Flitser
-
Druk op
(Flitser) op de besturingsknop.
-
Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
![]() |
![]() |
De flitser gaat automatisch af bij opnemen op donkere plaatsen of met tegenlicht.
|
|
![]() |
De flitser gaat altijd af.
|
|
De flitser gaat altijd af.
Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen.
|
|
|
![]() |
De flitser gaat niet af.
|

Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die dichtbij de lens zweven. Wanneer deze worden belicht door het flitslicht van de camera, worden ze zichtbaar als witte, ronde vlekken.

Hoe kunt u de "witte, ronde vlekken" tegengaan?
-
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
-
Selecteer
(Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. ([Uit] wordt automatisch geselecteerd.)
Opmerkingen
-
De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen.
-
Tijdens het opladen van de flitser wordt
afgebeeld.
-
U kunt de flitser niet gebruiken tijdens opnemen in de burstfunctie of bracketfunctie.
-
Mogelijk kunt u sommige functies niet instellen, afhankelijk van de geselecteerde opnamefunctie. Voor meer informatie, zie "Functies die niet beschikbaar zijn in sommige opnamefuncties". [Details]