Batterij en spanning
-
Controleer of de batterij in de juiste richting wordt gehouden en plaats deze zodat de uitwerphendel voor de batterij wordt vergrendeld.
-
Nadat de batterij in de camera is geplaatst, kan het enkele momenten duren voordat de camera van stroom wordt voorzien.
-
Controleer of de batterij correct is geplaatst.
-
De batterij is leeg. Laad de batterij op.
-
De aansluitpunten van de batterij zijn vuil. Veeg het vuil voorzichtig af met een zachte doek.
-
Controleer of de batterij van het type NP-BN1 is.
-
Afhankelijk van de camera- en batterijtemperatuur kan de voeding automatisch worden uitgeschakeld om de camera te beschermen. In dat geval wordt een mededeling op het scherm weergegeven voordat de voeding wordt uitgeschakeld.
-
Als u de camera gedurende een bepaalde periode niet bedient terwijl deze is ingeschakeld en [Stroombesparing] ingesteld is op [Standaard] of [Uithoudverm.], wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterij leeg raakt. Schakel de camera weer in.
-
Als u de camera gedurende een bepaalde periode niet bedient terwijl deze is ingeschakeld en [Stroombesparing] ingesteld is op [Uit] of terwijl de camera aangesloten is op de netspanningsadapter als voedingsbron, wordt het scherm automatisch gedimd om inbranding van het scherm te voorkomen. Raak het scherm nogmaals aan om het beeld weer te geven. (DSC-TX100 / TX100V)
-
Dit kan gebeuren wanneer u de camera gebruikt op een zeer warme of koude plaats.
-
Er is een verschil opgetreden tussen de aanduiding voor de resterende batterijlading en de daadwerkelijk resterende batterijlading. Ontlaad de batterij eenmaal volledig en laad deze daarna op om de aanduiding voor de resterende batterijlading te corrigeren. De aanduiding voor de resterende batterijlading is mogelijk niet correct afhankelijk van bepaalde omstandigheden.
-
De capaciteit van de batterij neemt na verloop van tijd en na herhaald gebruik af. Als de gebruiksduur na het opladen aanzienlijk korter is geworden, is het waarschijnlijk nodig de batterij te vervangen door een nieuwe.
-
Controleer of de batterij van het type NP-BN1 is.
-
Het aan-uit/laden-lampje van de camera knippert langzaam wanneer u een batterij gebruikt die een lange tijd niet is gebruikt. Verwijder in dat geval de batterij uit de camera en plaats deze vervolgens terug.
-
Raadpleeg "Batterij" [Details] voor meer informatie.
-
Dit kan gebeuren wanneer u de batterij oplaadt op een zeer warme of koude plaats. Laad de batterij op binnen het aanbevolen temperatuurbereik van 10°C tot 30°C.