie ON
-
Draadloos toetsenbord ON / touchpadfunctie OFF
Opmerking
-
Het toetsenbord heeft magneten om aan uw VAIO-computer te koppelen. Plaats geen creditkaarten enz. die gevoelig zijn voor magnetisme in de buurt van de computer, m.n. bij de voor- en achterkant van het toetsenbord. Anders kunnen de gegevens beschadigd raken.
Hint
-
Wanneer u het draadloze toetsenbord niet kunt inschakelen met de aan-uit-touchpadschakelaar voor het toetsenbord, volg dan onderstaande stappen om de instellingen te controleren.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder, selecteer dan Netwerk en Vliegtuigstand in het linkerdeelvenster van het venster Pc-instellingen.
Controleer of Vliegtuigstand is ingesteld op uitgeschakeld en Keyboard Receiver onder Draadloze apparaten is ingesteld op Aan.
Het touchpad gebruiken
Door met uw vinger over het touchpad te schuiven, kunt u de aanwijzer bewegen op het computerscherm.
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk op de linker- of rechterknop om een opdracht uit te voeren of een menu te openen.
-
Linkerknop
-
Rechterknop
Klikken
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk eenmaal op de linkerknop.
U kunt ook een keer op het touchpad tikken.
Dubbelklikken
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk snel tweemaal op de linkerknop.
U kunt ook twee keer snel achter elkaar op het touchpad tikken.
Met de rechtermuisknop klikken
Plaats de aanwijzer op het gewenste onderdeel of object en druk eenmaal op de rechterknop.
U kunt ook met twee vingers op het touchpad tikken.
Er wordt een snelmenu geopend waarvan de inhoud afhankelijk is van de plaats van de aanwijzer.
Slepen
Plaats de aanwijzer op het gewenste item of object, houd de linkerknop ingedrukt en schuif met uw vinger over het touchpad.
U kunt ook twee keer snel achter elkaar op het touchpad tikken en bij de tweede tap uw vinger schuiven.
Slepen en neerzetten
Sleep een pictogram, zoals een bestand, naar de gewenste locatie en laat de linkerknop los.
U kunt ook twee keer snel achter elkaar op pictogram tikken en bij de tweede tik uw vinger naar de gewenste locatie schuiven en vervolgens uw vinger van het touchpad halen.
Bladeren
Schuif met twee vingers omhoog en omlaag op het touchpad om verticaal in het venster te schuiven.
Schuif met twee vingers van links naar rechts op het touchpad of andersom om horizontaal in het venster te schuiven.
Openen van het app-menu
Plaats uw vinger op de bovenrand van het touchpad en schuif omlaag.
Het app-menu wordt niet geopend als een app niet door het app-menu ondersteund wordt.
De charms openen
Plaats uw vinger op de rechterrand van het touchpad en schuif naar links. Zie De charms openen voor meer informatie.
Schakelen tussen toepassingen
Plaats uw vinger op de linker rand van het touchpad en schuif uw vinger naar rechts om naar de actieve app te gaan. Als er meer dan één toepassing actief is, herhaalt u deze actie om naar de volgende toepassing te schakelen, beginnend bij de meest recente toepassing.
Opmerking
-
De gebarenfunctie (bladeren, app-menu openen, charms openen, schakelen tussen apps) werkt mogelijk niet, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van uw VAIO-computer of de instellingen van het touchpad.
Opmerkingen over de ingebouwde camera
-
Zorg dat u de ingebouwde camera niet beschadigt of bevuilt aangezien dit de kwaliteit van de beelden kan beïnvloeden.
-
Laat zonlicht niet rechtstreeks in de lens van de ingebouwde camera schijnen, ongeacht in welke energiestand uw VAIO-computer staat, omdat de camera hierdoor beschadigd kan raken.
De ingebouwde camera reinigen
Als het gebied in en om de ingebouwde camera vuil is, wrijft u dit voorzichtig schoon met een zachte doek, zoals een reinigingsdoek voor lenzen.
Wrijf niet te hard om geen krassen te veroorzaken.
De ingebouwde camera gebruiken
Met de ingebouwde camera en communicatieapps kunt u videogesprekken voeren via internet.
Het lampje voor de ingebouwde camera brandt bij gebruik van de ingebouwde camera.
Voorzijde
-
Lampje voor ingebouwde camera voor
-
Ingebouwde camera voor
-
Ingebouwde dubbele microfoons
Terug
-
Ingebouwde camera achter
-
Lampje voor ingebouwde camera achter
Hint
-
De apps die op uw VAIO-computer geïnstalleerd zijn, hangen af van de computerconfiguratie.
-
Sommige apps ondersteunen misschien niet alle resolutie-instellingen van de ingebouwde camera niet.
-
Als de netfrequentie op uw locatie verschilt van wat in de camera-app is ingesteld, werkt het autofocus-systeem van de ingebouwde camera achter misschien niet goed.
Inhoud scannen (VAIO Scan)
U kunt VAIO Scan gebruiken in plaats van een scanner. Wanneer u een document of schoolbord opneemt met VAIO Scan kunt u beelden opslaan met minder vervorming.
U kunt de beelden die zijn opgeslagen op uw VAIO-computer of het klembord ook importeren en de vervorming in de beelden compenseren.
- Start VAIO Scan. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Scan.)
Hint
-
Met de charm
Delen kunt u de gescande inhoud importeren naar VAIO Paper of VAIO Tabletop.
Een USB-apparaat opladen
U kunt een USB-apparaat opladen, zelfs wanneer uw VAIO-computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand of in de slaapstand staat, door de instelling voor het opladen van USB-apparaten in te schakelen.
Wijzig de instellingen voor de USB-poort die laden via USB ondersteunt alleen wanneer geen USB-apparaat is verbonden met de poort.
- Start VAIO Control Center en selecteer Hardware. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.)
- Schakel de optie USB opladen (USB Charging) in.
- Sluit een USB-apparaat aan op de USB-poort met de markering
eromheen.
Als het opladen niet start, zelfs wanneer u een USB-apparaat aansluit op de USB-poort die opladen via USB ondersteunt, koppelt u het apparaat los en sluit u het opnieuw aan.
Opmerking
-
Wanneer de instelling voor het opladen van USB-apparaten is geactiveerd, zal het stroomverbruik wanneer uw VAIO-computer uit staat of in de sluimerstand staat, toenemen omdat de computer de USB-aansluiting van stroom voorziet, zelfs wanneer er op de USB-aansluiting geen USB-apparaat is aangesloten.
-
Wanneer de instellingen voor opladen via USB zijn ingeschakeld, kunt u de functie voor extern ontwaken op het USB-apparaat dat is aangesloten op de USB-poort die opladen via USB ondersteunt, niet gebruiken.
Hint
-
Opladen via USB is standaard uitgeschakeld.
Een USB-apparaat aansluiten
U kunt op uw VAIO-computer een USB-apparaat (Universal Serial Bus) aansluiten, zoals een muis, diskettestation, luidspreker of printer.
Voor aansluiting moet mogelijk het bij het USB-apparaat geleverde stuurprogramma worden geïnstalleerd.
Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor meer informatie.
- Kies de USB-poort (
) die u wilt gebruiken.
- Steek de USB-apparaatkabel (
) (niet meegeleverd) in de USB-poort.
Opmerking
-
U moet mogelijk het stuurprogramma installeren dat bij uw USB-apparaat is geleverd voordat u het apparaat kunt gebruiken. Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie.
-
Om documenten te kunnen afdrukken moet u ervoor zorgen dat de USB-printer gebruikt kan worden met uw versie van Windows.
-
Voordat u USB-luidsprekers van uw VAIO-computer loskoppelt, moet u eerst de dvd of de muziek stoppen of uw computer uitzetten. Het loskoppelen van USB-luidsprekers tijdens het afspelen kan een storing veroorzaken.
Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie over het verwijderen van USB-apparaten.
-
Om uw VAIO-computer en/of USB-apparaten tegen beschadigingen te beschermen, moet u letten op het volgende:
-
Wanneer u uw VAIO-computer verplaatste met de USB-apparaten nog aangesloten, moet u voorkomen dat de USB-poorten worden blootgesteld aan schokken of stoten.
-
Doe uw VAIO-computer niet in een tas als er nog USB-apparaten aangesloten zijn.
-
Hint
-
De USB-poorten op uw VAIO-computer zijn compatibel met de USB 2.0-standaard en/of USB 3.0-standaard.
USB-poorten die compatibel zijn met de USB 3.0-standaard kunt u herkennen aan hun blauwe kleur.
-
Naast de overdrachtsmodi van de USB 2.0-standaard hoort de volgende overdrachtsmodus bij de USB 3.0-standaard:
-
SuperSpeed: overdrachtssnelheid van 5 Gbps.
-
Opmerkingen over het gebruik van microSD-geheugenkaarten
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u microSD-geheugenkaarten gebruikt.
-
Houd een microSD-geheugenkaart buiten bereik van kinderen. Ze kunnen deze inslikken.
-
Raak de aansluiting van de microSD-geheugenkaart niet met uw vinger of met metalen voorwerpen aan.
-
Een microSD-geheugenkaart bevat gevoelige elektronische onderdelen. Buig ze niet, laat ze niet vallen en stel ze niet bloot aan schokken.
-
Haal een microSD-geheugenkaart niet uit elkaar en wijzig hem niet.
-
Houd een microSD-geheugenkaart droog.
-
Gebruik of bewaar een SD-geheugenkaart niet op plaatsen die blootstaan aan:
-
Extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld in een auto die geparkeerd staat in de zon)
-
Direct zonlicht
-
Hoge vochtigheid of corrosieve stoffen
-
Veel stof
-
-
Probeer geen geheugenkaart van een ander type in de microSD-geheugenkaartsleuf te steken. Door incompatibele kaarten te gebruiken, kunt u uw VAIO-computer beschadigen.
-
Het wordt aanbevolen een back-up te maken van belangrijke gegevens.
-
Opgeslagen gegevens kunnen verloren gaan of beschadigd raken in de volgende gevallen:
-
U verwijdert een microSD-geheugenkaart of zet uw VAIO-computer uit terwijl er gegevens worden gelezen van of geschreven naar de microSD-geheugenkaart.
-
U gebruikt de microSD-geheugenkaart op een locatie waar statische elektriciteit of elektrische storingen de kaart kunnen verstoren.
-
-
Zorg bij het meenemen van een microSD-geheugenkaart dat u deze in de houder meeneemt om te voorkomen dat er statische elektriciteit optreedt.
-
Voordat u een microSD-geheugenkaart gebruikt met een ander apparaat dan een computer, zoals een mobiele telefoon, moet u de microSD-geheugenkaart formatteren (initialiseren) met behulp van het apparaat.
Sommige apparaten ondersteunen de bestandsindeling voor computers mogelijk niet. In dit geval verschijnt een bericht waarin wordt aanbevolen de microSD-geheugenkaart te formatteren. Kopieer de gegevens van de geheugenkaart naar uw VAIO-computer en formatteer de geheugenkaart met behulp van het apparaat. Bij het formatteren van de microSD-geheugenkaart worden alle gegevens verwijderd.
Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor meer informatie.
-
Steek geen vreemde voorwerpen in de sleuf van de microSD-geheugenkaartsleuf.
-
De sleuf voor de microSD-geheugenkaart kan alleen worden gebruikt voor lezen van en schrijven op ondersteunde geheugenkaarten en niet voor andere doeleinden.
-
microSD-geheugenkaarten (max. 2 GB), microSDHC-geheugenkaarten (max. 32 GB) en microSDXC-geheugenkaarten (max. 64 GB) die tot en met augustus 2013 verkrijgbaar zijn, zijn getest en geschikt gevonden voor gebruik met uw VAIO-computer. Compatibiliteit met de computer wordt echter niet gegarandeerd voor alle microSD-geheugenkaarten, microSDHC-geheugenkaarten en microSDXC-geheugenkaarten.
-
Sommige type microSD-geheugenkaarten, bijvoorbeeld de kaarten met de functie UHS (Super snelle gegevensoverdracht), kunnen extreem heet worden vanwege het continue gebruik van de geheugenkaarten. In dergelijke gevallen is het raadzaam even te wachten met het verwijderen van de geheugenkaart zodat deze kan afkoelen.
Verwijderen van microSD-geheugenkaarten
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de microSD-geheugenkaart verwijdert.
- Zoek de microSD-geheugenkaartsleuf.
- Open Deze pc.
Zie Apps starten voor informatie over het openen van het Deze pc.
- Klik met de rechtermuisknop op het microSD-geheugenkaartpictogram en selecteer Uitwerpen.
- Duw de microSD-geheugenkaart in de richting van uw VAIO-computer en laat vervolgens los.
- Trek de microSD-geheugenkaart uit de sleuf.
Plaatsen van microSD-geheugenkaarten
Uw VAIO-computer is uitgerust met een microSD-geheugenkaartsleuf. U kunt deze sleuf gebruiken om gegevens over te brengen naar en van mobiele telefoons en andere apparaten.
De microSD-geheugenkaartsleuf op uw computer is geschikt voor de volgende geheugenkaarten:
-
microSD-geheugenkaart
-
microSDHC-geheugenkaart
-
microSDXC-geheugenkaart
Voer de volgende stappen uit om een microSD-geheugenkaart te plaatsen.
- Zoek de microSD-geheugenkaartsleuf.
- Houd de microSD-geheugenkaart vast met de pijl in de richting van de sleuf en schuif de kaart voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
Het microSD-geheugenkaartpictogram verschijnt in het venster Deze pc nadat u de kaart in de sleuf hebt geplaatst.
Opmerking
-
Pas op dat u de microSD-geheugenkaart niet in de verkeerde richting in de sleuf steekt. Als u de kaart omgekeerd in de sleuf forceert, kan de sleuf beschadigd raken. Raadpleeg de handleiding bij de microSD-geheugenkaart voor meer informatie.
-
Het pictogram van de microSD-geheugenkaart verschijnt niet in het venster Deze pc totdat u de kaart in de sleuf hebt geplaatst.
Hint
-
Zie Apps starten voor informatie over het openen van het venster Deze pc.
-
Wanneer u de microSD-geheugenkaart voor de eerste keer in de sleuf steekt, kan u gevraagd worden een stuurprogramma te installeren. Volg in dit geval de instructies op het scherm om het stuurprogramma te installeren.
Andere stations maken (partities aanpassen)
Partities zijn onderverdeelde gebieden op uw ingebouwde opslagapparaat. Het verdelen van het ingebouwde opslagapparaat in meerdere partities heeft diverse voordelen, zoals het scheiden van de systeembestanden van uw gegevensbestanden.
Uw VAIO-computer heeft standaard maar één partitie (station C:) als standaardstation.
Als u gegevens wilt opslaan in een andere partitie, zoals station D:, wijzigt u de grootte van de partitie en maakt u een nieuwe partitie.
Raadpleeg Partities maken voor informatie over het maken van partities.
Hint
-
Sommige modellen kunnen station D: als standaardstation hebben.
Partities maken
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u partities maakt.
Opmerking
-
Als u de partitiegrootte van het station C: verkleint, is het wellicht niet meer mogelijk om herstelmedia te maken of het herstelproces volledig te voltooien omdat onvoldoende er vrije ruimte beschikbaar is op het ingebouwde opslagapparaat.
-
Open het Configuratiescherm, selecteer Systeem en beveiliging en selecteer Partities op harde schijf maken en formatteren onder Systeembeheer. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, selecteert u Ja.
- Klik met de rechtermuisknop op station C: en selecteer Volume verkleinen.
- Geef in Geef op met hoeveel MB de partitie moet worden verkleind: de gewenste partitiegrootte op en selecteer Verkleinen.
- Klik met de rechtermuisknop op Niet-toegewezen en selecteer Nieuw eenvoudig volume.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Als u op uw VAIO-computer bent aangemeld als een standaardgebruiker, kan u gevraagd worden de aanmeldgegevens in te vullen voor een account met beheerrechten.
Tekens invoeren met het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
U kunt tekst invoeren via het Schermtoetsenbord op het scherm door aanraken.
- Open het bureaublad en selecteer
(het pictogram Schermtoetsenbord) in het systeemvak. (Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.)
Het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
Via het aanraakscherm kunt u uw VAIO-computer rechtstreeks bedienen met uw vingers. U kunt verschillende gebaren uitvoeren op het aanraakscherm.
Uw VAIO-computer ondersteunt multitouch-invoer.
Opmerking
-
Uw VAIO-computer is uitgerust met een capacitief aanraakscherm. Houd bij het gebruik van het capacitieve aanraakscherm rekening met de volgende kenmerken.
-
Het aanraakscherm werkt niet met nagels of wanneer u handschoenen draagt.
-
Als u onverwachte bewerkingen constateert wanneer u op het scherm tikt, controleert u of het aanraakscherm met een ander deel van uw lichaam in aanraking komt.
-
Het oppervlak van het aanraakscherm kan warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Hoewel het oppervlak van het aanraakscherm is gemaakt van gehard glas, kan het beschadigd raken. Ga er zorgvuldig mee om. Als het breekt, kunnen korrelachtige scherven ontstaan waaraan u zich kunt verwonden.
Laat het aanraakscherm niet vallen en stel het niet bloot aan grote druk. Kras niet op het oppervlak. Beschadigingen van het oppervlak kunnen ertoe leiden dat het glas breekt.
-
In de fabriek wordt mogelijk een beschermingsfolie aangebracht op het lcd-scherm. Verwijder dit folie voor gebruik aangezien dit de werking van het aanraakscherm negatief kan beïnvloeden.
-
Sommige toepassingen kunnen niet worden bediend via het aanraakscherm.
-
Opmerkingen over het gebruik van het aanraakscherm (modellen met aanraakscherm)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u het aanraakscherm gebruikt.
-
Druk niet hard of ongecontroleerd op het aanraakscherm.
Zachte aanrakingen volstaan omdat uw VAIO-computer is uitgerust met een capacitief aanraakscherm.
-
Het aanraakscherm werkt misschien niet correct wanneer u uw VAIO-computer aan zet terwijl u het scherm aanraakt of als de computer tijdens het opstarten invloed van elektromagnetische straling ondervindt. Start in dat geval de computer opnieuw op.
-
Het kan even duren voordat uw aanraakscherm functioneert nadat uw VAIO-computer vanuit de slaapstand in de normale stand terugkeert. In dat geval wacht u even voordat u het aanraakscherm opnieuw gebruikt.
-
Houd het aanraakscherm schoon voor optimale gevoeligheid. Vuil kan het scherm beschadiging of storingen veroorzaken.
Het aanraakscherm gebruiken (modellen met aanraakscherm)
U kunt uw VAIO-computer bedienen door op het aanraakscherm te tikken of eenvoudige gebaren te maken met uw vingers.
Standaardbewerkingen
Klikken (tikken)
Tik met één vinger op het aanraakscherm. U kunt een knop, zoals OK en Annuleren, of een optie in een menu selecteren door erop te tikken.
