Toegangspunt instell. (alleen DSC-HX30/HX30V)
U kunt het accesspoint handmatig registreren.
Controleer voordat u de procedure begint de SSID-naam van het accesspoint, het beveiligingssysteem en het wachtwoord. Het wachtwoord is mogelijk vooraf ingesteld in bepaalde apparaten. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het accesspoint.
-
MENU
(Instellingen)
(Netwerkinstellingn)
[Toegangspunt instell.]
-
Selecteer het accesspoint dat u wilt registreren.

Wanneer het gewenste accesspoint op het scherm wordt afgebeeld:
Selecteer het gewenste accesspoint.
Wanneer het gewenste accesspoint niet op het scherm wordt afgebeeld:
Selecteer [Handm. instell.] en stel het accesspoint in.
* Raadpleeg "Het gebruik van het toetsenbord" voor informatie over de invoermethode.
-
Als u [Handm. registr] selecteert, voert u de SSID-naam van het accesspoint in
selecteer het beveiligingssysteem.
-
Voer het wachtwoord in
[OK]

-
Voor accesspoints waarvoor
niet worden afgebeeld, hoeft geen wachtwoord te worden ingevoerd.
-
Selecteer [Registreer] en druk daarna op
.
Het gebruik van het toetsenbord
Wanneer tekens handmatig moeten worden ingevoerd, wordt op het scherm een toetsenbord afgebeeld.
Selecteer de gewenste toets met
/
/
/
op het besturingswiel, en druk daarna op
om het teken in te voeren.






|
Namen van de schermen
|
Functies
|
(1)
|
Invoerveld
|
De tekens die u invoert worden hierin afgebeeld.Als u meer tekens invoert dan het ingestelde aantal tekens, wordt
![]() |
(2)
|
Tekensoort veranderen
|
Iedere keer wanneer u op
![]() |
(3)
|
Toetsenbord
|
Iedere keer wanneer u op
![]() Bijvoorbeeld: Als u "abd" wilt invoeren
Selecteer de toets voor "abc" en druk eenmaal op
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
(4)
|
Vastleggen
|
Als u hier op drukt, wordt de invoer vastgelegd.
|
(5)
|
Cursor verplaatsen
|
Als u hierop drukt, wordt de cursor in het invoerveld naar links of rechts verplaatst.
|
(6)
|
Wissen
|
Als u hierop drukt, wordt het vorige teken gewist.
|
(7)
|
![]() |
Als u hierop drukt, wordt het volgende teken een hoofdletter of kleine letter.
|
(8)
|
Spatie
|
Als u hierop drukt, wordt een spatie ingevoerd.
|
-
Om het invoeren van tekens tussentijds te stoppen, selecteert u [Annuleren].
Overige instellingen
Afhankelijk van de status of de instelmethode van het accesspoint, kunt u nog meer instellingen maken.
Namen van de schermen
|
Functies
|
WPS PIN
|
Hiermee kunt u het IP-adres afbeelden dat u hebt ingevoerd in het aangesloten apparaat.
|
IP-adres instelling
|
Hiermee kunt u [Automatisch] of [Handm. instell.] selecteren.
|
IP-adres
|
Hiermee kunt u het IP-adres handmatig invoeren.
|
Subnetmasker/Standaardgateway
|
Als u [IP-adres instelling] instelt op [Handm. instell.], kunt u hiermee het IP-adres invoeren overeenkomstig uw netwerkomgeving.
|
Voorrangsverbinding
|
Hiermee kunt u [Voorrangsverbinding] instellen op [Aan] of [Uit].
|
Opmerking
-
Om het geregistreerde accesspoint prioriteit te geven, stelt u [Voorrangsverbinding] in op [Aan].
Verwant onderwerp