Beveiligen

U kunt opgenomen beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Het merkteken wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
  1. Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie.

  1. MENU (Beveiligen) gewenste instelling op het besturingswiel


(Dit beeld)
Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de enkelbeeldweergavefunctie beveiligen.
(Meerdere beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te beveiligen.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2.
  1. Selecteer een beeld en druk daarna op .
    Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt beveiligen. Selecteer een beeld met een markering om de markering op te heffen.

  1. MENU [OK]

(Alle burst-beelden instellen.)
Hiermee kunt u alle beelden in de geselecteerde burst-groep tegelijkertijd beveiligen in de burst-groep-weergavefunctie.
Druk op [OK] na stap 2.
(Alle burst-beelden verwijdrn.)
Hiermee kunt u de beveiliging van alle beveiligde beelden in de geselecteerde burst-groep tegelijkertijd opheffen in de burst-groep-weergavefunctie.
Druk op [OK] na stap 2.

Opmerking
  • Wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen, is de [Weergavefunctie] ingesteld op mapweergave, en worden stilstaande beelden en bewegende beelden afgebeeld in dezelfde map.

De beveiliging annuleren

Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen en ontgrendel het door op het besturingswiel op te drukken volgens dezelfde procedure als bij het instellen van de beveiliging. De indicator gaat uit en de beveiliging is opgeheven.