Dubbelklikken (dubbeltikken)
Tik tweemaal snel achter elkaar met één vinger op het aanraakscherm.
U kunt een toepassing starten, zoals en tekstverwerker of spreadsheetprogramma, of bestanden openen door dubbel te tikken op het pictogram.
Slepen
Plaats uw vinger in de gewenste positie op het aanraakscherm en schuif. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of het formaat van vensters wijzigen.
Slepen en neerzetten
Tik op het pictogram van het gewenste bestand, sleep het naar een map, venster of toepassingspictogram en til uw vinger van het scherm. Op deze manier kunt u bestanden verplaatsen of kopiëren.
Geavanceerde bewerkingen
U kunt uw VAIO-computer bedienen door eenvoudige gebaren op het aanraakscherm te maken met uw vingers.
De werking van gebaren verschilt per toepassing.
Met de rechtermuisknop klikken (tikken en vasthouden)
Tik en houd het gewenste punt op het aanraakscherm enkele seconden vast. Til daarna uw vinger van het scherm. Afhankelijk van de plaats waar u tikt, kunt u verschillende menu's weergeven.
Schuiven
Tik en schuif in een schuifbaar gedeelte van een venster, zoals een venster van Internet Explorer. U kunt ook de verticale schuifbalk in het geselecteerde venster gebruiken om door het venster te schuiven.
Inzoomen en uitzoomen op een afbeelding of foto (zoomen)
Maak een knijpbeweging met twee vingers op het aanraakscherm om in- of uit te zoomen op een afbeelding, zoals een foto in Foto's. Beweeg de vingers uit elkaar om in te zoomen of naar elkaar toe om uit te zoomen.
Een afbeelding of foto draaien (roteren)
Plaats twee vingers op het aanraakscherm en draai deze in een cirkel om een afbeelding of foto te roteren. Of u afbeeldingen kunt draaien, is afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Selecteren door te vegen
Veeg uw vinger over een korte afstand in de richting waarin schuiven in het scherm niet mogelijk is.
U kunt items zoals toepassingstegels of afbeeldingen selecteren.
Andere stations maken (partities aanpassen)
Partities zijn onderverdeelde gebieden op uw ingebouwde opslagapparaat. Het verdelen van het ingebouwde opslagapparaat in meerdere partities heeft diverse voordelen, zoals het scheiden van de systeembestanden van uw gegevensbestanden.
Uw VAIO-computer heeft standaard maar één partitie (station C:) als standaardstation.
Als u gegevens wilt opslaan in een andere partitie, zoals station D:, wijzigt u de grootte van de partitie en maakt u een nieuwe partitie.
Raadpleeg Partities maken voor informatie over het maken van partities.
Hint
-
Sommige modellen kunnen station D: als standaardstation hebben.
Partities maken
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u partities maakt.
Opmerking
-
Als u de partitiegrootte van het station C: verkleint, is het wellicht niet meer mogelijk om herstelmedia te maken of het herstelproces volledig te voltooien omdat onvoldoende er vrije ruimte beschikbaar is op het ingebouwde opslagapparaat.
-
Open het Configuratiescherm, selecteer Systeem en beveiliging en selecteer Partities op harde schijf maken en formatteren onder Systeembeheer. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, selecteert u Ja.
- Klik met de rechtermuisknop op station C: en selecteer Volume verkleinen.
- Geef in Geef op met hoeveel MB de partitie moet worden verkleind: de gewenste partitiegrootte op en selecteer Verkleinen.
- Klik met de rechtermuisknop op Niet-toegewezen en selecteer Nieuw eenvoudig volume.
- Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Als u op uw VAIO-computer bent aangemeld als een standaardgebruiker, kan u gevraagd worden de aanmeldgegevens in te vullen voor een account met beheerrechten.
Opmerkingen over NFC/One-touch-functies (modellen met NFC)
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u NFC/One-touch-functies gebruikt.
-
In sommige landen of regio's, kan het gebruik van de NFC/One-touch-functies door de plaatselijke wetgeving aan banden zijn gelegd.
-
Als u NFC/One-touch-functies dringend moet uitschakelen, zet u gewoon uw VAIO-computer uit.
Over NFC (modellen met NFC)
Nabije-veldcommunicatie (NFC) is een draadloze technologie voor korte afstanden.
De afstand voor communicatie via NFC is ongeveer 10 cm.
Over One-touch-functies (modellen met NFC)
One-touch-functies zijn oorspronkelijke Sony-functies die gebruik maken van NFC.
Tik gewoon op twee One-touch-functies-ondersteunde apparaten voor het snel en eenvoudig tot stand brengen van de communicatie, zonder gecompliceerde instellingen.
Uitschakelen van NFC/One-touch-functies (modellen met NFC)
U kunt NFC/One-touch-functies als volgt uitschakelen.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Netwerk en Vliegtuigstand in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig de NFC-instelling onder Draadloze apparaten in uitgeschakeld.
Hint
-
Om NFC/One-touch-functies te kunnen gebruiken, zet u Vliegtuigstand op uitgeschakeld en de instelling NFC onder Draadloze apparaten op Aan.
-
Wanneer Vliegtuigstand is uitgeschakeld, is de draadloze functie ingeschakeld.
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
Het gebruik van NFC/One-touch-functies (modellen met NFC)
Verbind eenvoudig een apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt met uw VAIO-computer door simpelweg de computer aan te raken met het apparaat.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek.
- Selecteer Netwerk en Vliegtuigstand in het linker deelvenster van het venster Pc-instellingen.
- Wijzig Vliegtuigstand in uitgeschakeld en wijzig de instelling NFC onder Draadloze apparaten in Aan.
-
Wanneer u uw VAIO-computer (Onderdelen en besturingselementen aan de achterzijde) aanraakt met een apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt, let er dan op dat de contactpunten op de apparaten naar elkaar toewijzen.
Er verschijnt een melding wanneer het apparaat wordt herkend.
Volg de instructies op het scherm.
Hint
-
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie over Vliegtuigstand.
-
Het kan zijn dat u de instellingen van het apparaat moet wijzigen, afhankelijk van het NFC/One-touch-functies-ondersteunde apparaat dat u gebruikt. Voor nadere informatie raadpleegt u de handleiding bij uw apparaat.
Muziek afspelen door uw VAIO-computer aan te raken met een apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt (One-touch listening) (modellen met NFC)
One-touch listening maakt het mogelijk dat uw VAIO-computer koppelt met (registreert bij) een apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt (luidsprekers, hoofdtelefoons enz.) via BLUETOOTH-communicatie. U koppelt ze door gewoon het apparaat tegen de computer te houden.
Raadpleeg ook de handleiding bij het apparaat voor meer informatie over het koppelen via NFC.
- Schakel NFC/One-touch-functies in op uw VAIO-computer en houd een apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt tegen de
(aanraakmarkering) op de computer. (Zie Het gebruik van NFC/One-touch-functies (modellen met NFC).)
- Volg de instructies op het scherm om de computer en het apparaat te verbinden.
- Start een muziekapp en speel muziek af.
Opmerking
-
Afhankelijk van uw netwerkomgeving en apparaat kan het ongeveer een minuut duren om de verbinding tot stand te brengen.
-
Deze procedure kan verschillend zijn, afhankelijk van uw apparaat.
Hint
-
Het aangesloten apparaat wordt weergegeven in de lijst met apparaten nadat de verbinding tot stand is gebracht.
Wilt u de lijst met apparaten weergeven, open dan de charms en selecteer de charm
Instellingen, Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder, Pc en apparaten en Bluetooth.
Als u de charms wilt openen, zie De charms openen.
-
U kunt de verbindingsstatus bekijken op het aangesloten apparaat.
-
U kunt de verbinding tussen uw VAIO-computer en het aangesloten apparaat verbreken en verbinding maken met een ander apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt door het nieuwe apparaat tegen de computer te houden.
De One-touch listening-verbinding stoppen (One-touch listening) (modellen met NFC)
U kunt de One-touch listening-verbinding stoppen.
- Schakel het apparaat dat NFC/One-touch-functies ondersteunt uit dat is aangesloten op uw VAIO-computer.
Hint
-
Deze procedure kan verschillend zijn, afhankelijk van uw apparaat. Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor meer informatie over het stoppen van de verbinding.
Windows Help en ondersteuning openen
U kunt Windows Help en ondersteuning als volgt openen.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en ondersteuning.
Help en tips starten
U kunt Help en tips starten met uitleg over basishandelingen in Windows 8.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en tips.
Slaapstand gebruiken
In slaapstand kunt u uw VAIO-computer alleen laten; de computer blijft in dezelfde staat, inclusief de gegevens waaraan u aan het werken bent.
De slaapstand activeren
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Selecteer
Aan/Uit en Slaapstand.
Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, gaat dit uit wanneer de computer in slaapstand gaat (met de standaardinstellingen).
Terugkeren naar de normale stand
-
Druk op de knop
(Aan/Uit).
Opmerking
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
-
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in de sluimerstand wanneer de batterijset leeg raakt. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden schakelt de computer mogelijk niet over naar de sluimerstand.
Als dit gebeurt en de batterijset leeg raakt, wordt de computer uitgeschakeld en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
-
Zorg ervoor dat de computer uit staat voordat u uw VAIO-computer verplaatst om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt door stoten of trillingen. Als de computer een stroomlampje heeft, zorg er dan voor dat dit helemaal uit is.
Hint
-
Standaard gaat uw VAIO-computer over in de slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit wanneer de computer op netstroom actief is.
-
De onderstaande bewerkingen zetten uw VAIO-computer ook in de slaapstand.
-
Druk op de knop
(Aan/Uit) (met de standaardinstellingen).
-
Uw VAIO-computer opnieuw opstarten
Na het wijzigen van instellingen of het installeren van toepassingen op uw VAIO-computer moet u de computer soms opnieuw opstarten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Opnieuw opstarten.
Uw VAIO-computer wordt opnieuw opgestart.
De stroomstatus van uw VAIO-computer beheren (slaapstand/afsluiten)
Standaard gaat uw VAIO-computer automatisch in slaapstand na een bepaalde tijd zonder activiteit.
In slaapstand behoudt de computer zijn huidige status, inclusief gegevens waar u mee aan het werken bent.
Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie over de slaapstand.
Wanneer u uw VAIO-computer enige tijd niet gebruikt
Om geen niet-opgeslagen gegevens kwijt te raken, volgt u de volgende stappen om uw VAIO-computer uit te zetten.
- Sla uw gegevens op en sluit alle actieve toepassingen af.
- Schakel alle op uw VAIO-computer aangesloten randapparaten uit.
- Open de charms en selecteer vervolgens de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
- Selecteer
Aan/Uit en Afsluiten.
Na een korte tijd schakelt uw VAIO-computer automatisch uit. Als uw computer een stroomlampje heeft, gaat het groene stroomlampje uit.
Opmerking
-
Als de computer niet netjes wordt afgesloten, kunnen er niet-opgeslagen gegevens verloren gaan of kan uw VAIO-computer defect raken.
-
Om uw VAIO-computer helemaal van de stroomvoorziening los te koppelen, zet u de computer uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Hint
-
Als u Afsluiten selecteert terwijl u in stap 4 Shift ingedrukt houdt, kunt u uw VAIO-computer in de minimale energieverbruiksstand plaatsen (ACPI S5-stand). In dat geval wordt de snelle opstartfunctie tijdelijk uitgeschakeld bij de volgende keer opstarten.
Windows Help en ondersteuning openen
U kunt Windows Help en ondersteuning als volgt openen.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en ondersteuning.
Help en tips starten
U kunt Help en tips starten met uitleg over basishandelingen in Windows 8.
- Open het Apps-scherm. (Zie De lijst met apps openen voor informatie over het openen van het scherm Apps.)
- Selecteer Help en tips.
Een afbeelding op het computerscherm bijsnijden (VAIO Clip)
Met VAIO Clip kunt u gemakkelijk een afbeelding bijsnijden die wordt weergegeven op het computerscherm.
U kunt de afbeelding die u hebt bijgesneden opslaan en gebruiken in een document in een andere app zoals VAIO Paper.
- Houd de toets Fn ingedrukt en druk op toets 1.
Hint
-
U kunt ook de meegeleverde pen (Digitaliseerstylus) dichtbij het lcd-scherm houden en op de onderste knop van de pen drukken om VAIO Clip te starten. (modellen met Digitaliseerstylus)
-
Wanneer u VAIO Clip start vanuit de applijst of de tegel op het Start-scherm, wordt de lijst met bijgesneden afbeeldingen weergegeven. U kunt uw voorkeursafbeelding selecteren in de lijst met afbeeldingen en de afbeelding bewerken. Zie De lijst met apps openen om VAIO Clip te starten vanuit de applijst.
De notitie-app (VAIO Paper) starten.
U kunt VAIO Paper gebruiken in plaats van een echt notitieboekje. Met VAIO Paper kunt u eenvoudig notities maken op uw VAIO-computer en deze notities delen met anderen.
- Start VAIO Paper. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Paper.)
Hint
-
U kunt ook de meegeleverde pen (Digitaliseerstylus) dichtbij het lcd-scherm houden en op de onderste knop van de pen drukken om het notitievenster van VAIO Paper te openen. U kunt eenvoudig en intuïtief notities maken, zodat u geen kans mist om notities te maken. (modellen met Digitaliseerstylus)
De penhaak gebruiken (modellen met Digitaliseerstylus)
Door de penhaak te gebruiken, kunt u uw VAIO-computer dragen met de meegeleverde pen (Digitaliseerstylus) aan de computer bevestigd.
-
Bevestig de penhaak aan het gat (
) achterop de VAIO-computer.
-
Maak de pen vast aan de penhaak.
Opmerking
-
De Achterdop bevat een magneet. Houd voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische interferentie (zoals creditkaarten) niet dichtbij de pen. Anders kunt u opgeslagen gegevens verliezen.
-
Het toetsenbord bevat een magneet en het lcd-scherm is voorzien van een magnetische sensor zodat uw VAIO-computer kan detecteren dat het toetsenbord aan de computer is gekoppeld. Als u de Achterdop met de magneet dichtbij het lcd-scherm houdt, kan de computer ten onrechte detecteren dat het toetsenbord aan de computer is gekoppeld en in slaapstand gaan.
-
Wanneer u de penhaak op uw VAIO-computer bevestigt, zorg er dan voor dat u het glas van het lcd-scherm niet beschadigt. Leg de computer op een zachte doek om schade aan het lcd-scherm te voorkomen.
-
Om te voorkomen dat deze worden ingeslikt, houdt u kleine onderdelen (zoals de punt, Achterdop, penhaak en batterij) buiten bereik van kinderen.
-
Wanneer u de penhaak van uw VAIO-computer verwijdert, trek dan altijd de haak in de richting van de pijl. Druk niet te hard op de penhaak, anders kan deze beschadigd raken.
De batterij van de pen vervangen (modellen met Digitaliseerstylus)
Vervang de batterij wanneer de pen (Digitaliseerstylus) minder goed begint te werken.
Op basis van ongeveer 4 uur per dag gebruik moet de batterij elke 18 maanden worden vervangen. Gebruik een LR61 (LR8D425) -alkalinebatterij.
- Verwijder de Achterdop van de pen en verwijder de batterij.
- Steek de batterij in de pen met de pluskant richting de punt.
- Bevestig de Achterdop weer.
Opmerking
-
Verwijder de Achterdop alleen om de batterij te vervangen.
-
Als u de pen een tijdje niet gebruikt, verwijder dan de batterij.
-
Steek geen gewone, oplaadbare batterij uit de winkel in de pen. Een oplaadbare batterij kan gaan lekken en defecten veroorzaken.
-
Wanneer de batterij leeg raakt, vervang hem dan snel door een nieuwe batterij. Een lege batterij in de pen bewaren kan leiden tot lekken van de batterij.
-
Probeer de batterij niet op te laden.
-
Raadpleeg de meegeleverde veiligheidshandleiding.
De penpunt vervangen (modellen met Digitaliseerstylus)
Het schrijfgevoel van de meegeleverde punt verschilt van dat van de bevestigde punt. Vervang de punt door de meegeleverde punt als u het gevoel wilt veranderen.
- Pak de punt van de pen vast en trek hem recht eruit.
- Let op de richting van de nieuwe penpunt en steek hem in de schacht van de pen.
Opmerking
-
Als de penpunt kwijt raakt of breekt, neemt u contact op met een bevoegd service/supportcentrum van Sony.
De pen gebruiken (modellen met Digitaliseerstylus)
Met de meegeleverde pen (Digitaliseerstylus) kunt u uw VAIO-computer intuïtief bedienen door zacht het scherm aan te raken of door iets op het scherm te tekenen.
De aanwijzer op het scherm bewegen
Houd de pen dicht bij het scherm zonder dit aan te raken. Een kleine aanwijzer verschijnt op het scherm. Beweeg de pen in de gewenste richting.
Klikken (tikken)
Tik met de pen op het gewenste punt op het scherm.
Gebruik deze handeling om een optie te selecteren, zoals OK of Annuleren, om een menuonderdeel te selecteren of een andere handeling te verrichten die u normaal gesproken met de linkermuisknop zou doen.
Dubbelklikken (dubbeltikken)
Tik tweemaal snel achter elkaar met de pen op het gewenste punt op het scherm.
U kunt een app starten of een bestand openen door op het pictogram dubbel te tikken.
Rechtsklikken (ingedrukt houden)
Houd de onderste knop op de pen ingedrukt en tik één maal op het gewenste punt op het scherm. Afhankelijk van waar u op het scherm hebt getikt, kan een vervolgmenu verschijnen.
U kunt dezelfde handeling verrichten door de pen een aantal seconden op het gewenste punt vast te houden.
Slepen (een onderdeel verplaatsen)
Plaats de pen zachtjes op het onderdeel dat u wilt verplaatsen en sleep dan het onderdeel over het scherm om het te verplaatsen.
Tekst wissen
Afhankelijk van de app kunt u tekst wissen.
Houd de bovenste knop van de pen ingedrukt, plaats de pen zachtjes op het eerste tekstonderdeel dat u wilt wissen en haal dan met de pen over de tekst tot het laatste tekstonderdeel dat u wilt wissen. Druk op de toets Delete of Backspace om de tekst te verwijderen.
Opmerking
-
Gebruik de meegeleverde pen.
-
De Achterdop bevat een magneet. Houd voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische interferentie (zoals creditkaarten) niet dichtbij de pen. Anders kunt u opgeslagen gegevens verliezen.
-
Wanneer u een app gebruikt die het digitale kompas gebruikt, houd dan de pen weg van de VAIO-computer om te voorkomen dat de ingebouwde magneet in de Achterdop de magnetometer van de computer beïnvloedt.
