Achtergr. onscherp makn.

-
Activeer de opnamefunctie.
-
(Opn. functie)
(Achtergr. onscherp makn.).

-
Neem op met de ontspanknop.

-
Alvorens op te nemen, raakt u MENU
[Onscherp-effect]
[Hoog], [Gemiddeld] of [Laag] aan om de intensiteit van het effect van de onscherpe achtergrond te veranderen.

Positie van het onderwerp en de achtergrond


Zoomschaal en positie van het onderwerp

-
Om de scherpstelling gemakkelijker op het onderwerp te kunnen vergrendelen, gebruikt u de functie Scherpstellen-volgen van de camera. [Details]
-
Houd tijdens het opnemen de camera stil om camerabewegingen te voorkomen.
-
Het is mogelijk dat de achtergrond niet onscherp is in de volgende situaties:
-
De scène is te helder of te donker.
-
Het onderwerp beweegt.
-
Het onderwerp bevindt zich te ver van de camera. (De aanbevolen opnameafstand is overschreden.)
-
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de achtergrond.
-
Het effect van de onscherpe achtergrond kan kleiner zijn in de volgende situaties:
-
De onderwerpen zijn te klein.
-
Het onderwerp heeft dezelfde kleur als de achtergrond.
-
U hebt de camera bewogen nadat de AE/AF-vergrendeling werd ingesteld.
-
Als de onscherpe achtergrond niet effectief werkt, probeert u de volgende stappen:
-
Beweeg de W/T (zoom)-hendel naar de T-kant.
-
Benader het onderwerp tot u zich binnen de aanbevolen opnameafstand bevindt.
-
Scheid het onderwerp van de achtergrond.
-
Neem op na te hebben scherpgesteld op het onderwerp.
-
Deze functie kan niet worden gebruikt voor het maken van onderwateropnames. (DSC-TX10)