-
Het toetsenbord bevat een magneet en het lcd-scherm is voorzien van een magnetische sensor zodat uw VAIO-computer kan detecteren dat het toetsenbord aan de computer is gekoppeld. Als u de Achterdop met de magneet dichtbij het lcd-scherm houdt, kan de computer ten onrechte detecteren dat het toetsenbord aan de computer is gekoppeld en in slaapstand gaan.
-
U kunt de pen gebruiken terwijl uw hand op het scherm rust. Als u de pen naar het aanraakscherm toe beweegt, kunt u het aanraakscherm niet bedienen met de vingers.
-
Afhankelijk van het scherm is het soms niet mogelijk om met de pen door het scherm te bladeren.
-
Deze pen heeft geen aan-uitknop. Plaats de vereiste batterij in de pen om hem te gebruiken.
-
Als de pen niet goed werkt, vervang dan de batterij. Zie De batterij van de pen vervangen (modellen met Digitaliseerstylus) voor meer informatie.
-
Het schrijfgevoel van de meegeleverde punt verschilt van dat van de bevestigde punt. Vervang de punt door de meegeleverde punt als u het gevoel wilt veranderen. Zie De penpunt vervangen (modellen met Digitaliseerstylus) voor meer informatie.
-
Om te voorkomen dat deze worden ingeslikt, houdt u kleine onderdelen (zoals de punt, Achterdop, penhaak en batterij) buiten bereik van kinderen.
Hint
-
Sommige apps registreren de druk op de pen en wijzigen de dikte van de penlijn overeenkomstig.
-
Druk op de knop van de pen in de buurt van het scherm om een app te starten. Zie Een afbeelding op het computerscherm bijsnijden (VAIO Clip) en De notitie-app (VAIO Paper) starten. voor meer informatie.
Uw VAIO-computer als afstandsbediening (VAIO afstandsbediening) gebruiken
Met VAIO afstandsbediening kunt u op afstand apparaten bedienen, bijvoorbeeld een tv, een set-topbox (STB), een dvd-speler of een Blu-rayspeler.
VAIO afstandsbediening gebruikt het infrarode communicatiesysteem.
- Start VAIO afstandsbediening. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO afstandsbediening.)
Hint
-
Uw VAIO-computer kan de bedieningssignalen leren van apparaten die niet in de lijst staan met apparaattypen of fabrikanten op de VAIO afstandsbediening.
Wilt u nieuwe signalen toevoegen aan de computer, volg dan de instructies op het scherm. Zorg ervoor dat u de positie van de afstandsbediening van het apparaat en de computer correct aanpast zodat de afstandsbediening en de computer op gelijke hoogte staan en houd de infraroodzender van de afstandsbediening dichtbij de infraroodpoort (
).
-
Als u verschillende keren op de knop op de afstandsbediening drukt tijdens het leerproces, kan het zijn dat uw VAIO-computer het bedieningssignaal verkeerd leert. Houd de knop ingedrukt tot het proces is voltooid.
-
De VAIO afstandsbediening ondersteunt sommige apparaten niet die infraroodsignalen kunnen ontvangen. Zelfs als uw VAIO-computer de bedieningssignalen van de apparaten kan leren, kunt u misschien toch de apparaten niet bedienen met de computer.
Over deze handleiding
Gefeliciteerd met uw aankoop van deze VAIO(R)-computer.
Informatie over de configuratie van uw VAIO-computer
Ga naar de ondersteuningswebsite van Sony voor meer informatie over de configuratie van uw VAIO-computer. Zie Ondersteuningswebsite voor meer informatie.
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen, opties en meegeleverde items beschikbaar op uw VAIO-computer.
Voorzieningen
Welke voorzieningen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het model of de opties die u hebt geselecteerd. Afhankelijk van uw model zijn mogelijk niet alle voorzieningen beschikbaar die in deze handleiding worden beschreven.
Afbeeldingen
Afbeeldingen, foto's of schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins verschillen, afhankelijk van het model of de opties die u hebt geselecteerd.
Apps
De vooraf op uw computer geïnstalleerde apps kunnen variëren, afhankelijk van het model of de opties die u hebt geselecteerd. De apps die in deze handleiding worden beschreven, zijn mogelijk niet vooraf geïnstalleerd op uw VAIO-computer.
Meegeleverde handleidingen
Uw VAIO-computer wordt geleverd met de volgende handleidingen.
Documentatie op het scherm
-
Gebruikershandleiding - Introductieversie (Welkom)
Een vooraf geïnstalleerde handleiding die u voorziet van beperkte informatie over uw VAIO-computer en die zich richt op ondersteuning en de verbinding met het internet. De Gebruikershandleiding - Introductieversie wordt na een update vervangen door een volledige versie van de Gebruikers-handleiding (deze handleiding).
-
Gebruikers-handleiding (deze handleiding)
Algemene informatie over uw VAIO-computer en instructies voor de bediening, met informatie over ondersteuning en het oplossen van problemen.
Selecteer in het linkerdeelvenster het onderdeel dat u wilt controleren en vervolgens in het rechterdeelvenster het trefwoord. De lijst met onderwerpen die betrekking hebben op het trefwoord wordt weergegeven. Als u het onderwerp dat u zoekt niet kunt vinden, selecteer dan Inhoudsopgave om alle onderwerpen in deze Gebruikers-handleiding weer te geven of typ het trefwoord in het zoekvak bovenaan de pagina.
Gedrukte documentatie
-
Handleiding Snel aan de slag
Een overzicht hoe u uw VAIO-computer instelt en ermee aan de slag gaat.
-
Gids systeemherstel, back-up en probleemoplossing
Informatie over systeemherstel en het maken van reservekopieën van uw VAIO-computer en informatie over het oplossen van problemen.
-
Veiligheidsvoorschriften en informatie over ondersteuning
Lees deze informatie zorgvuldig door voordat u de functies voor draadloze communicatie, zoals de draadloze LAN- en BLUETOOTH-technologieën, activeert.
Andere informatiebronnen
-
Windows Help en ondersteuning
Een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demonstraties die u leren uw VAIO-computer te gebruiken.
Zie Windows Help en ondersteuning openen voor informatie over het openen van het Windows Help en ondersteuning.
-
Help-bestanden van apps
De vooraf op uw VAIO-computer geïnstalleerde apps zijn mogelijk voorzien van Help-bestanden. U opent de Help vanuit het menu Help.
Opmerking
-
Copyright 2013 Sony Corporation. Alle rechten voorbehouden.
-
Deze handleiding en de hierin beschreven software mag noch geheel noch gedeeltelijk worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in machinaal leesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
-
Sony Corporation biedt geen garantie met betrekking tot deze handleiding, de software of andere hierin opgenomen informatie en wijst hierbij uitdrukkelijk alle impliciete garanties van de hand betreffende de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor een bepaald doel van deze handleiding, de software of andere hierin opgenomen informatie. Sony Corporation is in geen geval aansprakelijk voor incidentele schade, gevolgschade of bijzondere schade, of die nu het gevolg is van een onrechtmatige daad, een overeenkomst of een andere oorzaak, of voortvloeit uit of verband houdt met deze handleiding, de software of andere hierin opgenomen informatie of het gebruik daarvan.
-
In de handleiding zijn de merksymbolen (TM) of (R) weggelaten.
-
Sony Corporation behoudt zich het recht voor op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen in deze handleiding of de hierin opgenomen informatie.
-
Het gebruik van de hierin beschreven software is onderworpen aan de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
-
Sony Corporation is niet aansprakelijk en zal geen vergoeding betalen voor eventuele verloren opnamen op uw VAIO-computer, externe opnamemedia of opnameapparatuur, of voor eventuele relevante verliezen, zoals wanneer een opname niet mogelijk was vanwege een defect aan de computer, of wanneer de inhoud van een opname verloren of beschadigd is vanwege een defect of reparatie aan de computer. Sony Corporation zal in geen enkel geval de opgenomen inhoud op de computer, externe opnamemedia of opnameapparatuur herstellen, terughalen of repliceren.
-
Functies en specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Meegeleverde items controleren
Controleer voor gebruik alle items die bij het product zijn geleverd.
Draadloos toetsenbord
Netadapter
Netsnoer
Digitaliseerstylus
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Penhaak
Draadloze router
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
VGA-adapter (met Conversiestekker)
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Hint
-
Er zijn geen herstelmedia inbegrepen omdat uw VAIO-computer hersteld kan worden vanaf de gegevens op de interne vaste schijf of de SSD. Zie Herstel vanaf het herstelgebied voor meer informatie.
Een geschikte werkomgeving inrichten
In dit onderwerp wordt beschreven waar u uw VAIO-computer wel en niet moet plaatsen en worden ergonomische instructies gegeven.
Waar moet u uw VAIO-computer plaatsen
Let bij het plaatsen van uw VAIO-computer op de volgende punten:
-
Eenvoudig toegang tot een voedingsbron en vereiste poorten.
-
Laat voldoende ruimte vrij rond de computer.
-
Plaats de computer op een vlak oppervlak dat breed genoeg is en waar u zicht hebt op het computerscherm terwijl u werkt.
-
U kunt de computer voor u plaatsen als u rechtop kunt zitten en uw onderarmen parallel aan de vloer kunt houden.
Waar moet u uw VAIO-computer niet plaatsen
Het plaatsen van uw VAIO-computer op een ongeschikte locatie kan leiden tot schade of een storing. Plaats de computer niet op een locatie die blootstaat aan:
-
Direct zonlicht
-
Magnetische voorwerpen of bronnen van magnetisme
-
Warmtebronnen, zoals centrale verwarming
-
Veel stof
-
Hoge vochtigheid
-
Slechte ventilatie
Opmerking
-
Het gedeelte rondom de luchtafvoer kan extreem warm worden wanneer uw VAIO-computer aan staat. Raak dit gebied niet aan.
-
Plaats geen voorwerpen nabij de luchtuitlaat die de opening kunnen blokkeren.
Hint
-
Uw VAIO-computer maakt gebruik van hoogfrequente radiosignalen en kan tot storingen leiden van radio- of tv-ontvangst. Als dit gebeurt, verplaatst u de computer naar een locatie op voldoende afstand van de radio of tv.
Ergonomische overwegingen
Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen.
Meubilair en houding
Gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit.
Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
Kijkhoek ten opzichte van het scherm
Kantel het scherm om de beste stand te vinden. Plaats het computerscherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor uw VAIO-computer zit. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in.
U kunt uw ogen en spieren minder belasten door het computerscherm te kantelen en de helderheid ervan aan te passen tot u de juiste instelling hebt gevonden.
Verlichting
Zorg dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het computerscherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.
Opmerking
-
Oefen geen overmatige druk uit op uw VAIO-computer bij het afstellen van de kijkhoek om de kans op schade uit te sluiten.
Hint
-
Dezelfde overwegingen zijn van toepassing als u een externe monitor gebruikt.
Opmerkingen over het omgaan met uw VAIO-computer
Lees het volgende aandachtig om storingen en schade aan uw VAIO-computer te voorkomen.
-
Plaats uw VAIO-computer voorzichtig op een vlakke ondergrond om de kans op een mechanische schok uit te sluiten.
-
Zorg dat u uw VAIO-computer uitzet voordat u deze verplaatst. Het verplaatsen van de computer als deze is ingeschakeld, kan een storing van de vaste schijf veroorzaken. Koppel alle kabels los voordat u de computer verplaatst.
-
Laat uw VAIO-computer niet vallen en er niets tegenaan botsen. Zelfs een kleine schok of trilling kan een storing van de vaste schijf veroorzaken.
-
Plaats uw VAIO-computer niet in een onstabiele positie.
Uw VAIO-computer bijwerken
Update regelmatig uw VAIO-computer met de volgende apps om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.
Opmerking
-
Om onderstaande update-instellingen uit te voeren, moet uw VAIO-computer verbinding met internet hebben.
Windows Update
Met Windows Update kunt u uw VAIO-computer stabieler maken.
-
Open de charms en selecteer de charm
Zoeken. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Geef "Windows Update" op in het zoekvak.
-
Selecteer Windows Update in de lijst en volg de instructies op het scherm om de updates te voltooien.
VAIO Update
VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet en downloadt en installeert die op uw VAIO-computer.
-
Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Windows Store-apps bijwerken
Zorg dat de Windows Store app geüpdatet wordt. Als een update vereist is, wordt een getal weergegeven in de tegel Store van het Start.
-
Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
-
Selecteer Updates rechtsboven in het scherm.
Het getal tussen haakjes is het aantal programma's dat u kunt gebruiken.
-
Zet een vinkje bij de apps die u wilt bijwerken en selecteer vervolgens Installeren.
Om de apps later te updaten, moet u het vinkje verwijderen.
Uw VAIO-computer/lcd-scherm schoonmaken
Lees voordat u uw VAIO-computer schoonmaakt de volgende voorzorgsmaatregelen voor de juiste reinigingsprocedure.
Uw VAIO-computer reinigen
-
Zet uw VAIO-computer uit en verwijder de wisselstroomadapter voordat u de computer gaat schoonmaken.
-
Gebruik een zachte, droge doek om vuil en stof van uw VAIO-computer te verwijderen.
-
Gebruik altijd een zachte, droge doek voor het reinigen van uw VAIO-computer. Als de computer erg vuil is, laat u het oppervlak van de computer beslaan met uw adem en wrijft u het oppervlak schoon of u wrijft het oppervlak schoon met een licht bevochtigde doek en verwijdert het resterende vocht met een droge doek.
-
Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzine, aceton, alcohol, thinner, of andere verkrijgbare reinigingsmiddelen, omdat deze de afwerklaag van uw VAIO-computer kunnen beschadigen.
-
Gebruik luchtspray om vuil en stof onder de toetsen weg te blazen. Verwijder geen toetsen van het toetsenbord.
Gebruik geen stofzuiger omdat hierdoor een storing kan worden veroorzaakt.
Voor het reinigen van uw lcd-scherm
-
Gebruik altijd een zachte, droge doek voor het reinigen van uw VAIO-computer. Als het lcd-scherm erg vuil is, laat u het oppervlak van het lcd-scherm beslaan met uw adem en wrijft u het oppervlak schoon of u wrijft het oppervlak schoon met een licht bevochtigde doek en verwijdert het resterende vocht met een droge doek.
-
Gebruik nooit oplosmiddelen zoals wasbenzine, aceton, alcohol, thinner of andere schoonmaakmiddelen, omdat deze het lcd-scherm kunnen beschadigen.
Omgaan met het ingebouwde opslagapparaat
Het ingebouwde opslagapparaat (harde schijf of solid-state schijf) heeft een hoge opslagdichtheid en leest of schrijft gegevens in korte tijd. Het opslagapparaat kan echter gemakkelijk beschadigd raken indien dit verkeerd wordt gebruikt.
Als het ingebouwde opslagapparaat is beschadigd, kunnen de gegevens niet worden hersteld. U moet voorzichtig omgaan met uw VAIO-computer om te voorkomen dat u gegevens verliest.
Schade aan uw ingebouwde opslagapparaat voorkomen
-
Maak geen plotselinge bewegingen met uw VAIO-computer.
-
Houd uw VAIO-computer uit de buurt van magneten.
-
Zet uw VAIO-computer niet op een plaats waar de computer aan mechanische trillingen wordt blootgesteld of op een wankele plaats.
-
Schakel de computer niet uit of start uw VAIO-computer niet opnieuw op terwijl het opslagapparaat gegevens aan het lezen of schrijven is.
-
Stel uw VAIO-computer niet bloot aan extreme temperatuurschommelingen.
-
Haal het opslagapparaat niet uit uw VAIO-computer.
Over het internationale ENERGY STAR(R)-programma
De volgende informatie is alleen van toepassing op producten die zijn aangeduid/gecertificeerd met ENERGY STAR.
ENERGY STAR-logo's zijn bevestigd of worden elektronisch weergegeven op de volgende locaties van producten die zijn aangeduid/gecertificeerd met ENERGY STAR.
-
De bovenkant of voorkant van het product of Configuratiescherm
-
De verpakking van het product
Wilt u het ENERGY STAR-logo op het computerscherm bekijken, open dan Configuratiescherm, selecteer Systeem en beveiliging en Systeem. Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van het Configuratiescherm.
Als partner van ENERGY STAR bevestigt Sony dat dit product voldoet aan de normen van ENERGY STAR voor energiebesparing.
Het internationale ENERGY STAR-programma voor kantoorapparatuur is een internationaal programma dat energiebesparing stimuleert bij het gebruik van energie-efficiënte computers en kantoorapparatuur. Het programma ondersteunt de ontwikkeling en verspreiding van producten met functies die het energieverbruik op efficiënte wijze reduceren en zo bijdragen aan kostenbesparingen en minder belasting voor het milieu.
Bezoek de volgende websites voor uitgebreide informatie over het ENERGY STAR-programma:
-
http://www.eu-energystar.org/ (Europa)
Het ontwerp van deze computer voldoet aan de ENERGY STAR-normen. De computer wordt geleverd met de volgende energiebesparende instellingen voor computers die op netstroom werken:
-
De lcd-achtergrondverlichting wordt automatisch na maximaal 15 minuten inactiviteit uitgeschakeld.
-
De slaapstand van de computer wordt automatisch na maximaal 30 minuten inactiviteit ingeschakeld.
Druk op de knop(Aan/Uit) om de normale modus van de computer te activeren.
Softwarelicentie
Dit product bevat software die eigendom is van Sony en in licentie is gegeven door derden. Op het gebruik van deze software zijn de voorwaarden van de licentieovereenkomst van toepassing die bij dit product is gevoegd.
Merken
-
SONY en het SONY-logo zijn gedeponeerde merken van Sony Corporation.
-
VAIO, het VAIO-logo en andere Sony-productnamen of -servicenamen zijn merken of gedeponeerde merken van Sony Corporation of haar dochterondernemingen.
-
i.LINK is een naam die verwijst naar IEEE 1394.
-
Intel, Pentium, Intel SpeedStep en Atom zijn merken of gedeponeerde merken van Intel Corporation.
-
Windows en het Windows-logo zijn gedeponeerde merken of merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
-
Blu-ray Disc™, Blu-ray™, Blu-ray 3D™, het Blu-ray Disc-logo en het Blu-ray 3D-logo zijn merken van de Blu-ray Disc Association.
-
Het BLUETOOTH-woordmerk en de BLUETOOTH-logo's zijn gedeponeerde merken die eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en enig gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation is onder licentie. Andere merken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
-
Power2Go is een merk van CyberLink.Inc.
-
PowerDVD is een merk van CyberLink.Inc.
-
NVIDIA en 3D Vision zijn gedeponeerde merken en/of merken van NVIDIA Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
-
ArcSoft en het ArcSoft-logo zijn gedeponeerde merken van ArcSoft, Inc. ArcSoft WebCam Companion is een merk van ArcSoft, Inc.
-
AMD, het AMD Arrow-logo, ATI en combinaties daarvan, Radeon, AMD Phenom, AMD Turion, AMD Athlon, AMD Virtualization en AMD-V zijn merken van Advanced Micro Devices, Inc.
-
SD Logo is een merk.
-
SDHC Logo is een merk.
-
SDXC Logo is een merk.
-
microSD Logo is een merk.
-
microSDHC Logo is een merk.
-
microSDXC Logo is een merk.
-
Het ExpressCard-woordmerk en de ExpressCard-logo's zijn eigendom zijn van PCMCIA, en enig gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation is onder licentie. Andere merken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
-
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface, en het HDMI-Logo zijn merken of gedeponeerde merken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
-
CompactFlash® is een merk van SanDisk Corporation.
-
"PlaceEngine" is een gedeponeerd merk van Koozyt, Inc.
"PlaceEngine" is ontwikkeld door Sony Computer Science Laboratories, Inc. en wordt in licentie gegeven door Koozyt, Inc.
-
"AVCHD" is een merk van Panasonic Corporation en Sony Corporation.
-
Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby en het symbool met de dubbele D zijn merken van Dolby Laboratories.
-
ENERGY STAR en het merkteken ENERGY STAR zijn gedeponeerde Amerikaanse merken.
-
Het N-merk is een gedeponeerd merk van NFC Forum, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
-
Wi-Fi is een merk of gedeponeerd merk van Wi-Fi Alliance.
Alle andere namen van systemen, producten en diensten zijn merken van hun respectieve eigenaars. In de handleiding zijn de merksymbolen ™ of ® weggelaten.
Functies en specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Alle andere merken zijn merken van hun respectieve eigenaars.
Mogelijk wordt niet alle bovenstaande software bij uw model geleverd.
Informatie over de veiligheid
Raadpleeg de meegeleverde veiligheidshandleiding voor uitgebreide veiligheidsinformatie.
Computer
-
Als u een zwaar voorwerp of vloeistof op uw VAIO-computer laat vallen, sluit dan de computer af, trek de stroomstekker uit het stopcontact en verwijder de batterijset als dat kan. Het is aan te raden de computer door een gekwalificeerde reparateur te laten nakijken voordat u de computer weer gebruikt.
-
Gebruik alleen de aanbevolen randapparaten en interfacekabels.
-
Houd kleine onderdelen zoals geheugenkaarten en geheugenkaartadapters buiten het bereik van kinderen. Ze kunnen deze inslikken.
-
De temperatuur van het oppervlak en de onderkant van uw VAIO-computer, de netadapter en de batterij kan stijgen door de CPU-belasting of een elektrische lading wanneer de batterij wordt opgeladen. Dit is normaal en wijst niet op een defect. De hoeveelheid warmte die wordt opgewekt, is afhankelijk van de gebruikte externe apparaten of toepassingen.
-
Als uw VAIO-computer of de netadapter extreem warm worden, zet dan uw computer uit, trek de netadapter los, verwijder de batterijset als dat kan en neem contact op met een erkend Sony service-/onderhoudscentrum.
Voedingsbron
-
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer omdat dit brand kan veroorzaken.
-
Houd het netsnoer altijd vast bij de stekker als u het uit het stopcontact trekt. Trek nooit aan het snoer zelf.
-
Gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
-
Haal de stroomstekker van uw VAIO-computer uit het stopcontact als u van plan bent om de computer langere tijd niet te gebruiken.
Hoofdtelefoon
-
Gebruik geen hoofdtelefoon terwijl u een voertuig/rijtuig bestuurt, fietst of een gemotoriseerd voertuig bedient. Dit is niet alleen gevaarlijk, maar is in sommige landen zelfs bij wet verboden. Loop niet rond met een hoofdtelefoon met luide muziek. Dit kan gevaarlijk zijn, vooral op zebrapaden.
-
Zet het volume van de hoofdtelefoon niet te hoog. Oorartsen raden af voortdurend en langdurig naar harde muziek te luisteren. Als uw oren beginnen te suizen of piepen, verlaagt u het volume of zet u de hoofdtelefoon af.
Algemene problemen met uw VAIO-computer oplossen
Als u problemen hebt met uw VAIO-computer, kunt u deze suggesties proberen voordat u contact opneemt met een bevoegd service/supportcentrum van Sony of direct contact opneemt met uw plaatselijke Sony-verkoper.
- Zie de overige secties in deze handleiding op het scherm.
- Start VAIO Care (Desktop) en voer de vereiste handelingen uit. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Care (Desktop).)
- Ga naar de ondersteuningswebsite van VAIO en kijk of u de gewenste informatie daar vindt.
Ondersteuningswebsite
De ondersteuningswebsite biedt informatie over uw VAIO-computer, naast een reeks veelgestelde vragen.
Sony-ondersteuningswebsite
Hint
-
Als u een probleem ondervindt of een vraag van technische aard heeft over uw VAIO-computer, start dan eerst VAIO Care, die u veel mogelijkheden biedt te proberen het probleem eerst zelf op te lossen. Zie Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care) voor meer informatie.
-
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice van VAIO, kan men u om het serienummer en het modelnummer van uw VAIO-computer vragen. Het serienummer is een getal van 15 tekens dat u op de volgende plaatsen kunt vinden:
-
in het VAIO Care-venster;
-
op de onderzijde of achterzijde van de computer, aan de binnenkant van het achterpaneel of binnenin het batterijcompartiment;
-
op de originele doos van VAIO.
Het modelnummer bevindt zich rechtsonder op het scherm van de VAIO-computer.
-
Andere websites
U kunt bovendien nuttige informatie vinden op de volgende websites.
Sony-producten
http://www.sony.net/electronics/
Ondersteuningswebsite voor besturingssysteem
Ga voor ondersteuning van het besturingssysteem Microsoft Windows naar de klantenservice van Microsoft.
De VAIO-website
Informatie over VAIO-producten, online winkel, forum en discussies.
Selecteer uw land en selecteer vervolgens VAIO onder producten.
Het VAIO-forum
Communiceer met andere gebruikers van VAIO in de sociale gemeenschappen van VAIO.
http://www.sony.eu/discussions/community/en/support/vaio_and_computing/
Sony-winkel, online
Hint
-
U kunt een link vinden om uw computer online te registreren in VAIO Care. Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Care.
Uw VAIO-computer bijwerken
Update regelmatig uw VAIO-computer met de volgende apps om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.
Opmerking
-
Om onderstaande update-instellingen uit te voeren, moet uw VAIO-computer verbinding met internet hebben.
Windows Update
Met Windows Update kunt u uw VAIO-computer stabieler maken.
-
Open de charms en selecteer de charm
Zoeken. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Geef "Windows Update" op in het zoekvak.
-
Selecteer Windows Update in de lijst en volg de instructies op het scherm om de updates te voltooien.
VAIO Update
VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet en downloadt en installeert die op uw VAIO-computer.
-
Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Windows Store-apps bijwerken
Zorg dat de Windows Store app geüpdatet wordt. Als een update vereist is, wordt een getal weergegeven in de tegel Store van het Start.
-
Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
-
Selecteer Updates rechtsboven in het scherm.
Het getal tussen haakjes is het aantal programma's dat u kunt gebruiken.
-
Zet een vinkje bij de apps die u wilt bijwerken en selecteer vervolgens Installeren.
Om de apps later te updaten, moet u het vinkje verwijderen.
Ondersteuningswebsite
De ondersteuningswebsite biedt informatie over uw VAIO-computer, naast een reeks veelgestelde vragen.
Sony-ondersteuningswebsite
Hint
-
Als u een probleem ondervindt of een vraag van technische aard heeft over uw VAIO-computer, start dan eerst VAIO Care, die u veel mogelijkheden biedt te proberen het probleem eerst zelf op te lossen. Zie Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care) voor meer informatie.
-
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice van VAIO, kan men u om het serienummer en het modelnummer van uw VAIO-computer vragen. Het serienummer is een getal van 15 tekens dat u op de volgende plaatsen kunt vinden:
-
in het VAIO Care-venster;
-
op de onderzijde of achterzijde van de computer, aan de binnenkant van het achterpaneel of binnenin het batterijcompartiment;
-
op de originele doos van VAIO.
Het modelnummer bevindt zich rechtsonder op het scherm van de VAIO-computer.
-
Andere websites
U kunt bovendien nuttige informatie vinden op de volgende websites.
Sony-producten
http://www.sony.net/electronics/
Ondersteuningswebsite voor besturingssysteem
Ga voor ondersteuning van het besturingssysteem Microsoft Windows naar de klantenservice van Microsoft.
De VAIO-website
Informatie over VAIO-producten, online winkel, forum en discussies.
Selecteer uw land en selecteer vervolgens VAIO onder producten.
Het VAIO-forum
Communiceer met andere gebruikers van VAIO in de sociale gemeenschappen van VAIO.
http://www.sony.eu/discussions/community/en/support/vaio_and_computing/
Sony-winkel, online
Hint
-
U kunt een link vinden om uw computer online te registreren in VAIO Care. Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Care.
Meegeleverde items controleren
Controleer voor gebruik alle items die bij het product zijn geleverd.
Draadloos toetsenbord
Netadapter
Netsnoer
Digitaliseerstylus
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Penhaak
Draadloze router
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
VGA-adapter (met Conversiestekker)
(Niet bij alle modellen meegeleverd. Beschikbaarheid is afhankelijk van de specificaties van uw computer.)
Hint
-
Er zijn geen herstelmedia inbegrepen omdat uw VAIO-computer hersteld kan worden vanaf de gegevens op de interne vaste schijf of de SSD. Zie Herstel vanaf het herstelgebied voor meer informatie.
Uw VAIO-computer bijwerken
Update regelmatig uw VAIO-computer met de volgende apps om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.
Opmerking
-
Om onderstaande update-instellingen uit te voeren, moet uw VAIO-computer verbinding met internet hebben.
Windows Update
Met Windows Update kunt u uw VAIO-computer stabieler maken.
-
Open de charms en selecteer de charm
Zoeken. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
-
Geef "Windows Update" op in het zoekvak.
-
Selecteer Windows Update in de lijst en volg de instructies op het scherm om de updates te voltooien.
VAIO Update
VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet en downloadt en installeert die op uw VAIO-computer.
-
Start VAIO Update en volg de instructies op het scherm. (Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Update.)
Windows Store-apps bijwerken
Zorg dat de Windows Store app geüpdatet wordt. Als een update vereist is, wordt een getal weergegeven in de tegel Store van het Start.
-
Ga naar het scherm Start en selecteer de tegel Store. (Zie Het Start-scherm en het Start-menu voor informatie over het openen van het scherm Start.)
-
Selecteer Updates rechtsboven in het scherm.
Het getal tussen haakjes is het aantal programma's dat u kunt gebruiken.
-
Zet een vinkje bij de apps die u wilt bijwerken en selecteer vervolgens Installeren.
Om de apps later te updaten, moet u het vinkje verwijderen.
Waarom wordt mijn VAIO-computer automatisch uitgezet?
-
Als de batterijset bijna leeg is, wordt de sluimerstand automatisch geactiveerd en wordt uw VAIO-computer uiteindelijk uitgeschakeld.
Sluit de netadapter aan op de computer of laad de batterijset op.
Waarom wordt er een melding weergegeven en wordt Windows niet gestart wanneer ik mijn VAIO-computer start?
-
Als een andere melding over het oplossen van het probleem verschijnt na de eerste melding, volg dan de instructies op het scherm.
-
De BIOS-opstartopties zijn mogelijk verkeerd geconfigureerd.
Druk op de knop ASSIST wanneer uw VAIO-computer uit staat om het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) weer te geven, selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup) en wijzig de instelling Boot Mode; start daarna de computer opnieuw op.
Wat moet ik doen als ik mijn VAIO-computer niet kan uitzetten?
-
Volg een van deze procedures om alle actieve apps af te sluiten en daarna opnieuw uw VAIO-computer uit te zetten.
-
Sleep de app van het midden van de bovenrand van het scherm naar het midden van de onderrand. Zie Apps sluiten voor meer informatie.
-
Druk op de toetsen Alt+F4.
Als u niet alle gegevens hebt opgeslagen, wordt u gevraagd uw gegevens op te slaan.
-
-
Controleer na het installeren van een nieuwe app op uw VAIO-computer of de app correct functioneert, de gegevens ervan er normaal uitzien en u de juiste bedieningshandelingen heeft uitgevoerd.
-
Neem voor technische ondersteuning contact op met de uitgever of aanbieder van de app.
-
Als u randapparaten, zoals een printer of USB-apparaat, hebt aangesloten op uw VAIO-computer of als de computer is aangesloten op een netwerk, koppelt u alle randapparatuur en de netwerkverbinding van de computer los en schakelt u de computer uit.
Zolang de computer communiceert met een randapparaat of het netwerk, laat Windows u de computer niet uitschakelen. Bovendien ondersteunen de stuurprogramma's van sommige randapparaten niet de functie voor geforceerd afsluiten van de computer.
-
Als het computerscherm "hangt", drukt u op de toetsen Ctrl+Alt+Delete en selecteert u
(Afsluiten) rechtsonder in beeld, en selecteert u daarna Afsluiten.
-
Als uw VAIO-computer "hangt" met een melding dat de instellingen zijn opgeslagen of dat de computer wordt afgesloten, volg dan achtereenvolgens deze procedures.
-
Druk op toets Enter.
Wacht enige tijd.
-
Als het probleem zich blijft voordoen, drukt u op de toetsen Ctrl+Alt+Delete.
Wacht enige tijd.
-
-
Als u uw VAIO-computer nog steeds niet kunt uitschakelen nadat u alle bovenstaande procedures in dit onderwerp hebt gevolgd, voert u de volgende stappen uit.
Houd er rekening mee dat bij het uitvoeren van deze procedures niet-opgeslagen gegevens beschadigd kunnen raken. Verbreek de verbinding met het netwerk voordat u de volgende handelingen uitvoert.
-
Druk op de toetsen Ctrl+Alt+Delete, selecteer
(Afsluiten) in de rechterbenedenhoek van het computerscherm en selecteer vervolgens Afsluiten.
-
Houd de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt.
-
Trek de netadapter uit het stopcontact en houd de knop Batterij uit drie tot vijf seconden lang ingedrukt met een dun, recht voorwerp (zoals een paperclip).
-
Wat moet ik doen als het groene stroomlampje gaat branden wanneer ik op de aan-uitknop druk, maar er niets op mijn scherm verschijnt?
-
Zorg dat de helderheid en het contrast correct zijn ingesteld.
-
De beeldschermuitvoer kan zijn ingesteld op een externe monitor.
Druk meerdere keren op de toetscombinatie Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en druk dan op de toets Enter.
-
Als u een extern beeldscherm gebruikt, controleert u of dit op het stopcontact is aangesloten en is ingeschakeld. Zorg dat de helderheid en het contrast correct zijn ingesteld.
Raadpleeg de handleiding bij het beeldscherm voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen.
-
Druk meerdere keren op de toetscombinatie Alt+F4 om het appvenster te sluiten.
Mogelijk is een appfout opgetreden.
-
Als even wacht en het beeldscherm van de computer blijft leeg, start u uw VAIO-computer opnieuw op door het in de juiste volgorde uitvoeren van onderstaande procedures. Houd er rekening mee dat bij het uitvoeren van deze procedures niet-opgeslagen gegevens beschadigd kunnen raken.
-
Koppel alle randapparaten, zoals een printer of een USB-apparaat, en uw VAIO-computer los van het netwerk.
-
Houd de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt en let erop dat het indicatielampje van de voeding uit is. Schakel uw VAIO-computer vervolgens weer in.
-
-
Als het probleem aanhoudt, stel dan de batterijset terug.
Houd de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt en let erop dat het indicatielampje van de voeding uit is. Koppel alle kabels los van uw VAIO-computer, zoals de netadapter en houd de knop Batterij uit drie tot vijf seconden lang ingedrukt met een dun, recht voorwerp (zoals een paperclip).
Wacht ongeveer vijf minuten en sluit alle kabels en randapparatuur weer aan en zet de computer weer aan.
-
Als u uw VAIO-computer snel van een koude naar een warme ruimte brengt of als u de computer gebruikt in een vochtige omgeving, kan er waterdamp in de computer condenseren.
Wacht in een dergelijke situatie minimaal een uur voordat u de computer inschakelt.
Gebruik de computer niet in een vochtige omgeving (relatieve vochtigheid hoger dan 80%) omdat dit storingen in de computer kan veroorzaken.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer niet aan gaat of als de aan-uitknop niet werkt (het voedingslampje knippert snel)?
-
Uw VAIO-computer herkent mogelijk de batterijset niet.
In dat geval houdt u de knop batterijset uit drie tot vijf seconden lang ingedrukt met een dun, recht voorwerp (zoals een paperclip).
Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met een erkend service-/ondersteuningspunt van Sony en laat de batterijset vervangen door een nieuwe batterijset volgens de specificaties van Sony.
Wat moet ik doen als ik mijn VAIO-computer niet kan inschakelen (het stroomlampje wordt niet groen)?
-
Zorg ervoor dat alle kabels goed zijn aangesloten op de apparaten, zoals tussen uw VAIO-computer en de netadapter; de netadapter en het stroomsnoer; en het stroomsnoer en het stopcontact. Zie Een stroombron aansluiten.
-
Als u de stroomstekker van uw VAIO-computer in een stekkerdoos met een schakelaar steekt, zorg dan dat de schakelaar is aangezet en de stekker van de stekkerdoos goed in het stopcontact zit.
-
Als u uw VAIO-computer niet met de normale procedure uitschakelt, kan de voedingscontroller worden onderbroken als gevolg van een programmafout.
Maak alle kabels en randapparatuur los, zoals het netsnoer en het USB-apparaat, en houd de knop Batterij uit drie tot vijf seconden lang ingedrukt met een dun, recht voorwerp (bijvoorbeeld een paperclip).
Wacht ongeveer vijf minuten en sluit alle kabels en randapparatuur weer aan en zet de computer weer aan.
-
Voordat u uw VAIO-computer voor de eerste keer gebruikt, moet u de computer met de netadapter op een stopcontact aansluiten.
-
Controleer of u de meegeleverde Sony-netadapter gebruikt.
Voor uw veiligheid gebruikt u alleen de originele Sony-netstroomadapter die wordt geleverd door Sony voor uw VAIO-computer.
-
De batterijset kan leeg zijn.
-
Als u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt houdt, wordt de computer uitgeschakeld.
-
Als u uw VAIO-computer snel van een koude naar een warme ruimte brengt of als u de computer gebruikt in een vochtige omgeving, kan er waterdamp in de computer condenseren.
Wacht in een dergelijke situatie minimaal een uur voordat u de computer inschakelt.
Gebruik de computer niet in een vochtige omgeving (relatieve vochtigheid hoger dan 80%) omdat dit storingen in de computer kan veroorzaken.
Wat moet ik doen als het venster VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt wanneer ik mijn VAIO-computer aanzet?
-
Mogelijk hebt u onbedoeld op de knop ASSIST gedrukt in plaats van op de knop
(Aan/Uit).
Sluit het venster VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) en gebruik de knop
(Aan/Uit) op uw VAIO-computer.
Wat moet ik doen als de sluimerstand niet beschikbaar is of als mijn VAIO-computer niet in sluimerstand gaat?
-
Selecteer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen in het Energiebeheer-venster. Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn, het selectievakje Sluimerstand en Wijzigingen opslaan.
Zie Een energiebeheerschema selecteren voor informatie over het openen van het venster Energiebeheer.
-
Als er een taak wordt uitgevoerd op uw VAIO-computer, kan de computer mogelijk pas overgaan naar de sluimerstand als de taak is voltooid.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer niet terugkeert naar normale stand vanuit slaapstand wanneer ik het toetsenbord of het touchpad gebruik?
-
Om uw VAIO-computer uit slaapstand terug te brengen in normale stand drukt u op de knop
(Aan/Uit).
Waarom werkt mijn VAIO-computer traag en is de frequentie van de CPU-klok laag terwijl de computer op batterijvoeding werkt?
-
Als uw VAIO-computer op batterijvoeding werkt, wordt de CPU-klokfrequentie verlaagd om voeding te sparen. Hierdoor werkt de computer trager. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Wat moet ik doen als mijn batterijset niet volledig wordt opgeladen?
-
Controleer de Batterijzorgfunctie (battery care function)-instellingen. Start VAIO Control Center en controleer de instellingen in het venster Stroom en batterij (Power and Battery). Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.
-
Als de omgevingstemperatuur buiten het opgegeven bereik is of als het stroomverbruik van uw VAIO-computer hoog is tijdens het laden van de batterijset, kan de laadstroom worden gereduceerd.
Wat moet ik doen als de batterijset niet goed werkt?
-
Start VAIO Care om de status van uw batterijset te controleren. Zie Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care) voor meer informatie.
Waarom verandert de helderheid van het lcd-scherm automatisch?
-
De functie voor automatische aanpassing van de helderheid is ingeschakeld. Schakel de functie uit in VAIO Control Center. Zie De helderheid van het lcd-scherm automatisch wijzigen voor nadere informatie.
Wat moet ik doen als kleurverlopen niet correct worden weergegeven op mijn computerscherm?
-
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, kan het gebeuren dat het computerscherm tijdelijk geen geleidelijke kleurovergangen weergeeft wanneer het scherm is gepauzeerd door de energiebesparingsfunctie.
Om dit te voorkomen, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteert u Grafische Eigenschappen om het configuratiescherm van de grafische kaart van Intel weer te geven; schakel dan Automatische vernieuwing van scherm uit onder Energie. Als u Accuvoeding selecteert, kan het volgende instellingenvenster verschijnen.
Merk op dat de levensduur van de batterij korter wordt als u deze instelling uitschakelt.
Waarom roteert het computerscherm niet?
-
Scherm draaien kan zijn uitgeschakeld.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen; controleer vervolgens de weergave-instellingen.
Als u de charms wilt openen, zie De charms openen.
-
Schermrotatie is uitgeschakeld wanneer uw VAIO-computer aangesloten is op een extern beeldscherm.
Als u uw computer op een extern beeldscherm aansluit terwijl de computer verticaal staat, wijzigt het computerscherm automatisch naar horizontale stand (liggend).
Wat moet ik doen als video's niet worden weergegeven op het computerscherm?
-
Uw VAIO-computer heeft mogelijk niet voldoende videogeheugen om video's met een hoge resolutie weer te geven. Als dat het geval is, verlaagt u de resolutie van het lcd-scherm. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen voor meer informatie.
-
Als u een extern beeldscherm hebt geselecteerd met de toetscombinatie Fn+F7 en het externe beeldscherm niet is verbonden met uw VAIO-computer, kan het computerscherm de video mogelijk niet weergegeven.
Stop in zo'n geval het afspelen van de video, druk meerdere keren op de toetsen Fn+F7 om het beeldscherm van de computer als weergaveapparaat te selecteren en druk daarna op de toets Enter. Start vervolgens het afspelen van de video weer.
Wat moet ik doen als video's niet soepel worden afgespeeld?
-
Het wordt aanbevolen de schermbeveiliging uit te schakelen.
Als de schermbeveiliging is ingeschakeld, wordt deze mogelijk geactiveerd tijdens het afspelen van een dvd, waardoor de dvd niet goed kan worden afgespeeld.
-
Als u de beeldschermuitvoer hebt ingesteld op zowel het computerscherm als een externe monitor, kiest u een van beide als beeldschermuitvoer.
-
Sommige video's worden niet soepel afgespeeld afhankelijk van het type of de bitsnelheid van de video's. Stel een lagere schermresolutie in en kijk of video's beter worden afgespeeld. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen voor meer informatie.
-
Als er gegevens op een geheugenkaart worden gelezen, wacht u totdat het lezen is voltooid en start u het afspelen opnieuw.
-
Als u een video afspeelt die op de geheugenkaart is opgeslagen, kopieert u de video naar het ingebouwde opslagapparaat en speelt u vervolgens de video af.
-
Als de instellingen voor de CPU en koelventilator geconfigureerd kunnen worden met VAIO Control Center, kunt u misschien de instellingen wijzigen om de prestaties te verbeteren. Zie Apps starten voor informatie over het starten van VAIO Control Center.
-
Op modellen met X-Reality for mobile-engine schakelt u de instelling X-Reality for mobile uit in VAIO Control Center. Dit kan de prestaties van video afspelen verbeteren. Zie Scherpe en levendige beelden weergeven (modellen met X-Reality for mobile) voor meer informatie.
Wat moet ik doen als er geen beeld wordt weergegeven op mijn televisiescherm of het externe beeldscherm dat is aangesloten op de HDMI-uitgangspoort?
-
Sluit de HDMI-kabel opnieuw aan (niet meegeleverd). Zie Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten voor meer informatie.
-
Controleer of u een HDCP-compatibel beeldscherm gebruikt. Videofilms met auteursrechtbeveiliging kunnen niet worden afgespeeld op een beeldscherm dat niet HDCP-compatibel is.
-
Wijzig de schermresolutie van het aangesloten televisiescherm of het externe beeldscherm. Er worden mogelijk beelden op het scherm weergegeven. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen voor meer informatie.
Hoe wijzig ik de helderheid van het lcd-scherm?
-
Druk op de toetscombinatie Fn+F5 of Fn+F6 om de helderheid van het lcd-scherm van uw VAIO-computer aan te passen. Zie De helderheid van het lcd-scherm wijzigen voor meer informatie.
-
Als u de helderheid van een aangesloten externe monitor, zoals een computermonitor of tv, wilt aanpassen, gebruikt u de helderheidsinstellingen van de externe monitor.
Wat moet ik doen als sommige elementen niet op het beeldscherm passen?
-
Controleer de instellingen voor tekengrootte in Windows.
Vanwege de instellingen voor tekengrootte worden sommige elementen (bijvoorbeeld een app-menu) mogelijk niet goed weergegeven. Dit hangt af van de apps die u gebruikt. In dat geval verplaatst u de schuifregelaar om de instellingen te wijzigen.
Wat moet ik doen als er geen beeld wordt weergegeven op het externe beeldscherm of het televisiescherm?
-
Druk meerdere keren op de toetscombinatie Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en druk dan op de toets Enter. Zie Weergavemodi selecteren voor meer informatie.
Waarom treden er onderbrekingen op in het geluid en/of gaan er frames verloren bij het afspelen van high-definition video's, zoals video's die zijn opgenomen met de digitale AVCHD-camcorder?
-
Het afspelen van high-definition video's is een grote belasting voor de hardwarebronnen, zoals de CPU, de GPU of het systeemgeheugen, waardoor de prestaties van uw VAIO-computer verminderen. Tijdens het afspelen van video's zijn mogelijk bepaalde acties en/of functies niet beschikbaar, treden er onderbrekingen op in het geluid, gaan frames verloren of mislukt het afspelen, afhankelijk van de configuratie van computer.
Wat moet ik doen als het computerscherm uitgaat?
-
Zorg ervoor dat uw VAIO-computer aan staat en niet in de slaap- of sluimerstand. Zie Slaapstand gebruiken voor meer informatie.
-
Zorg ervoor dat uw VAIO-computer goed is aangesloten op een stopcontact. Als de computer een stroomlampje heeft, zorg er dan voor dat dit aan is. Zie Een stroombron aansluiten voor meer informatie.
-
Het computerscherm kan zijn uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
-
De beeldschermuitvoer kan zijn ingesteld op een externe monitor.
Druk meerdere keren op de toetscombinatie Fn+F7 om de gewenste beeldschermuitvoer te selecteren en druk dan op de toets Enter. Zie Weergavemodi selecteren voor meer informatie.
-
Wacht enige tijd. Als er niets op het computerscherm verschijnt, volgt u de volgende procedures:
-
Houd de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt. Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, let er dan op dat dit uit is en zet de computer aan.
-
Als het probleem aanhoudt, houd u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt. Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, let er dan op dat dit uit is. Koppel alle kabels en randapparatuur los, zoals het netsnoer en het USB-apparaat, en wacht ongeveer vijf minuten. Sluit de kabels en randapparatuur weer aan en zet de computer weer aan.
-
Waarom worden er in de zoeker geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven?
-
Sommige cameratoepassingen werken niet correct wanneer een andere cameratoepassing actief is. Sluit de actieve toepassing voordat u een andere toepassing start.
-
Het is mogelijk dat u andere cameratoepassingen niet kunt gebruiken met de ingebouwde camera wanneer u de gebaarfunctie gebruikt.
-
Als u een snel bewegend object bekijkt, kan de zoeker wat ruis vertonen, zoals horizontale strepen. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Start uw VAIO-computer opnieuw op als het probleem aanhoudt.
Wat moet ik doen als er bij het vastleggen van de beelden frames verloren gaan en onderbrekingen optreden in het geluid?
-
De effectinstellingen van uw toepassing kunnen de oorzaak zijn van de verloren frames. Raadpleeg het Help-bestand bij de toepassing voor meer informatie.
-
Er worden mogelijk meer toepassingen uitgevoerd dan uw VAIO-computer kan verwerken. Sluit de toepassingen die u op dat moment niet gebruikt.
-
Dit probleem kan optreden als uw VAIO-computer in de energiebesparingsstand staat waardoor de CPU-prestaties verminderen. Zie Een energiebeheerschema selecteren voor het controleren van het huidige energiebeheerschema.
Wat moet ik doen als beelden die worden vastgelegd, flikkeren?
-
Dit probleem doet zich voor als u de camera gebruikt bij tl-licht. Het wordt veroorzaakt door het verschil tussen de lichtuitvoerfrequentie en de sluitertijd.
Als u de ruis die wordt veroorzaakt door flikkering wilt verminderen, draait u uw VAIO-computer zodat de camera een andere invalshoek heeft. Sommige toepassingen beschikken over instelbare parameters, zoals helderheid en stroomfrequentie, waarmee u de ruis kunt verminderen die wordt veroorzaakt door flikkering.
Wat moet ik doen als mijn computerscherm flikkert of wit wordt? (modellen met grafische versnelling van Intel)
-
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, kan het computerscherm flikkeren of wit worden wanneer de functie voor energiebesparing is ingeschakeld en het computerscherm schakelt.
Om dit te voorkomen, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteert u Grafische Eigenschappen om het configuratiescherm van de grafische kaart van Intel weer te geven; schakel dan Energiebesparende technologie voor beeldschermen uit onder Energie. Als u Accuvoeding selecteert, kan het volgende instellingenvenster verschijnen.
Merk op dat de levensduur van de batterij korter wordt als u deze instelling uitschakelt.
Wat moet ik doen als het aanraakscherm niet goed functioneert? (modellen met aanraakscherm)
-
Schakel uw VAIO-computer uit en vervolgens weer aan.
-
Elektromagnetische golven kunnen storing veroorzaken op het aanraakscherm. Probeer deze tips.
-
Haal uw VAIO-computer uit de buurt van tl-licht of motoren die elektromagnetische straling uitzenden.
-
Sluit de netadapter rechtstreeks op een stopcontact aan of gebruik een ander stopcontact als u een stekkerdoos gebruikt.
-
Verwijder eventuele USB-apparaten of kabels uit uw VAIO-computer.
-
-
Als uw netadapter een 3-polige stekker heeft, let er dan op dat hij goed is geaard.
Wat moet ik doen als er geen beeld wordt weergegeven op mijn televisiescherm of het externe beeldscherm dat is aangesloten op de HDMI-uitgangspoort?
-
Sluit de HDMI-kabel opnieuw aan (niet meegeleverd). Zie Een tv met een HDMI-ingangspoort aansluiten voor meer informatie.
-
Controleer of u een HDCP-compatibel beeldscherm gebruikt. Videofilms met auteursrechtbeveiliging kunnen niet worden afgespeeld op een beeldscherm dat niet HDCP-compatibel is.
-
Wijzig de schermresolutie van het aangesloten televisiescherm of het externe beeldscherm. Er worden mogelijk beelden op het scherm weergegeven. Zie De resolutie (grootte) van het beeld wijzigen voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor uit de luidsprekers of hoofdtelefoon?
-
Controleer of het volume van de luidsprekers of hoofdtelefoon niet zeer laag is.
-
Houd de toetsen Fn+F4 ingedrukt totdat u het gewenste geluidsniveau heeft bereikt. Zie Combinaties en functies met de toets Fn voor meer informatie.
-
-
Controleer of het volume in Windows gedempt of zeer laag is. Zie Het volume in aanpassen in Windows voor meer informatie.
Als het volume is uitgeschakeld (
), klikt u op
(Demping opheffen) om het volume in te schakelen (
). Als u het volume zeer laag is, zet u het volume hoger.
-
Controleer het volgende als externe luidsprekers of een externe hoofdtelefoon zijn aangesloten:
-
Zorg ervoor dat externe luidsprekers of hoofdtelefoons goed op uw VAIO-computer zijn aangesloten. Zie Externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aansluiten voor meer informatie.
-
Als uw externe luidsprekers een externe stroomvoorziening vereisen, controleert u of de luidsprekers correct zijn aangesloten op een stroombron.
-
Zorg dat de externe luidsprekers zijn ingeschakeld.
-
Zorg dat het volume van de externe luidsprekers niet is geminimaliseerd.
-
-
Zorg dat het geluidsuitvoerapparaat correct is geselecteerd. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.
-
Controleer het volume in de afspeeltoepassing die u gebruikt.
Wat moet ik doen als de microfoon niet werkt?
-
Controleer of de microfoon is geselecteerd als opnameapparaat.
Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
Selecteer Geluid en controleer of er een vinkje staat bij het gewenste microfoonpictogram op het tabblad Opnemen.
Zo niet, selecteer dan het pictogram en Standaard.
Als het pictogram niet wordt weergegeven, controleert u of de microfoon goed is aangesloten op uw VAIO-computer.
-
Een externe microfoon met een 3-polige ministekker werkt niet met de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
.
-
De microfoon van uw headset werkt misschien niet met uw VAIO-computer. Gebruik een Sony-smartphone-compatibele headset.
Wat moet ik doen als de microfoon rondzingt?
-
Rondzingen treedt op wanneer uw microfoon het geluid van een geluidsuitvoerapparaat opvangt, bijvoorbeeld een luidspreker.
-
Plaats de microfoon niet in de buurt van een geluidsuitvoerapparaat.
-
Verlaag het volume van de luidsprekers en de microfoon.
-
Wat moet ik doen als er onderbrekingen in het geluid optreden bij het afspelen van video of geluid?
-
Geluidsonderbrekingen kunnen voorkomen als de CPU te zwaar wordt belast. Verlaag in dit geval de CPU-belasting door alle actieve toepassingen behalve de afspeeltoepassing te sluiten of door overbodige geluidseffecten voor de weergave uit te schakelen.
Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor van een digitaal geluidsapparaat dat is aangesloten op de digitale uitgangspoort, zoals de HDMI-uitgangspoort?
-
Als u het geluid wilt beluisteren van een digitaal geluidsapparaat dat is aangesloten op de digitale uitgangspoort van uw VAIO-computer, moet u de geluidsuitvoer wijzigen in het digitale geluidsapparaat. Zie Een ander geluidsuitvoerapparaat selecteren voor meer informatie.
Wat moet ik doen als de microfoon niet werkt?
-
Controleer of de microfoon is geselecteerd als opnameapparaat.
Open Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden. (Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van Configuratiescherm.)
Selecteer Geluid en controleer of er een vinkje staat bij het gewenste microfoonpictogram op het tabblad Opnemen.
Zo niet, selecteer dan het pictogram en Standaard.
Als het pictogram niet wordt weergegeven, controleert u of de microfoon goed is aangesloten op uw VAIO-computer.
-
Een externe microfoon met een 3-polige ministekker werkt niet met de headset-compatibele hoofdtelefoonaansluiting
.
-
De microfoon van uw headset werkt misschien niet met uw VAIO-computer. Gebruik een Sony-smartphone-compatibele headset.
Wat moet ik doen als de microfoon rondzingt?
-
Rondzingen treedt op wanneer uw microfoon het geluid van een geluidsuitvoerapparaat opvangt, bijvoorbeeld een luidspreker.
-
Plaats de microfoon niet in de buurt van een geluidsuitvoerapparaat.
-
Verlaag het volume van de luidsprekers en de microfoon.
-
Wat moet ik doen als de aanwijzer niet beweegt?
-
Als uw vinger de rand van het touchpad heeft bereikt, beweegt de aanwijzer zich niet verder. Til uw vinger op en plaats deze terug in het midden van het touchpad.
-
De aanwijzer kan tijdelijk anders bewegen dan verwacht, afhankelijk van de toestand van uw VAIO-computer.
In dergelijke gevallen is het raadzaam even te wachten voordat u de aanwijzer opnieuw beweegt.
Als de aanwijzer nog steeds niet beweegt, druk dan op de toetsen Ctrl+Alt+Delete, selecteer
(Afsluiten) in de rechterbenedenhoek van het computerscherm en selecteer vervolgens Afsluiten.
Als het probleem aanhoudt, houd u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt.
Wanneer de u de computer uitschakelt met de toetsen Ctrl+Alt+Delete of met de knop
(Aan/Uit) kunt u niet-opgeslagen gegevens verliezen.
-
Het touchpad is mogelijk uitgeschakeld. Zie Waarom kan ik het touchpad niet gebruiken? voor meer informatie.
Wat moet ik doen als het beeldscherm van mijn VAIO-computer bevriest?
-
Start uw VAIO-computer opnieuw op.
Druk op de toetsen Ctrl+Alt+Delete, selecteer
(Afsluiten) in de rechterbenedenhoek van het computerscherm en selecteer vervolgens Opnieuw opstarten.
Als het probleem aanhoudt, houd u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt.
Wat moet ik doen als het toetsenbord niet werkt?
-
Zorg ervoor dat u het toetsenbord binnen 50 cm van uw VAIO-computer gebruikt. Zie De gebruiksomstandigheden van het toetsenbord voor meer informatie.
-
De aan-uit-touchpadschakelaar voor het toetsenbord kan op OFF staan. Zet hem op ON. Zie Het toetsenbord gebruiken voor meer informatie.
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen. (Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.)
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder, selecteer dan Netwerk en Vliegtuigstand in het linkerdeelvenster van het venster Pc-instellingen.
Schakel Vliegtuigstand uit en stel Keyboard Receiver onder Draadloze apparaten in op ON. Zet dan de aan-uit-touchpadschakelaar voor het toetsenbord op OFF, en vervolgens weer op ON.
-
Als het batterijlampje van het toetsenbord knippert, raakt de batterij leeg. Laad het toetsenbord op. Zie Het toetsenbord opladen voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik bepaalde tekens niet met het toetsenbord kan invoeren?
-
Controleer of het Caps Lock-lampje brandt.
Wanneer het indicatielampje brandt, worden de tekens die u typt, weergegeven als hoofdletters (of als kleine letters wanneer u de toets Shift indrukt).
Druk op de toets Caps Lock om het Caps Lock-lampje in of uit te schakelen. Zie Onderdelen en knoppen van het toetsenbord voor de locatie.
Wat moet ik doen als de toetsenbordconfiguratie onjuist is?
-
De taalindeling van het toetsenbord staat vermeld op de doos. Als u een andere toetsenbordindeling kiest tijdens de installatie van Windows, komt de toetsenconfiguratie niet overeen. Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor informatie over het wijzigen van de toetsenbordconfiguratie.
Wat moet ik doen als de aanwijzer niet beweegt?
-
Als uw vinger de rand van het touchpad heeft bereikt, beweegt de aanwijzer zich niet verder. Til uw vinger op en plaats deze terug in het midden van het touchpad.
-
De aanwijzer kan tijdelijk anders bewegen dan verwacht, afhankelijk van de toestand van uw VAIO-computer.
In dergelijke gevallen is het raadzaam even te wachten voordat u de aanwijzer opnieuw beweegt.
Als de aanwijzer nog steeds niet beweegt, druk dan op de toetsen Ctrl+Alt+Delete, selecteer
(Afsluiten) in de rechterbenedenhoek van het computerscherm en selecteer vervolgens Afsluiten.
Als het probleem aanhoudt, houd u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt.
Wanneer de u de computer uitschakelt met de toetsen Ctrl+Alt+Delete of met de knop
(Aan/Uit) kunt u niet-opgeslagen gegevens verliezen.
-
Het touchpad is mogelijk uitgeschakeld. Zie Waarom kan ik het touchpad niet gebruiken? voor meer informatie.
Wat moet ik doen als het beeldscherm van mijn VAIO-computer bevriest?
-
Start uw VAIO-computer opnieuw op.
Druk op de toetsen Ctrl+Alt+Delete, selecteer
(Afsluiten) in de rechterbenedenhoek van het computerscherm en selecteer vervolgens Opnieuw opstarten.
Als het probleem aanhoudt, houd u de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt.
Hoe schakel ik het touchpad uit?
-
Zet de aan-uit-touchpadschakelaar op het toetsenbord op
(touchpad uit) om het touchpad uit te schakelen. Zie Het toetsenbord gebruiken voor meer informatie.
Waarom kan ik het touchpad niet gebruiken?
-
Het touchpad is uitgeschakeld.
Zet de aan-uit-touchpadschakelaar voor het toetsenbord op ON om het touchpad in te schakelen. Zie Het toetsenbord gebruiken voor meer informatie.
-
Zie Het touchpad gebruiken voor informatie over het verwijderen van het touchpad.
-
Controleer of het toetsenbord werkt. Zie Wat moet ik doen als het toetsenbord niet werkt? voor meer informatie.
Waarom worden er in de zoeker geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven?
-
Sommige cameratoepassingen werken niet correct wanneer een andere cameratoepassing actief is. Sluit de actieve toepassing voordat u een andere toepassing start.
-
Het is mogelijk dat u andere cameratoepassingen niet kunt gebruiken met de ingebouwde camera wanneer u de gebaarfunctie gebruikt.
-
Als u een snel bewegend object bekijkt, kan de zoeker wat ruis vertonen, zoals horizontale strepen. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
-
Start uw VAIO-computer opnieuw op als het probleem aanhoudt.
Wat moet ik doen als er bij het vastleggen van de beelden frames verloren gaan en onderbrekingen optreden in het geluid?
-
De effectinstellingen van uw toepassing kunnen de oorzaak zijn van de verloren frames. Raadpleeg het Help-bestand bij de toepassing voor meer informatie.
-
Er worden mogelijk meer toepassingen uitgevoerd dan uw VAIO-computer kan verwerken. Sluit de toepassingen die u op dat moment niet gebruikt.
-
Dit probleem kan optreden als uw VAIO-computer in de energiebesparingsstand staat waardoor de CPU-prestaties verminderen. Zie Een energiebeheerschema selecteren voor het controleren van het huidige energiebeheerschema.
Waarom zijn de vastgelegde beelden van slechte kwaliteit?
-
Als beelden worden vastgelegd bij tl-licht, kunnen lichtreflecties worden weergegeven.
-
Donkere gedeelten van vastgelegde beelden kunnen ruis bevatten.
-
Het gebied in en om de ingebouwde camera is vuil. Maak het gebied schoon. Zie Opmerkingen over de ingebouwde camera voor informatie over het reinigen van de camera.
Waarom wordt de video-invoer van de ingebouwde camera tijdelijk onderbroken?
-
In de volgende gevallen kan de video-invoer kan tijdelijk worden onderbroken:
-
Er wordt een sneltoets met de toets Fn gebruikt.
-
Als de belasting van de CPU hoger wordt.
-
Wat moet ik doen als beelden die worden vastgelegd, flikkeren?
-
Dit probleem doet zich voor als u de camera gebruikt bij tl-licht. Het wordt veroorzaakt door het verschil tussen de lichtuitvoerfrequentie en de sluitertijd.
Als u de ruis die wordt veroorzaakt door flikkering wilt verminderen, draait u uw VAIO-computer zodat de camera een andere invalshoek heeft. Sommige toepassingen beschikken over instelbare parameters, zoals helderheid en stroomfrequentie, waarmee u de ruis kunt verminderen die wordt veroorzaakt door flikkering.
Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
-
U vindt de sleutel in het instellingenscherm van uw toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
-
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve toepassingen enz.
-
Als u een toegangspunt gebruikt, kan het apparaat tijdelijk overbelast zijn, afhankelijk van het aantal apparaten dat communiceert via het toegangspunt.
Wacht even en probeer het opnieuw.
-
Wijzig de kanaalinstellingen van uw toegangspunt. Door het kanaal te wijzigen, kan de interferentie op uw draadloze netwerk afnemen en de communicatiesnelheid toenemen.
Als er interferentie is op het kanaal van het toegangspunt, kan de communicatiesnelheid afnemen.
-
Als het toegangspunt de werking van andere toegangspunten verstoort, wijzigt u het kanaal voor het toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
-
Controleer of er geen magnetron wordt gebruikt in nabijheid van uw draadloze Wi-Fi-apparaten.
De 2,4GHz-frequentieband waarmee Wi-Fi werkt, wordt gebruikt door verschillende apparaten. Als u een magnetron gebruikt terwijl u communiceert via Wi-Fi, kan de gegevensoverdracht langzamer worden, het communicatiebereik afnemen of de communicatie worden onderbroken.
Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
-
Als een MAC-adresfilter is ingeschakeld voor uw toegangspunt, registreert u het MAC-adres van uw VAIO-computer in het configuratiescherm van het toegangspunt. Anders kan de computer geen verbinding maken met het toegangspunt.
Open Opdrachtprompt, voer "ipconfig /all" in en druk vervolgens op toets Enter. U kunt het fysieke adres (MAC-adres) vinden in het veld Fysiek adres onder Draadloze LAN-adapter Wi-Fi.
Zie Apps starten voor informatie over het openen van het Opdrachtprompt.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
-
Zie Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?.
-
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
-
Controleer de instellingen van het toegangspunt.
Bij de volgende instellingen kan uw VAIO-computer mogelijk geen verbinding maken met een toegangspunt of is de verbinding mogelijk instabiel.
-
Als in het toegangspunt is ingesteld dat communicatie met een apparaat waarvoor de SSID is ingesteld op "ANY" moet worden geweigerd, en de SSID van uw VAIO-computer of het toegangspunt is ingesteld op "ANY".
-
Als de stealth-modus van het toegangspunt is ingeschakeld.
Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie of neem contact op met uw Wi-Fi-serviceprovider.
-
-
Zorg ervoor dat uw VAIO-computer het toegangspunt verbinding met elkaar hebben. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve apps enz.
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen en
(het netwerkpictogram).
Controleer of uw toegangspunt wordt weergegeven.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
-
Schakel de Wi-Fi-functie in.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer
(het netwerkpictogram) en wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
-
Als u de Wi-Fi-functie wilt gebruiken op uw VAIO-computer, moet u de Wi-Fi-instellingen configureren.
Controleer de Wi-Fi-instellingen van de computer. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
Als u een hulpprogramma voor de configuratie van verbindingen hebt geïnstalleerd dat is geleverd bij een extern Wi-Fi-product, verwijdert u dit hulpprogramma.
Als een hulpprogramma voor de configuratie is geïnstalleerd, kan Windows de Wi-Fi-instellingen mogelijk niet configureren. Noteer uw instellingen (bijvoorbeeld beveiligingssleutels) voordat u het hulpprogramma verwijdert.
Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
-
U vindt de sleutel in het instellingenscherm van uw toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
-
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve toepassingen enz.
-
Als u een toegangspunt gebruikt, kan het apparaat tijdelijk overbelast zijn, afhankelijk van het aantal apparaten dat communiceert via het toegangspunt.
Wacht even en probeer het opnieuw.
-
Wijzig de kanaalinstellingen van uw toegangspunt. Door het kanaal te wijzigen, kan de interferentie op uw draadloze netwerk afnemen en de communicatiesnelheid toenemen.
Als er interferentie is op het kanaal van het toegangspunt, kan de communicatiesnelheid afnemen.
-
Als het toegangspunt de werking van andere toegangspunten verstoort, wijzigt u het kanaal voor het toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
-
Controleer of er geen magnetron wordt gebruikt in nabijheid van uw draadloze Wi-Fi-apparaten.
De 2,4GHz-frequentieband waarmee Wi-Fi werkt, wordt gebruikt door verschillende apparaten. Als u een magnetron gebruikt terwijl u communiceert via Wi-Fi, kan de gegevensoverdracht langzamer worden, het communicatiebereik afnemen of de communicatie worden onderbroken.
Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
-
Als een MAC-adresfilter is ingeschakeld voor uw toegangspunt, registreert u het MAC-adres van uw VAIO-computer in het configuratiescherm van het toegangspunt. Anders kan de computer geen verbinding maken met het toegangspunt.
Open Opdrachtprompt, voer "ipconfig /all" in en druk vervolgens op toets Enter. U kunt het fysieke adres (MAC-adres) vinden in het veld Fysiek adres onder Draadloze LAN-adapter Wi-Fi.
Zie Apps starten voor informatie over het openen van het Opdrachtprompt.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
-
Zie Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?.
-
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
-
Controleer de instellingen van het toegangspunt.
Bij de volgende instellingen kan uw VAIO-computer mogelijk geen verbinding maken met een toegangspunt of is de verbinding mogelijk instabiel.
-
Als in het toegangspunt is ingesteld dat communicatie met een apparaat waarvoor de SSID is ingesteld op "ANY" moet worden geweigerd, en de SSID van uw VAIO-computer of het toegangspunt is ingesteld op "ANY".
-
Als de stealth-modus van het toegangspunt is ingeschakeld.
Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie of neem contact op met uw Wi-Fi-serviceprovider.
-
-
Zorg ervoor dat uw VAIO-computer het toegangspunt verbinding met elkaar hebben. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve apps enz.
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen en
(het netwerkpictogram).
Controleer of uw toegangspunt wordt weergegeven.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
-
Schakel de Wi-Fi-functie in.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer
(het netwerkpictogram) en wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
-
Als u de Wi-Fi-functie wilt gebruiken op uw VAIO-computer, moet u de Wi-Fi-instellingen configureren.
Controleer de Wi-Fi-instellingen van de computer. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
Als u een hulpprogramma voor de configuratie van verbindingen hebt geïnstalleerd dat is geleverd bij een extern Wi-Fi-product, verwijdert u dit hulpprogramma.
Als een hulpprogramma voor de configuratie is geïnstalleerd, kan Windows de Wi-Fi-instellingen mogelijk niet configureren. Noteer uw instellingen (bijvoorbeeld beveiligingssleutels) voordat u het hulpprogramma verwijdert.
Wat moet ik doen als andere BLUETOOTH(R)-apparaten geen verbinding met mijn VAIO-computer kunnen maken?
-
Zie Wat moet ik doen als ik het BLUETOOTH(R)-apparaat waarmee ik wil communiceren, niet kan vinden?.
-
Zorg dat de verificatie (koppeling) tussen het apparaat en uw VAIO-computer correct is uitgevoerd.
Bij sommige BLUETOOTH-apparaten is verificatie (koppeling) vereist voordat een verbinding tot stand wordt gebracht met een ander apparaat. Voer het verificatieproces uit voordat u verbinding maakt met dergelijke apparaten.
-
Controleer of uw VAIO-computer detectie door andere BLUETOOTH-apparaten toestaat.
Selecteer
(pijl) in het systeemvak, klik met de rechtermuisknop op
(het pictogram voor BLUETOOTH) en selecteer Instellingen openen om het instellingenvenster te openen.
Selecteer het tabblad Opties en zorg ervoor dat het aankruisvakje Deze computer mag met Bluetooth-apparaten worden gedetecteerd is geselecteerd.
Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Wat moet ik doen als ik het BLUETOOTH(R)-apparaat waarmee ik wil communiceren, niet kan vinden?
-
Maak de afstand tussen uw VAIO-computer en het BLUETOOTH-apparaat kleiner dan 10 meter.
Als de computer meer dan 10 meter verwijderd is van het BLUETOOTH-apparaat, is er geen communicatie mogelijk.
Het is ook mogelijk dat de computer niet kan communiceren met het BLUETOOTH-apparaat als het apparaat dichterbij is dan 10 meter als gevolg van obstakels tussen de apparaten, kwaliteit van de radiogolven, de onmiddellijke omgeving, waaronder de aanwezigheid van muren en het gebruikte materiaal, of actieve toepassingen. Plaats in een dergelijk geval de computer verder van de obstakels of dichter bij het apparaat.
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie van het apparaat waarmee u wilt communiceren, is ingeschakeld en of het apparaat in een energiebesparingsstand staat.
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie van het apparaat waarmee u wilt communiceren, is ingeschakeld.
Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor meer informatie.
-
Als het apparaat waarmee u wilt communiceren, al met een ander BLUETOOTH-apparaat communiceert, is het mogelijk dat het niet wordt gevonden of dat het niet met uw VAIO-computer kan communiceren.
Waarom is mijn BLUETOOTH(R)-verbinding traag?
-
De snelheid van de gegevensoverdracht hangt af van de obstakels en/of de afstand tussen de twee apparaten, de kwaliteit van de radiogolven, de configuratie van het apparaat of de gebruikte toepassingen.
Zet uw VAIO-computer en het BLUETOOTH-apparaat dichter bij elkaar.
-
Als de versie van de BLUETOOTH-standaard die wordt gebruikt op het BLUETOOTH-apparaat waarmee u wilt communiceren, niet gelijk is aan de versie die wordt gebruikt op uw VAIO-computer, kan de communicatiesnelheid afnemen.
-
Als uw VAIO-computer voldoet aan de normen van de BLUETOOTH-hogesnelheidstechnologie en als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan, is hogesnelheidscommunicatie beschikbaar. Sommige BLUETOOTH-profielen ondersteunen geen hogesnelheidsoverdracht.
-
Het BLUETOOTH-apparaat waarmee u wilt communiceren, ondersteunt BLUETOOTH-hogesnelheidstechnologie.
-
De functies voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN) en BLUETOOTH op de computer zijn ingeschakeld.
-
Waarom kan ik de functie voor BLUETOOTH(R) niet gebruiken wanneer mij aanmeld als een gebruiker met een standaard-gebruikersaccount op mijn VAIO-computer?
-
De BLUETOOTH-functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruikers met standaardrechten op uw VAIO-computer.
Meld u bij de computer aan als gebruiker met beheerdersrechten.
Waarom kan ik BLUETOOTH(R)-apparaten niet gebruiken als ik schakel naar een andere gebruiker?
-
Als u zich aanmeldt als andere gebruiker zonder de vorige gebruiker af te melden, werken de BLUETOOTH-apparaten niet.
Meld u af voordat u van gebruiker wisselt.
Wat moet ik doen als ik de functie BLUETOOTH(R) niet kan gebruiken?
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie ingeschakeld is.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder en selecteer Pc en apparaten en Bluetooth in het linkerdeelvenster.
Wijzig de instelling Bluetooth in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Wat moet ik doen als het pictogram voor BLUETOOTH(R) niet in het systeemvak van het bureaublad verschijnt?
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie ingeschakeld is.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder en selecteer Pc en apparaten en Bluetooth in het linkerdeelvenster.
Wijzig de instelling Bluetooth in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
-
Controleer de BLUETOOTH-instellingen.
Open het Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden en Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op het computerpictogram en selecteer Bluetooth-instellingen en het aankruisvakje Het Bluetooth-pictogram in het systeemvak weergeven.
Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van het Configuratiescherm.
Wat moet ik doen als ik het Windows-wachtwoord vergeet?
-
Het Windows-wachtoord is hoofdlettergevoelig. Controleer uw wachtwoord en voer het opnieuw in.
-
Meldt u aan met een gebruikersaccount dat beheerdersrechten heeft om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.
-
Als u alle wachtwoorden voor de gebruikersnamen met beheersrechten bent vergeten, kunt u geen Windows-wachtwoorden resetten. U moet het systeem herstellen. Zie Herstel voor meer informatie.
-
Wat moet ik doen als de melding Enter Onetime Password verschijnt en Windows start niet nadat ik drie keer op rij een verkeerd opstartwachtwoord heb ingevuld?
-
Houd de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt. Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, let er dan op dat dit uit is. Start vervolgens de computer opnieuw op en voer het juiste wachtwoord in.
Houd er bij het invoeren van het wachtwoord rekening mee dat onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
-
Als u het opstartwachtwoord bent vergeten, kunt u uw VAIO-computer niet starten. Zie Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten? voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten?
-
Als u het wachtwoord bent vergeten (Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen), kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U bent uw gebruikerswachtwoord vergeten:
Voer het computerwachtwoord in om het gebruikerswachtwoord opnieuw in te stellen in het scherm BIOS Setup.
-
U bent uw computerwachtwoord vergeten:
U moet het wachtwoord opnieuw laten instellen. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht. Neem contact op met een bevoegd service/supportcentrum van Sony om het wachtwoord opnieuw in te stellen.
-
Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten?
-
Als u het wachtwoord bent vergeten (Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen), kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U bent uw gebruikerswachtwoord vergeten:
Voer het computerwachtwoord in om het gebruikerswachtwoord opnieuw in te stellen in het scherm BIOS Setup.
-
U bent uw computerwachtwoord vergeten:
U moet het wachtwoord opnieuw laten instellen. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht. Neem contact op met een bevoegd service/supportcentrum van Sony om het wachtwoord opnieuw in te stellen.
-
Wat moet ik doen als ik het apparaat dat is aangesloten op de USB-poort die opladen via USB ondersteunt, niet kan opladen?
-
Controleer of de instelling USB opladen (USB Charging) is ingeschakeld. Zie Een USB-apparaat opladen voor meer informatie.
Waarom treden er onderbrekingen op in het geluid en/of gaan er frames verloren bij het afspelen van high-definition video's, zoals video's die zijn opgenomen met de digitale AVCHD-camcorder?
-
Het afspelen van high-definition video's is een grote belasting voor de hardwarebronnen, zoals de CPU, de GPU of het systeemgeheugen, waardoor de prestaties van uw VAIO-computer verminderen. Tijdens het afspelen van video's zijn mogelijk bepaalde acties en/of functies niet beschikbaar, treden er onderbrekingen op in het geluid, gaan frames verloren of mislukt het afspelen, afhankelijk van de configuratie van computer.
Waarom werkt mijn VAIO-computer traag en is de frequentie van de CPU-klok laag terwijl de computer op batterijvoeding werkt?
-
Als uw VAIO-computer op batterijvoeding werkt, wordt de CPU-klokfrequentie verlaagd om voeding te sparen. Hierdoor werkt de computer trager. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Wat moet ik doen als het aanraakscherm niet goed functioneert? (modellen met aanraakscherm)
-
Schakel uw VAIO-computer uit en vervolgens weer aan.
-
Elektromagnetische golven kunnen storing veroorzaken op het aanraakscherm. Probeer deze tips.
-
Haal uw VAIO-computer uit de buurt van tl-licht of motoren die elektromagnetische straling uitzenden.
-
Sluit de netadapter rechtstreeks op een stopcontact aan of gebruik een ander stopcontact als u een stekkerdoos gebruikt.
-
Verwijder eventuele USB-apparaten of kabels uit uw VAIO-computer.
-
-
Als uw netadapter een 3-polige stekker heeft, let er dan op dat hij goed is geaard.
Wat moet ik doen als ik NFC/One-touch-functies niet kan gebruiken?
-
Houd uw apparaat met NFC/One-touch-functies zo dicht mogelijk bij uw VAIO-computer.
Als de NFC/One-touch-functies nog steeds niet werken, beweeg het apparaat dan een stukje omhoog of omlaag, of haal het apparaat gedurende 10 seconden bij de computer weg en houd het dan opnieuw tegen de computer aan.
-
Zorg ervoor dat NFC/One-touch-functies op het ondersteunde apparaat ingeschakeld zijn.
Afhankelijk van het door u gebruikte apparaat moet u mogelijk de instellingen van het apparaat wijzigen. Voor nadere informatie raadpleegt u de handleiding bij uw apparaat.
-
Schakel NFC/One-touch-functies in.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de rechterbenedenhoek en selecteer Netwerk en Vliegtuigstand in het linkerdeelvenster. Schakel Vliegtuigstand uit en wijzig de instelling NFC onder Draadloze apparaten in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
-
Houd behalve het apparaat met NFC/One-touch-functies geen metalen voorwerp in de buurt van het contactpunt op uw VAIO-computer.
-
Maak met uw VAIO-computer niet tegelijkertijd contact met meer dan één apparaat dat ondersteund is met de NFC/One-touch-functies.
-
Als NFC/One-touch-functies nog steeds niet functioneert na het uitvoeren van bovenstaande handelingen, moet u uw VAIO-computer opnieuw starten.
Wat moet ik doen als ik geen locatiegegevens kan downloaden?
-
Controleer of de GNSS-instellingen (Global Navigation Satellite System - wereldwijd navigatiesatellietsysteem) correct zijn geconfigureerd.
Zie Locatiegegevens downloaden (modellen met GNSS) voor meer informatie.
-
U bevindt zich misschien op een plek zijn waar het signaal van GNSS-satellieten niet kan worden ontvangen.
Gebruik de GNSS-functie niet in een tunnel, een kelder, binnenshuis, hoge gebouwen of bomen enz.
Waarom geeft het ingebouwde digitale kompas niet de juiste richting weer?
-
Het ingebouwde digitale kompas werkt door het detecteren van een magnetische richting. Vertrouw niet uitsluitend op de locatiegegevens van het ingebouwde digitale kompas.
De nauwkeurigheid van het digitale kompas kan eenvoudig worden beïnvloed door magnetische interferentie en werkt misschien niet goed, vooral niet in de volgende situaties.
-
In een lift of een ruimte met ijzerhoudende materialen, zoals ijzeren raamkozijnen of gewapend beton
-
In de buurt van constructies van gewapend beton, zoals een voetbrug, een vliegveld of het perron van een treinstation
-
In de buurt van of in een trein of een auto
-
In de buurt van een transformatorhuis op de grond of hoogspanningskabels
-
In de buurt van metaal, zoals een bureau met metalen poten of meubels van metaal
-
In de buurt van materiaal met een hoge mate van magnetische lading, zoals een magneet, een magnetische houder, of luidsprekers
-
-
Door het ingebouwde digitale kompas te ijken, kunt u de juiste richting weer herstellen. Zie Opmerkingen over ingebouwde sensoren voor meer informatie.
Waarom roteert het computerscherm niet?
-
Scherm draaien kan zijn uitgeschakeld.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen; controleer vervolgens de weergave-instellingen.
Als u de charms wilt openen, zie De charms openen.
-
Schermrotatie is uitgeschakeld wanneer uw VAIO-computer aangesloten is op een extern beeldscherm.
Als u uw computer op een extern beeldscherm aansluit terwijl de computer verticaal staat, wijzigt het computerscherm automatisch naar horizontale stand (liggend).
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met het draadloze WAN?
-
Zorg dat de batterijset is opgeladen.
-
Controleer of de micro-SIM-kaart geschikt is voor 3G of LTA en is geactiveerd door uw telecomaanbieder. Wanneer u de micro-SIM-kaart plaatst, dient u de stappen onder Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN) te volgen.
-
Controleer of u voldoende mobiel bereik hebt op uw locatie. Raadpleeg uw netwerkbedrijf voor aanvullende informatie over het bereik op uw locatie.
-
Zorg ervoor dat Vliegtuigstand is uitgeschakeld in het venster Pc-instellingen.
-
Zorg ervoor dat Mobiel breedband is ingesteld op Aan in het venster Pc-instellingen.
-
Zorg ervoor dat de APN (Access Point Name - toegangspuntnaam) correct is geconfigureerd in uw verbindingsbeheerapp. Zo niet, neem dan contact op met uw telecomaanbieder voor de juiste APN. Raadpleeg het Help-bestand bij de app voor meer informatie.
-
Controleer of de verbindingsbeheerapp het draadloze WAN (WWAN)-modem correct heeft gedetecteerd. Het kan even duren voordat de app het draadloze WAN-modem heeft gedetecteerd.
Hint
-
Voor meer informatie over de draadloze WAN-functie bezoekt u de VAIO-ondersteuningswebsite.
Waarom treden er onderbrekingen op in het geluid en/of gaan er frames verloren bij het afspelen van high-definition video's, zoals video's die zijn opgenomen met de digitale AVCHD-camcorder?
-
Het afspelen van high-definition video's is een grote belasting voor de hardwarebronnen, zoals de CPU, de GPU of het systeemgeheugen, waardoor de prestaties van uw VAIO-computer verminderen. Tijdens het afspelen van video's zijn mogelijk bepaalde acties en/of functies niet beschikbaar, treden er onderbrekingen op in het geluid, gaan frames verloren of mislukt het afspelen, afhankelijk van de configuratie van computer.
Waarom treden er onderbrekingen op in het geluid en/of gaan er frames verloren bij het afspelen van high-definition video's, zoals video's die zijn opgenomen met de digitale AVCHD-camcorder?
-
Het afspelen van high-definition video's is een grote belasting voor de hardwarebronnen, zoals de CPU, de GPU of het systeemgeheugen, waardoor de prestaties van uw VAIO-computer verminderen. Tijdens het afspelen van video's zijn mogelijk bepaalde acties en/of functies niet beschikbaar, treden er onderbrekingen op in het geluid, gaan frames verloren of mislukt het afspelen, afhankelijk van de configuratie van computer.
Wat moet ik doen als mijn gametoepassing niet werkt of blijft vastlopen?
-
Kijk op de website van het spel of er patches of updates kunnen worden gedownload.
-
Zorg dat u de meest recente videostuurprogrammasoftware hebt geïnstalleerd.
-
Op sommige VAIO-computermodellen wordt het grafische geheugen gedeeld met het systeem. In dit geval kunnen geen optimale grafische prestaties worden gegarandeerd.
Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
-
U vindt de sleutel in het instellingenscherm van uw toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
-
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve toepassingen enz.
-
Als u een toegangspunt gebruikt, kan het apparaat tijdelijk overbelast zijn, afhankelijk van het aantal apparaten dat communiceert via het toegangspunt.
Wacht even en probeer het opnieuw.
-
Wijzig de kanaalinstellingen van uw toegangspunt. Door het kanaal te wijzigen, kan de interferentie op uw draadloze netwerk afnemen en de communicatiesnelheid toenemen.
Als er interferentie is op het kanaal van het toegangspunt, kan de communicatiesnelheid afnemen.
-
Als het toegangspunt de werking van andere toegangspunten verstoort, wijzigt u het kanaal voor het toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
-
Controleer of er geen magnetron wordt gebruikt in nabijheid van uw draadloze Wi-Fi-apparaten.
De 2,4GHz-frequentieband waarmee Wi-Fi werkt, wordt gebruikt door verschillende apparaten. Als u een magnetron gebruikt terwijl u communiceert via Wi-Fi, kan de gegevensoverdracht langzamer worden, het communicatiebereik afnemen of de communicatie worden onderbroken.
Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
-
Als een MAC-adresfilter is ingeschakeld voor uw toegangspunt, registreert u het MAC-adres van uw VAIO-computer in het configuratiescherm van het toegangspunt. Anders kan de computer geen verbinding maken met het toegangspunt.
Open Opdrachtprompt, voer "ipconfig /all" in en druk vervolgens op toets Enter. U kunt het fysieke adres (MAC-adres) vinden in het veld Fysiek adres onder Draadloze LAN-adapter Wi-Fi.
Zie Apps starten voor informatie over het openen van het Opdrachtprompt.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
-
Zie Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?.
-
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
-
Controleer de instellingen van het toegangspunt.
Bij de volgende instellingen kan uw VAIO-computer mogelijk geen verbinding maken met een toegangspunt of is de verbinding mogelijk instabiel.
-
Als in het toegangspunt is ingesteld dat communicatie met een apparaat waarvoor de SSID is ingesteld op "ANY" moet worden geweigerd, en de SSID van uw VAIO-computer of het toegangspunt is ingesteld op "ANY".
-
Als de stealth-modus van het toegangspunt is ingeschakeld.
Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie of neem contact op met uw Wi-Fi-serviceprovider.
-
-
Zorg ervoor dat uw VAIO-computer het toegangspunt verbinding met elkaar hebben. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve apps enz.
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen en
(het netwerkpictogram).
Controleer of uw toegangspunt wordt weergegeven.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
-
Schakel de Wi-Fi-functie in.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer
(het netwerkpictogram) en wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
-
Als u de Wi-Fi-functie wilt gebruiken op uw VAIO-computer, moet u de Wi-Fi-instellingen configureren.
Controleer de Wi-Fi-instellingen van de computer. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
Als u een hulpprogramma voor de configuratie van verbindingen hebt geïnstalleerd dat is geleverd bij een extern Wi-Fi-product, verwijdert u dit hulpprogramma.
Als een hulpprogramma voor de configuratie is geïnstalleerd, kan Windows de Wi-Fi-instellingen mogelijk niet configureren. Noteer uw instellingen (bijvoorbeeld beveiligingssleutels) voordat u het hulpprogramma verwijdert.
Wat moet ik doen als ik de SSID of beveiligingssleutel voor het toegangspunt niet ken?
-
U vindt de sleutel in het instellingenscherm van uw toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik films of geluidsbestanden die ik hebt ontvangen via Wi-Fi(R) (draadloos LAN), niet kan afspelen of als er onderbrekingen optreden tijdens het afspelen? Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag?
-
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve toepassingen enz.
-
Als u een toegangspunt gebruikt, kan het apparaat tijdelijk overbelast zijn, afhankelijk van het aantal apparaten dat communiceert via het toegangspunt.
Wacht even en probeer het opnieuw.
-
Wijzig de kanaalinstellingen van uw toegangspunt. Door het kanaal te wijzigen, kan de interferentie op uw draadloze netwerk afnemen en de communicatiesnelheid toenemen.
Als er interferentie is op het kanaal van het toegangspunt, kan de communicatiesnelheid afnemen.
-
Als het toegangspunt de werking van andere toegangspunten verstoort, wijzigt u het kanaal voor het toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
-
Controleer of er geen magnetron wordt gebruikt in nabijheid van uw draadloze Wi-Fi-apparaten.
De 2,4GHz-frequentieband waarmee Wi-Fi werkt, wordt gebruikt door verschillende apparaten. Als u een magnetron gebruikt terwijl u communiceert via Wi-Fi, kan de gegevensoverdracht langzamer worden, het communicatiebereik afnemen of de communicatie worden onderbroken.
Hoe vind ik het fysieke adres (MAC-adres) van de ingebouwde draadloze netwerkinterface van mijn VAIO-computer?
-
Als een MAC-adresfilter is ingeschakeld voor uw toegangspunt, registreert u het MAC-adres van uw VAIO-computer in het configuratiescherm van het toegangspunt. Anders kan de computer geen verbinding maken met het toegangspunt.
Open Opdrachtprompt, voer "ipconfig /all" in en druk vervolgens op toets Enter. U kunt het fysieke adres (MAC-adres) vinden in het veld Fysiek adres onder Draadloze LAN-adapter Wi-Fi.
Zie Apps starten voor informatie over het openen van het Opdrachtprompt.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met een toegangspunt (of het internet)?
-
Zie Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?.
-
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
-
Controleer de instellingen van het toegangspunt.
Bij de volgende instellingen kan uw VAIO-computer mogelijk geen verbinding maken met een toegangspunt of is de verbinding mogelijk instabiel.
-
Als in het toegangspunt is ingesteld dat communicatie met een apparaat waarvoor de SSID is ingesteld op "ANY" moet worden geweigerd, en de SSID van uw VAIO-computer of het toegangspunt is ingesteld op "ANY".
-
Als de stealth-modus van het toegangspunt is ingeschakeld.
Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie of neem contact op met uw Wi-Fi-serviceprovider.
-
-
Zorg ervoor dat uw VAIO-computer het toegangspunt verbinding met elkaar hebben. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
De prestaties van de verbinding worden beïnvloed door afstand, obstakels, configuratie van apparaten, kwaliteit van radiogolven/interferentie, bouwmateriaal, actieve apps enz.
Plaats uw VAIO-computer verder weg van obstakels of dichter bij het toegangspunt dat u gebruikt.
-
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen en
(het netwerkpictogram).
Controleer of uw toegangspunt wordt weergegeven.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Wat moet ik doen als ik de Wi-Fi(R)-functie (draadloos LAN) niet kan gebruiken?
-
Schakel de Wi-Fi-functie in.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer
(het netwerkpictogram) en wijzig de instelling Wi-Fi in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
-
Als u de Wi-Fi-functie wilt gebruiken op uw VAIO-computer, moet u de Wi-Fi-instellingen configureren.
Controleer de Wi-Fi-instellingen van de computer. Zie Wi-Fi(R)-communicatie (draadloos LAN) starten voor meer informatie.
-
Als u een hulpprogramma voor de configuratie van verbindingen hebt geïnstalleerd dat is geleverd bij een extern Wi-Fi-product, verwijdert u dit hulpprogramma.
Als een hulpprogramma voor de configuratie is geïnstalleerd, kan Windows de Wi-Fi-instellingen mogelijk niet configureren. Noteer uw instellingen (bijvoorbeeld beveiligingssleutels) voordat u het hulpprogramma verwijdert.
Wat moet ik doen als andere BLUETOOTH(R)-apparaten geen verbinding met mijn VAIO-computer kunnen maken?
-
Zie Wat moet ik doen als ik het BLUETOOTH(R)-apparaat waarmee ik wil communiceren, niet kan vinden?.
-
Zorg dat de verificatie (koppeling) tussen het apparaat en uw VAIO-computer correct is uitgevoerd.
Bij sommige BLUETOOTH-apparaten is verificatie (koppeling) vereist voordat een verbinding tot stand wordt gebracht met een ander apparaat. Voer het verificatieproces uit voordat u verbinding maakt met dergelijke apparaten.
-
Controleer of uw VAIO-computer detectie door andere BLUETOOTH-apparaten toestaat.
Selecteer
(pijl) in het systeemvak, klik met de rechtermuisknop op
(het pictogram voor BLUETOOTH) en selecteer Instellingen openen om het instellingenvenster te openen.
Selecteer het tabblad Opties en zorg ervoor dat het aankruisvakje Deze computer mag met Bluetooth-apparaten worden gedetecteerd is geselecteerd.
Zie Het Bureaublad weergeven voor informatie over het openen van het bureaublad.
Wat moet ik doen als ik het BLUETOOTH(R)-apparaat waarmee ik wil communiceren, niet kan vinden?
-
Maak de afstand tussen uw VAIO-computer en het BLUETOOTH-apparaat kleiner dan 10 meter.
Als de computer meer dan 10 meter verwijderd is van het BLUETOOTH-apparaat, is er geen communicatie mogelijk.
Het is ook mogelijk dat de computer niet kan communiceren met het BLUETOOTH-apparaat als het apparaat dichterbij is dan 10 meter als gevolg van obstakels tussen de apparaten, kwaliteit van de radiogolven, de onmiddellijke omgeving, waaronder de aanwezigheid van muren en het gebruikte materiaal, of actieve toepassingen. Plaats in een dergelijk geval de computer verder van de obstakels of dichter bij het apparaat.
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie van het apparaat waarmee u wilt communiceren, is ingeschakeld en of het apparaat in een energiebesparingsstand staat.
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie van het apparaat waarmee u wilt communiceren, is ingeschakeld.
Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor meer informatie.
-
Als het apparaat waarmee u wilt communiceren, al met een ander BLUETOOTH-apparaat communiceert, is het mogelijk dat het niet wordt gevonden of dat het niet met uw VAIO-computer kan communiceren.
Waarom is mijn BLUETOOTH(R)-verbinding traag?
-
De snelheid van de gegevensoverdracht hangt af van de obstakels en/of de afstand tussen de twee apparaten, de kwaliteit van de radiogolven, de configuratie van het apparaat of de gebruikte toepassingen.
Zet uw VAIO-computer en het BLUETOOTH-apparaat dichter bij elkaar.
-
Als de versie van de BLUETOOTH-standaard die wordt gebruikt op het BLUETOOTH-apparaat waarmee u wilt communiceren, niet gelijk is aan de versie die wordt gebruikt op uw VAIO-computer, kan de communicatiesnelheid afnemen.
-
Als uw VAIO-computer voldoet aan de normen van de BLUETOOTH-hogesnelheidstechnologie en als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan, is hogesnelheidscommunicatie beschikbaar. Sommige BLUETOOTH-profielen ondersteunen geen hogesnelheidsoverdracht.
-
Het BLUETOOTH-apparaat waarmee u wilt communiceren, ondersteunt BLUETOOTH-hogesnelheidstechnologie.
-
De functies voor Wi-Fi(R) (draadloos LAN) en BLUETOOTH op de computer zijn ingeschakeld.
-
Waarom kan ik de functie voor BLUETOOTH(R) niet gebruiken wanneer mij aanmeld als een gebruiker met een standaard-gebruikersaccount op mijn VAIO-computer?
-
De BLUETOOTH-functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruikers met standaardrechten op uw VAIO-computer.
Meld u bij de computer aan als gebruiker met beheerdersrechten.
Waarom kan ik BLUETOOTH(R)-apparaten niet gebruiken als ik schakel naar een andere gebruiker?
-
Als u zich aanmeldt als andere gebruiker zonder de vorige gebruiker af te melden, werken de BLUETOOTH-apparaten niet.
Meld u af voordat u van gebruiker wisselt.
Wat moet ik doen als ik de functie BLUETOOTH(R) niet kan gebruiken?
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie ingeschakeld is.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder en selecteer Pc en apparaten en Bluetooth in het linkerdeelvenster.
Wijzig de instelling Bluetooth in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
Wat moet ik doen als het pictogram voor BLUETOOTH(R) niet in het systeemvak van het bureaublad verschijnt?
-
Controleer of de BLUETOOTH-functie ingeschakeld is.
Open de charms en selecteer de charm
Instellingen.
Selecteer Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder en selecteer Pc en apparaten en Bluetooth in het linkerdeelvenster.
Wijzig de instelling Bluetooth in Aan.
Zie De charms openen voor informatie over het openen van de charms.
-
Controleer de BLUETOOTH-instellingen.
Open het Configuratiescherm en selecteer Hardware en geluiden en Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op het computerpictogram en selecteer Bluetooth-instellingen en het aankruisvakje Het Bluetooth-pictogram in het systeemvak weergeven.
Zie Configuratiescherm openen voor informatie over het openen van het Configuratiescherm.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer geen verbinding kan maken met het draadloze WAN?
-
Zorg dat de batterijset is opgeladen.
-
Controleer of de micro-SIM-kaart geschikt is voor 3G of LTA en is geactiveerd door uw telecomaanbieder. Wanneer u de micro-SIM-kaart plaatst, dient u de stappen onder Een micro-SIM-kaart insteken (modellen met draadloos WAN) te volgen.
-
Controleer of u voldoende mobiel bereik hebt op uw locatie. Raadpleeg uw netwerkbedrijf voor aanvullende informatie over het bereik op uw locatie.
-
Zorg ervoor dat Vliegtuigstand is uitgeschakeld in het venster Pc-instellingen.
-
Zorg ervoor dat Mobiel breedband is ingesteld op Aan in het venster Pc-instellingen.
-
Zorg ervoor dat de APN (Access Point Name - toegangspuntnaam) correct is geconfigureerd in uw verbindingsbeheerapp. Zo niet, neem dan contact op met uw telecomaanbieder voor de juiste APN. Raadpleeg het Help-bestand bij de app voor meer informatie.
-
Controleer of de verbindingsbeheerapp het draadloze WAN (WWAN)-modem correct heeft gedetecteerd. Het kan even duren voordat de app het draadloze WAN-modem heeft gedetecteerd.
Hint
-
Voor meer informatie over de draadloze WAN-functie bezoekt u de VAIO-ondersteuningswebsite.
Hoe kan ik de oorspronkelijke toepassingen en stuurprogramma's opnieuw installeren?
-
U kunt de vooraf geïnstalleerde toepassingen en stuurprogramma's herstellen via VAIO Care. Wanneer u deze wilt herstellen, start u VAIO Care (Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care)) en selecteert u achtereenvolgens Geavanceerde hulpprogramma's (Advanced Tools), Herstel en terugzetten (Restore and recovery) en Toepassingen en stuurprogramma's opnieuw installeren (Reinstall Applications and Drivers).
Raadpleeg het Help-bestand bij VAIO Care voor meer informatie.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer niet kan herstellen vanaf het herstelgebied?
-
Herstel uw VAIO-computer vanaf een herstelmedium als u de apps heeft gebruikt om de herstelomgeving te wijzigen, een afwijkend besturingssysteem geïnstalleerd heeft dan het oorspronkelijke besturingssysteem, of het ingebouwde opslagapparaat geformatteerd heeft zonder daarvoor VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) te hebben gebruikt.
-
Als het probleem aanhoudt, gaat u naar de ondersteuningswebsite van VAIO voor meer ondersteuning.
Hoe kan ik mijn VAIO-computersysteem terugzetten op de standaard-fabrieksinstellingen?
-
Er zijn twee manieren om uw VAIO-computersysteem te herstellen: Herstellen vanaf herstelmedia en Herstel vanaf het herstelgebied.
Hoe maak ik herstelmedia?
-
U maakt herstelmedia met de functie VAIO Care. Zie Herstelmedia maken voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik het herstelproces niet kan starten/voltooien?
-
Koppel alle overbodige externe apparaten los van uw VAIO-computer.
-
Probeer de onderstaande suggesties:
-
Controleer de conditie van de herstelmedia. Als u optische schijven gebruikt, kijkt u of de schijven vies of beschadigd zijn. Als de schijven niet schoon zijn, reinigt u ze en probeert u uw VAIO-computer opnieuw te herstellen.
-
Als u uw VAIO-computer niet kunt herstellen vanaf het herstelgebied, start u de computer opnieuw op en herstelt u de computer opnieuw vanaf het herstelgebied, of gebruikt u herstelmedia.
-
Als u uw VAIO-computer niet kunt herstellen vanaf een optisch USB-station of een USB-stick, sluit u het station aan op een andere USB-poort of op de USB-poort die voldoet aan de USB 2.0-standaard (indien aanwezig). Schakel uw computer vervolgens uit en probeer deze opnieuw te herstellen. Zie Herstel vanaf het herstelgebied voor meer informatie.
-
-
Als het probleem aanhoudt, gaat u naar de ondersteuningswebsite van VAIO voor meer ondersteuning.
Wat moet ik doen als ik geen herstelmedia kan maken?
-
Probeer de onderstaande suggesties:
-
Download en installeer de laatste updates met behulp van VAIO Update. Zie VAIO Update gebruiken voor meer informatie.
-
Start uw VAIO-computer opnieuw op. Probeer vervolgens opnieuw herstelmedia te maken.
-
Als er een wisselstroomadapter met een extern optisch schijfstation is bijgeleverd, sluit u de wisselstroomadapter aan op een netspanningsbron.
-
-
Probeer andere betrouwbare media.
-
Als het probleem aanhoudt, gaat u naar de ondersteuningswebsite van VAIO voor meer ondersteuning.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer instabiel wordt (Windows kan worden gestart)?
-
Probeer de onderstaande suggesties:
-
Start VAIO Care om een oplossing te zoeken. Zie Uw VAIO-computer in optimale conditie houden (VAIO Care) voor meer informatie.
-
Herstel de systeembestanden van uw computer.
Zet de computer terug naar een herstelpunt dat u hebt gemaakt voordat uw VAIO-computer instabiel werd. Zie Systeembestanden herstellen met het herstelpunt als u Windows niet kunt starten voor meer informatie.
-
Verwijder een app of een stuurprogramma als uw VAIO-computer instabiel is geworden na de installatie van de betreffende app of het betreffende stuurprogramma.
-
Installeer de vooraf geïnstalleerde apps of stuurprogramma's op uw VAIO-computer opnieuw als deze apps of stuurprogramma's niet goed werken. Zie Hoe kan ik de oorspronkelijke toepassingen en stuurprogramma's opnieuw installeren? voor meer informatie.
-
Herstel uw VAIO-computer met een systeemkopie als u deze hebt gemaakt. Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie.
-
-
Als het probleem aanhoudt, volgt u de instructies in Uw VAIO-computer vernieuwen (modellen met ondersteuning voor vernieuwen) om het besturingssysteem opnieuw te installeren.
Als het probleem aanhoudt nadat u uw VAIO-computer hebt vernieuwd, volgt u de instructies in Herstel vanaf het herstelgebied om uw computer te herstellen.
Het kan zijn dat de computer de functie Vernieuwen niet ondersteunt, afhankelijk van uw model computer.
-
Maak herstelmedia als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt. Zie Herstelmedia maken.
-
Zorg dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens voordat u uw VAIO-computer herstelt. Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie.
Opmerking
-
Tijdens het herstel van uw VAIO-computer worden alle gegevens op het ingebouwde opslagapparaat verwijderd.
-
-
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer instabiel wordt (Windows kan worden gestart)?
-
Probeer de onderstaande suggesties:
-
Herstel de systeembestanden van uw computer.
Zet de computer terug naar een herstelpunt dat u hebt gemaakt voordat uw VAIO-computer instabiel werd. Zie Systeembestanden herstellen met het herstelpunt als u Windows niet kunt starten voor meer informatie.
-
Herstel uw VAIO-computer met een systeemkopie als u deze hebt gemaakt. Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie.
Alle bestanden die zijn gemaakt of gewijzigd nadat de systeemkopie is gemaakt, zullen niet worden hersteld.
Van deze bestanden moet u een back-up maken met VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions). Zie Reservekopieën maken van uw gegevens als u Windows niet kunt starten voor meer informatie.
-
-
Gebruik VAIO Hardware Diagnostiek (VAIO Hardware Diagnostics) om problemen vast te stellen op uw VAIO-computer.
-
Met deze app kunt u controleren of de computerhardware (CPU, geheugenmodule, ingebouwd opslagapparaat) moet worden vervangen.
U start VAIO Hardware Diagnostiek (VAIO Hardware Diagnostics) door Extra (Tools) en VAIO Hardware Diagnostiek (VAIO Hardware Diagnostics) te selecteren in VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions).
-
-
Volg de instructies in Herstel vanaf het herstelgebied om uw VAIO-computer te herstellen.
-
Als u van uw gegevens geen back-up heeft gemaakt, zorg dan dat u alsnog een back-up maakt van uw waardevolle gegevens met VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions) voordat u uw VAIO-computer herstelt. Zie Reservekopieën maken van uw gegevens als u Windows niet kunt starten voor meer informatie.
Als u een back-up heeft gemaakt met de back-upfunctie van Windows voordat uw VAIO-computer instabiel werd, maar u heeft het bestand pas daarna aangemaakt of gewijzigd, moet u daarvan een back-up maken met VAIO Care (reddingsmodus): VAIO hersteloplossingen (VAIO Care (Rescue Mode): VAIO recovery solutions).
Opmerking
-
Tijdens het herstel van uw VAIO-computer worden alle gegevens op het ingebouwde opslagapparaat verwijderd.
-
Wat moet ik doen als ik het Windows-wachtwoord vergeet?
-
Het Windows-wachtoord is hoofdlettergevoelig. Controleer uw wachtwoord en voer het opnieuw in.
-
Meldt u aan met een gebruikersaccount dat beheerdersrechten heeft om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.
-
Als u alle wachtwoorden voor de gebruikersnamen met beheersrechten bent vergeten, kunt u geen Windows-wachtwoorden resetten. U moet het systeem herstellen. Zie Herstel voor meer informatie.
-
Wat moet ik doen als de melding Enter Onetime Password verschijnt en Windows start niet nadat ik drie keer op rij een verkeerd opstartwachtwoord heb ingevuld?
-
Houd de knop
(Aan/Uit) langer dan 4 of 10 seconden ingedrukt. Als uw VAIO-computer een stroomlampje heeft, let er dan op dat dit uit is. Start vervolgens de computer opnieuw op en voer het juiste wachtwoord in.
Houd er bij het invoeren van het wachtwoord rekening mee dat onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
-
Als u het opstartwachtwoord bent vergeten, kunt u uw VAIO-computer niet starten. Zie Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten? voor meer informatie.
Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten?
-
Als u het wachtwoord bent vergeten (Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen), kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U bent uw gebruikerswachtwoord vergeten:
Voer het computerwachtwoord in om het gebruikerswachtwoord opnieuw in te stellen in het scherm BIOS Setup.
-
U bent uw computerwachtwoord vergeten:
U moet het wachtwoord opnieuw laten instellen. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht. Neem contact op met een bevoegd service/supportcentrum van Sony om het wachtwoord opnieuw in te stellen.
-
Wat moet ik doen als ik het opstartwachtwoord van mijn VAIO-computer ben vergeten?
-
Als u het wachtwoord bent vergeten (Het opstartwachtwoord instellen/wijzigen), kunt u uw VAIO-computer niet starten.
-
U bent uw gebruikerswachtwoord vergeten:
Voer het computerwachtwoord in om het gebruikerswachtwoord opnieuw in te stellen in het scherm BIOS Setup.
-
U bent uw computerwachtwoord vergeten:
U moet het wachtwoord opnieuw laten instellen. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht. Neem contact op met een bevoegd service/supportcentrum van Sony om het wachtwoord opnieuw in te stellen.
-
Wat moet ik doen als ik een document niet kan afdrukken?
-
Controleer of uw printer compatibel is met het besturingssysteem Windows dat op uw VAIO-computer is geïnstalleerd.
-
Als u een nieuwe printer aansluit, moet u eerst het printerstuurprogramma instellen.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie over het instellen van het printerstuurprogramma of ga naar de website van de producent.
-
Controleer of de printerinstellingen correct zijn geconfigureerd.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie over de printerinstellingen.
-
Controleer of de printer aanstaat.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie.
-
Zorg dat de netadapter goed is aangesloten op de printer en het stopcontact.
-
Controleer of de status van uw printer online of gereed is.
Controleer vervolgens of de printerinstellingen correct zijn geconfigureerd zoals aangegeven in de handleiding bij de printer.
-
Controleer of de printer is ingesteld op Als standaardprinter instellen.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie.
-
Controleer of uw printer is aangesloten op het netwerk (LAN).
Als de printer direct is verbonden met het netwerk (LAN), kijkt u of de router of hub aanstaat.
Als de printer is verbonden met een printerserver, kijkt u of er een foutmelding wordt weergegeven op de printerserver.
-
Controleer of uw app goed werkt.
Mogelijk ondersteunt uw app de indeling van het document niet. In dat geval wordt uw document niet correct afgedrukt.
Neem contact op met de fabrikant van de app of uw printer.
-
Controleer of de juiste printerpoort is geselecteerd voor uw printer.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie over het instellen van de printerpoort, of neem contact op met de fabrikant.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer het USB-apparaat niet herkent?
-
Controleer of het USB-apparaat is ingeschakeld en een eigen stroomvoorziening gebruikt.
-
Als u een digitale camera gebruikt, controleert u of de batterijset is opgeladen.
-
Als u een printer gebruikt, controleert u of de stroomkabel correct is aangesloten op een stopcontact.
-
-
U moet mogelijk een USB-stuurprogramma installeren voor het USB-apparaat voordat u het apparaat aansluit. Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie.
-
Probeer een andere USB-poort van uw VAIO-computer. Het USB-stuurprogramma kan zijn geconfigureerd voor de poort die u gebruikte toen u het apparaat voor het eerst aansloot.
-
USB-hubs kunnen ertoe leiden dat het USB-apparaat niet werkt vanwege een stroomverdelingsstoring. Het wordt aanbevolen het apparaat rechtstreeks zonder hub op uw VAIO-computer aan te sluiten.
Wat moet ik doen als ik een document niet kan afdrukken?
-
Controleer of uw printer compatibel is met het besturingssysteem Windows dat op uw VAIO-computer is geïnstalleerd.
-
Als u een nieuwe printer aansluit, moet u eerst het printerstuurprogramma instellen.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie over het instellen van het printerstuurprogramma of ga naar de website van de producent.
-
Controleer of de printerinstellingen correct zijn geconfigureerd.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie over de printerinstellingen.
-
Controleer of de printer aanstaat.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie.
-
Zorg dat de netadapter goed is aangesloten op de printer en het stopcontact.
-
Controleer of de status van uw printer online of gereed is.
Controleer vervolgens of de printerinstellingen correct zijn geconfigureerd zoals aangegeven in de handleiding bij de printer.
-
Controleer of de printer is ingesteld op Als standaardprinter instellen.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning (Windows Help en ondersteuning openen) voor meer informatie.
-
Controleer of uw printer is aangesloten op het netwerk (LAN).
Als de printer direct is verbonden met het netwerk (LAN), kijkt u of de router of hub aanstaat.
Als de printer is verbonden met een printerserver, kijkt u of er een foutmelding wordt weergegeven op de printerserver.
-
Controleer of uw app goed werkt.
Mogelijk ondersteunt uw app de indeling van het document niet. In dat geval wordt uw document niet correct afgedrukt.
Neem contact op met de fabrikant van de app of uw printer.
-
Controleer of de juiste printerpoort is geselecteerd voor uw printer.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie over het instellen van de printerpoort, of neem contact op met de fabrikant.
Wat moet ik doen als mijn VAIO-computer het USB-apparaat niet herkent?
-
Controleer of het USB-apparaat is ingeschakeld en een eigen stroomvoorziening gebruikt.
-
Als u een digitale camera gebruikt, controleert u of de batterijset is opgeladen.
-
Als u een printer gebruikt, controleert u of de stroomkabel correct is aangesloten op een stopcontact.
-
-
U moet mogelijk een USB-stuurprogramma installeren voor het USB-apparaat voordat u het apparaat aansluit. Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie.
-
Probeer een andere USB-poort van uw VAIO-computer. Het USB-stuurprogramma kan zijn geconfigureerd voor de poort die u gebruikte toen u het apparaat voor het eerst aansloot.
-
USB-hubs kunnen ertoe leiden dat het USB-apparaat niet werkt vanwege een stroomverdelingsstoring. Het wordt aanbevolen het apparaat rechtstreeks zonder hub op uw VAIO-computer aan te sluiten.